22
Wanneer had ik voor het laatst weer zo'n glimlach gezien op Nyra's gezicht?
Misschien wel maanden geleden, het was immers al bijna een half jaar sinds ze te horen gekregen dat ze in regressie was. Elke dag was echter een vraag of ze het zou halen. Haar uitgeholde wangen en magere lichaam omdat ze niet meer wilde eten, of in haar woorden, niet meer kon eten. Haar stemming wisselde elk moment, wanneer ze een glimlach eruit probeerde te persen, kwam het volgende moment een stroom tranen over haar gezicht.
Maar vandaag was het oké. Ze glimlachte terwijl ze van wat bloemen een kroon aan het maken was nadat ik haar dat aangeleerd had. Neuriënd met het geluid van de wind, reeg ze de madeliefjes aan elkaar. Ik ontspande, leunde mijn hoofd naar achteren tegen de koele stangen die de circustent omhoog hielden. Ze zat er zo vredig bij dat ik haar niet wilde storen. Haar handen zaten onder de krassen en littekens en ik had er verkoelend verband om gedaan in de hoop dat het rood zou wegtrekken.
'Rhen!' Ze hield haar gevlochten bloemen omhoog in mijn richting. Ik glimlachte alleen naar haar, een schuldgevoel schoot door mijn lichaam. Ze wenkte me om te bukken zodat ze de kroon op mijn hoofd kon leggen. Ik luisterde naar haar en zette mijn hoed af.
'Dankjewel,' zei ik zodra de bloemen mijn haar sierde. Ze straalde, greep mijn gezicht vast en drukte een kus op mijn lippen. Ze had zoveel energie, net zoals de eerste paar keren dat ik haar gezien had. Altijd bezig met iets en als ze dat niet was, begon ze te stuiteren op haar plek. Ik lachte. 'Waarvoor had ik dat verdiend?'
Nyra rolde met haar ogen, het goud sprankelde met haar beweging. 'Ik wilde je gewoon bedanken dat je me hebt gesteund de afgelopen maanden, daarnaast, moet je een reden hebben om lief te hebben? .' Ik slikte nerveus bij haar woorden. Liefhebben. We waren alles gestart met de afspraak dat alles geen gevoelens had, maar ergens tijdens de reis was dit allemaal vergeten. Gevoelens waren er zeker, waardoor mijn afspraak met Asim alleen maar ingewikkelder raakte. Onze vriendschap ging een stukje terug toen ik in zijn jeugd een keer in Eyniv was en bestolen was van mijn hardverdiende geld die ik nodig had om ingrediënten te komen. Hij was het meest roekeloos kind dat ik ooit ontmoet had, hij staarde de dood recht aan terwijl hij op het nimmertje van hem elke keer wist te ontsnappen. Mijn redder gaf me zoveel stress dat ik een tijdje hier gebleven was met het circus om hem in de gaten te houden. Elke keer dat hij iets doms deed, wilde ik hem helpen. Misschien was het namelijk zijn volhardendheid en eerlijkheid die mijn respect had weten te winnen.
Nu was hij al volwassen terwijl mijn tijdloze lichaam niets veranderd was, Asim was opgegroeid met een droom om een bende op te richten waarin mensen konden groeien met normen en waardes en niet met een instinct dat alleen op overleving gericht was. Daarom verbaasde het me ook toen hij me gevraagd had of ik Nyra kon binden aan het circus. Hij was iemand die altijd besloot mensen te redden, dus dit was een vreemd verzoek voor hem.
Toen ik eenmaal terug in Eyniv was, had de leider me meegenomen naar hun schuilplaats. Hij wees een jongen aan, die Vin heette kwam ik later achter, en zei alleen: 'Hij is dood.'
Het duurde niet lang tot ik de bron van dit vreemde fenomeen had gevonden, een meisje die naast hem zat aan de tafel met stralende ogen. Ze gebaarde wild met haar verhaal en haar gouden ogen lichtten op vol met mahika.
'Wat denk je ervan?' had Asim me gevraagd.
'Ze is in regressie,' bevestigde ik zijn verdenkingen. Asim sloeg de muur met een vuist een paar keer tot vellen huid losschoten. Toen hij door wilde gaan, greep ik zijn pols zodat hij zichzelf niet verder pijn zou doen.
'Wat moet ik doen? Wat kan ik doen? Nyra, ze is nog jong.' Asim staarde naar de grond. 'Ze is familie.'
Ik zuchtte, regressie was altijd een gevoelig onderwerp gehad, maar door de jaren heen leek had ik mijn antwoord gepolijst. 'Er valt niks te doen, ik kan haar binden aan het circus en haar lichaam tijdloos maken zoals de mijne of ze gaat haar neergang tegemoet op een natuurlijke manier.' Het waren twee uitersten.
'Er moet toch een andere manier zijn?' vroeg Asim me, op dezelfde manier als Nyra me gevraagd had. De band tussen de twee was groot en het pijnigde dat Nyra dat op een gegeven moment uit het oog verloor.
'Die is er niet,' was mijn antwoord zoals altijd. Het antwoord dat ik haatte omdat het me deed denken aan iedereen die ik probeerde te redden. Iedereen in het circus die nu aan me gebonden waren met een rode draad die alleen zichtbaar voor mij was. Het was alsof ik een marionettenspeler was en iedereen hier waren mijn poppen. De talloze draden liepen van mijn hand naar de achterkant van het circus waar ik iedereen bewaarde.
Nyra liet zich weer op zijn knieën vallen bij de stapel bloemen, plukte de bladeren om die dan in het zand te drukken alsof ze een kunstwerk maakte. Met een bittere smaak in mijn mond draaide ik me richting de achterkant van het circus. Nonchalant gooide ik de tent open om me in het duisternis te bevinden. Het was hier altijd donker zodat ik niet geconfronteerd werd met alles wat hier zat. Met een uitgestrekte hand liet ik licht de ruimte in te stromen.
Hokken die dienden voor kamers stonden overal, elk was bewoond met een persoon. Kara zat in haar stoel met gesloten ogen, de rode draden rustten om haar ledematen als bewijs dat ze deel van het onsterfelijke circus was geworden. De prijs daarvan was haar bewustzijn en de herinneringen van haar van al haar dierbaren om haar heen. Ze was niets meer dan een leeg omhulsel dat luisterde naar mijn bevelen. In haar omgeving leek ze niet eens bestaan te hebben, het was een wrede uitkomst. Ik had haar kamer zo goed mogelijk proberen te versieren met dingen die ze leuk vond, zoals de glimmende stenen die ze weleens in de ondergrondse stad vond.
Ik liep voorbij haar hok, langs de vuurspuwer Taron die ooit mijn beste vriend was en voorbij de trapeze springende paar die hun gedeelde kamer hadden zoals ze wensten. De circusvoorstellingen waren maar een manier voor hun om hun mahika los te laten, omdat het ondertussen duidelijk was dat iedereen die vervloekt was, niet kon zonder zijn mahika te gebruiken. Mijn tintelende vingers en snel kloppende hart was daar het bewijs van en ik haatte dat ik hetzelfde was als de rest.
Ik kwam bij een half gedecoreerd hokje, veel van de spullen waren van de markt van Eyniv gekocht zoals de gewoven manden en de sieraden die met ijzeren draad handgemaakt waren.
Ik keek achterom naar de rode draden die richting de ring van het circus wezen en zich om Nyra's ledematen hadden gewikkeld.
Dit was het beste.
Voor Nyra.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top