4. een ruzie en een gevecht.
Verdrietig kijkt Anna naar de grond. 'Toen mama jou vertelde dat je geadopteerd was was je zo boos, ik dacht dat het misschien beter was dat je het je niet meer kon herinneren en dat je niet meer boos zou zijn op mama.' Een traan rolt over haar wang. 'Maar ik wil nu zo veel mogelijk weten, zoiets houd je toch niet achter?!?' met een warm knalrood hooft en gevuisten handen sta ik in de kamer, het is doodstil op het zachtjes snikken van Anna na. 'Robin rustig, ze probeerde je alleen tegen het verdriet te beschermen' Mitch wrijft over haar arm, Anna begint nu echt te huilen. Ik ontspan. 'Je hebt gelijk, het spijt me. Maar houd zoiets niet meer voor me achter, oké?' ik geef Anna een knuffel. Ze snuift haar neus op. 'oké, het spijt me ik zal het niet meer doen.' ik druk haar nog steviger tegen me aan. 'Het is al goed, het is al goed.' Als we een tijdje zo hebben gestaan kucht Mitch 'gezellig hier...' ik werp hem een vernietigende blik toe waar hij rillingen van krijgt. Moeizaam slikt hij. Peter kan niet goed meer tegen de stilte en vraagt Mitch of hij nog moet trainen. Mitch zegt van niet wat ik eigenlijk al verwachtte. 'Oké dan gaan we morgen op weg, wat vind jij Robbin?' eeeemmm shit ik heb helemaal niet geluisterd. 'Sorry ik zat ergens anders met mijn gedachten, waar had je het over?' mijn wangen kleuren knalrood, dit is echt niets voor mij. Zomaar afdwalen en met het hooft in de wolken zitten is Cora's ding. Collin kijkt geïrriteerd mijn kant op. 'Of je het goed vindt dat we morgen verder gaan, mevrouw ikzitmetmijnhoofdergensanders ' nog na dromend stem ik in. Ik zorg dat ik zo snel mogelijk weg om mijn tas in te pakken, het is alweer tijd om te gaan.
Nors lopen we door het bos. Tanja en Cora zijn over iets onbelangrijks aan het kibbelen. In de verte lijk ik iets te horen. 'Stil eens' ik verander in mijn prachtige witte wolf. Nu hoor ik het geluid duidelijker, er is een gevecht aan de gang! Ik loop de richting van het gevecht op, Tanja en Anna zijn ook veranderd. Verbaast komen ze naast me staan want we kijken uit over een slagveld. Black blood tegen weerwolven. Ik grom ten teken dat we aanvallen. Zonder dat ik op de groep wacht ren ik het slachtveld in.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top