{.3.}

"Spiegel!" Die krassende stem, soms is het net een kraai, jammer dat iedereen van buiten alleen een zwaan ziet. Haasten doe ik niet met het opstaan van de grond. De armen van Dorinda zijn over elkaar geslagen, de punt van haar schoen hoor ik meerdere keren tikken op de grond. Een frons staat op haar gezicht en haar lippen staan in een streep.  Hoe kan ze nog steeds mooi zijn met zo een lelijke uitdrukking? Dat verbaast me elke keer weer.

"Ik heb een naam weet je nog?" zeg ik terwijl ik mijn armen over elkaar heen sla, mijn voet laat ik tikken op de grond en een grimas ontstaat op mijn gezicht. Het enige verschil is dat er een glimlach rond mijn gezicht staat, in plaats van een streep. Bijna haar perfecte evenbeeld, iets waarvan ik zeker weet dat het het bloed onder haar nagels vandaan haalt.

"Oh hou op! Je hebt geen naam en dat weet je!" Ik kijk toe hoe Dorinda zich van mij weg draait en ik kan niets anders doen dan kort grinniken.

"Moeilijk he? Om te kijken naar je eigen reflectie?"

Ik zie hoe de koningin zich omdraait, de sleep van haar jurk slingert in een keer naar achteren en ze stormt op de spiegel af. Oeps, daar gaan we... Haar hand heft ze om tegen de spiegel te slaan maar ze houdt zich in, wetend wat de consequenties zijn van gebroken glas. De spanning in haar spieren blijft aanwezig terwijl ze haar hand gedwongen langs haar zij legt. Het is duidelijk dat ze probeert de rust in haar lichaam terug te vinden, maar zonder resultaat.

"Jij bent in verre verte niet mijn reflectie."

Voor een moment kijk ik alleen maar in twee vurige ogen. Het vuur zie ik echter langzaam uitbranden en plaats maken voor de kalmte die Dorinda altijd over zich heen heeft hangen, als niemand haar kwaad maakt natuurlijk.

"Eerst komt je te laat, luister je niet naar mijn vraag en dan durf je terug te praten? Misschien had ik een man moeten opsluiten in de spiegel." zegt Dorinda meer tegen zichzelf dan dat ze het tegen mij heeft. Haar hoofd wendt ze weer op om mij recht aan te kijken in mijn ogen, haar schouders recht ze en de glimlach komt terug rond haar lippen te staan. Ik weet de vraag die ze gaat stellen, en zij kent het antwoord wat ik haar ga geven. Het is een antwoord wat ze wilt horen, ze wilt elk moment van de dag die bevestiging en ik ben gedoemd om die te geven, ik kan ten slotte niet liegen. De vloek van mijn bestaan.

"Nu, beantwoord mijn vraag," een korte stilte last Dorinda in, waarschijnlijk voor dramatisch effect. "Wie is de mooiste van het land?" Dorinda. Dat is het enige mogelijk antwoord dat ik kan geven, dat is de waarheid, toch?

"Winter."

Die ene naam is over mijn lippen heen zonder dat ik er erg in heb. Het rolt eruit alsof het niets is, het gevoel van automatisme verdwijnt daarna gelijk wanneer ik de zwaarte van die naam op mijn schouder voel rusten.

"Sorry? Lieg niet!" sist de vrouw voor de spiegel terwijl ze haar vinger mijn kant uit steekt. "Wie is de mooiste van het land?"

Ik probeer het tegen te houden, met alles wat ik kan probeer ik de naam Dorinda over mijn lippen heen te krijgen, maar tevergeefs.

"Winter."

De vinger die op mij gericht is zie ik trillen, in een rustig tempo brengt Dorinda de vinger naar beneden toe. De hand die in eerste instantie ontspannen langs haar lichaam komt te liggen balt zich tot een vuist, en hoewel ik het niet wil moet ik het nog eens herhalen. Ik kan ten slotte niet liegen.

"Winter is de mooiste van het land, het spijt me." zeg ik waarna ik hard bijt op mijn onderlip. Is het nog mogelijk een ander antwoord te geven? Ik heb hem met mijn eigen ogen gezien en opeens begrijp ik waarom Dorina zo een hekel lijkt te hebben aan haar stiefzoon. Die schoonheid, daar kan niemand meer tegenop en ik vervloek mezelf ervoor dat ik die schoonheid heb gezien. Ik had het nooit mogen zien, en nu heb ik zijn aanwezigheid eerder verraden.

Ik zie de altijd smaragdgroene ogen donkerder worden van kleur. De ogen van Dorinda knijpen samen, de glimlach wordt weer een streep, en opnieuw verdwijnt de spanning in haar lichaam. Ik zie hoe haar vuist wegvalt en het trillen stopt. De streep veranderd in een geforceerde glimlach en haar schouders vallen naar beneden met een zachte zucht. "Dat is alles spiegel."

Dat is alles? Werkelijk?

Abrupt draait Dorinda zich om, met rustige stappen loopt de vrouw de kamer weer uit, maar het zijn juist de rustige stappen waar ik mij zo zorgen om maak. Dit is niet alles, want dat zijn dezelfde rustige stappen waarmee ze wegliep van mij, voor ze mij op sloot in de spiegel.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top