HoOfDsTuK 2
Het was leuk om al jullie reacties te zien (en te beantwoorden) vorig hoofdstuk *hint*
'Zijn we er bijna?' Vraag ik en geeuw opnieuw, maar slapen lukt niet. Dat lukt me nooit wanneer ik op een andere plaats ben dan in mijn bed. In het zesde middelbaar was onze eindejaarsreis naar Rome, op zich wel leuk. Maar de busrit was voor mij geen pretje. Ik had het gevoel dat wanneer ik mijn ogen sloot iemand een grap met me ging uithalen. Dus heb ik geen oog dicht gedaan en was ik hartstikke moe bij de aankomst.
'Nog zes uur te gaan.' Zucht papa die duidelijk ook moe begint te worden.
'Misschien moet je even stoppen schat, en je benen strekken. Daarna kunnen we weer verder rijden.' Zegt mijn mama op zachte toon tegen haar man.
'Ja, goed idee.' Reageert hij en kijkt haar lief aan. Ik ben jaloers op mijn ouders, ook al zijn het mijn ouders. Ze hebben me al zo vaak hun verhaal verteld, hoe ze elkaar ontmoet hebben. Het blijkt dus dat ze elkaar al heel lang kenden voor ze door hadden dat ze verliefd waren op elkaar. Maar op een bepaald moment is de vonk overgeslagen en hadden ze hun ware gevonden.
Twintig minuten later stopt papa aan een tankstation en stapt uit. 'Nog iemand dat zijn benen wilt strekken? Nu het moment.' Zegt mijn papa en ik kijk jaloers naar mijn broer die nog steeds ligt te slapen, hoe hij in deze omstandigheden kan slapen blijft een mysterie voor mij. Mijn broer en ik kunnen op sommige momenten echt tegenpolen van elkaar zijn.
'Het is donker, echt helemaal.' Mompel ik als ik naar buiten kijk.
We staan op het verste punt van de parking waardoor zelfs het licht van het tankstation niet genoeg geeft om hierde boel te verlichten.
'Heb je nog steeds schrik in het donker?' Vraagt Thomas grinnikend waardoor ik hem op zijn schouder sla.
'Ja, daar mag je niet mee lachen.' Zeg ik zacht. Ik heb het er moeilijk mee wanneer mensen hiermee lachen. Iedereen heeft wel angsten, waarom dan lachen met de mijne?
Ik kan er niet aan doen dat ik schrik heb in het donker, het is gewoon zo. Ik vind het echt eng en ik heb altijd het gevoel dat er elk moment iets kan gebeuren.
'Ik wil er wel even uit als het je niet stoort.' Zegt Thomas dan en ik schud mijn hoofd.
'Het is oké.' Ik klik mijn gordel los en open traag de deur waarna ik er bang uitstap. Al snel vind een hand de mijne en hou ik het hand stevig vast terwijl ik Thomas dankbaar aankijk. Zonder steun overleef ik het echt niet in het donker.
'Gaat het Jade?' Vraagt hij zacht en ik knik waarna ik toch iets dichter tegen hem aan ga staan dan tevoren.
'Het is eng.' Fluister ik. 'Maar gelukkig kan ik wel nog iets zien, en is het geen volledig zwart gat.'
Hij slaat zijn armen om me heen en wrijft met zijn handen over mijn blote bovenarmen. 'Heb je het niet koud?' Vraagt hij en ik schud mijn hoofd. 'Valt wel mee, gewoon wat frisjes.'
Ik leun met mijn hoofd tegen zijn borstkas en bedenk me dat dit een beetje een rare positie is. Maar ik ken Thomas nu al zo lang dat het vertrouwd voelt.
'Stapt iedereen terug in?' Vraagt papa na een minuutje.
Niet veel later zijn we weer aan het rijden maar kan ik een geeuw weer niet binnenhouden, het is dan ook twee uur in de nacht.
Ik laat mijn hoofd langzaam op de schouder van Thomas zakken en merk dat dit toch best wel fijn ligt, al zou een bed toch nog beter zijn.
'Is dit oké?' Vraag ik en sluit mijn ogen.
'Tuurlijk, slaap maar.'
Na wat minuten lijkt wordt ik weer wakker door gefluister. Ik laat mijn ogen nog even gesloten zodat ik rustig kan wakker worden.
'We hebben het hier al over gehad.' Hoor ik mijn broer zuchten. 'Het is niet dat ik dit niet wil, maar dat Jade het niet wil, anders had ze wel al iets laten merken.'
Op dat moment open ik snel mijn ogen en haal mijn hoofd van de schouder van Thomas.
'Wat is er van mij?' Vraag ik nieuwsgierig.
'Niets kleintje.' Zegt mijn broer snel zodat niemand anders een opmerking zou kunnen geven waardoor ik hem raar aankijk. Wat zou hij voor mij willen verzwijgen?
'Waarom mag iedereen het weten en ik niet? Het gaat over mij.' Zeg ik verbaasd en een beetje gekwetst tegelijkertijd.
'Komaan Thomas zeg het.' Dring ik aan.
'Het is niets, geloof me.' Zegt hij zacht waarop ik mijn ogen rol en mijn ogen terug sluit.
Dit vind ik nu echt niet gezellig, ze praten over mij terwijl ze denken dat ik aan het slapen ben en vervolgens mag ik niet eens weten waar het over ging. Dit doen me te veel denken aan die gemene meiden dat drie jaar achter elkaar bij mij in de klas hebben gezeten. Toen was het ook altijd zo, in hun conversaties hoorde ik vaak mijn naam vallen, nooit in positieve zin.
'Kinderachtig.' Zeg ik terwijl ik mijn ogen rol.
'Mama.' Zeg ik dan, mijn laatste poging. 'Wil jij het vertellen?' Vraag ik en bid zachtjes dat ze het vertelt.
'Nee sorry meisje, dat is niet iets dat aan mij is om te vertellen.' Zegt ze en geeuwt vervolgens.
Ik besluit het erbij te laten en de autorit rustig te laten verlopen. Misschien dat ze het me ooit wel nog eens vertellen, of niet. Maar hopelijk vergeet ik dit snel want ik ben jammer genoeg een nieuwsgierig type.
'Slaap anders nog wat.' Zegt Thomas en ik knik.
'Mag ik dan weer op je schouder liggen?' Mompel ik terwijl ik mijn hoofd al op zijn schouder leg, maar zo heb ik het toch gevraagd en ben ik niet super onbeleefd.
'Tuurlijk.' Antwoord hij nog.
Deze keer vat ik de slaap niet zo snel dan hiervoor wat maakt dat ik voor een redelijk lange tijd gevangen zit in mijn eigen gedachten aangezien de anderen ook niets tegen elkaar zeggen.
Mijn gedachten dwalen weer af naar mijn plan. Is dit wel een goed idee? Is het wel mogelijk om liefde te forceren? Het moet wel. Want als de liefde niet vanzelf komt, moet ik er zelf wel voor zorgen. Ik kan niet anders.
Ik blijf niet dat zielige meisje.
Na wat eeuwen lijkt, lukt het me toch om weer in slaap te sukkelen en wordt de wereld vervangen door een droomwereld waar alles grappig en fijn is. Waar ik gelukkig kan zijn.
***
'Wakker worden!' Roept een luide stem waardoor ik geïrriteerd kreun. Wat een manier om wakker te worden.
'We zijn er.' Meld de persoon dat me wakker riep, mijn broer.
Ik voel meteen dat ik een stijve nek heb. Had ik wel kunnen verwachten na zo geslapen te hebben. Maar ik ben kapot. Moe.
Ik stap uit zonder een woord tegen iemand te zeggen en leun vermoeid tegen de auto aan. Ik sluit mijn ogen opnieuw en open ze dan weer waarna ik er met mijn handen inwrijf. Ik ben al lang blij dat ik geen lenzen had ingedaan, dat zou dan ook echt wel een dom idee zijn.
Maar het nadeel is wel dat ik nu niet goed kan zien natuurlijk.
'Mama, waar is mijn bril?' Zucht ik.
'In je handbagage meisje.' Vertelt ze me op een lieve toon waarna ik mijn rugzakje uit de auto neem en mijn bril al snel vind. Een bril staat me niet, heeft het nooit gedaan. Maar in sommige gevallen kan het niet anders.
Meteen gaat mijn humeur een beetje omhoog als ik alle blije gezichten zie en besef dat ik me in een zonnig lang bevind.
'Hoe laat is het papa?' Vraag ik en verwissel mijn gewone bril voor mijn zonnebril op sterkte zodat ik niet de hele tijd mijn ogen moet toeknijpen tegen de felle zonnestralen.
'Half één, dus we gaan inchecken en daarna zullen we iets gaan eten.' Zegt hij waarop ik knik.
Snel bekijk ik mezelf nog eens in de ruit van de auto en kom erachter dat ik er niet uit zie. Mijn haar is een vogelnest en mijn kleren zitten vol met kreukels. Dus haal ik mijn borstel uit mijn rugzak en kam mijn stijle haren zodat ze terug mooi in vorm liggen. Ik wrijf een keer over mijn kleren zodat er minder kreukels in zitten en zie er al snel een stuk beter uit. Maar nog steeds niet mooi.
'Je straalt nog net niet.' Lacht mijn broer en haalt een hand door mijn haar waardoor ik hem boos aankijk.
'Mijn kapsel was net terug in orde.' Mok ik en sla op zijn bovenarm.
'Pak ieder je eigen valies en volg papa.' Zegt mama op een iets luidere toon zodat we het zeker gehoord zouden hebben.
Ik wandel naar de achterkant van de wagen en kom tot de conclusie dat ik mijn valies er echt niet uit krijg. Het rollen gaat wel nog, maar het eruit krijgen is een stuk moeilijker.
Ik hoor gegrinnik achter me wanneer ik bijna mijn valies op mij trek waardoor ik zou vallen en ik draai me verontwaardigd om.
'Sorry dat ik niet superman ben.' Grom en ik stop met proberen.
'Wees een gentlemen en help mij.' Beveel ik Thomas met een glimlach waarop hij een buiging maakt.
'Natuurlijk uwe majesteit.'
Niet veel later staat mijn koffer voor mijn voeten op de grond en glimlach ik opgelucht. 'Bedankt.' Ik ga op mijn tippen staan en geef de beste vriend van mijn broer een kus op zijn wang.
HEY VRIENDEN
Ik zal dus proberen iedere maandag te updaten vanaf nu :) did you like it or nah? Binnen 4 hoofdstukken heb ik geen voorraad meer en ik schrijf al een paar maanden amper iets HELP
Eerste dag van school na de vakantie heeft me gesloopt en vanavond ga ik nog sporten ook, ik heb mentale steun nodig. Thanks. Lief van jullie.
Liefs,
Laura
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top