HoOfDsTuK 19
Hoofdstuk 19
Wanneer je geboren wordt, heb je nog geen idee van hoe je leven zal zijn. Althans, dat denk ik toch. Ik herinner me - net zoals de rest van de bevolking - niets meer van mijn jonge jaren, op enkele flarden na. Maar ik ga ervan uit dat ik niet had gedacht dat mijn leven zo zou zijn. Hoogstwaarschijnlijk gingen de gedachten van 6-jarige Jade over prinses worden, precies als een doorsnee meisje. Maar toch was ik niet normaal. Waarom was ik niet normaal? Dat weet ik niet. Dat moet gevraagd worden aan de kindjes dat mij niet moesten hebben op de lagere school, en de middelbare school.
Maar toch, heb ik het op een of andere manier voor elkaar gekregen om hier en nu hand in hand te lopen met Thomas. Het voelt goed. Maar tegelijkertijd niet juist. Ik weet niet precies waarom. Het voelt verkeerd om hier nu met Thomas te lopen, terwijl ik hier gisteren met Enzo rondliep. Zijn hand had ik niet vast. Zou het even goed voelen om hand in hand te lopen met Enzo? Ik denk het niet. Ik weet het niet. Plotseling ben ik me enorm bewust van zijn hand in de mijne.
Het is warm.
Ik zweet. Hij zweet. Ons zweet veegt tegen elkaar.
Snel trek in mijn hand terug van de zijne, waardoor Thomas me met een gefronste blik aankijkt. 'Ik zweet.' Piep ik en lach om mijn eigen woorden. 'Denk je dat een beetje zweet me kan tegenhouden van je hand vast te houden?' Hij kijkt me speels aan en pakt uitdagend mijn hand opnieuw vast. 'Jij zweet ook.' Merk ik dan op waarna hij gewoon zijn schouders ophaalt. 'Ben je vies van me?' Thomas kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan waarop ik mijn ogen rol. 'Nee, hoor. Lijkt alleen maar zo.' Hiermee houdt de conversatie op waardoor ik weer tijd heb om na te denken.
Om één of andere reden voel ik me schuldig tegenover Enzo. Hij was zo lief om me gisteren mee te nemen door Siena en nu loop ik hier met Thomas. Vanmorgen deed Thomas zo grof, en nu is alles in één keer goed? De woorden dat hij over Enzo gezegd heeft, ben ik ook zeker nog niet vergeten. Het was kinderachtig om te zeggen dat Enzo me enkel in zijn bed wil hebben, en komt ook negatief voor mij over. Alsof ik niet meer waard ben dan een overwinning voor in bed. Maar toch zoende hij me gisteren en loopt hij hier nu met zijn hand in de mijne. Ik snap hem niet.
Ik maak mijn hand opnieuw los en blijf staan waardoor Ward tegen me aan loopt. Zowel de twee jongens als mijn ouders kijken me vreemd aan, maar wandelen dan door. Ward neemt mijn arm vast zodat ik naast hem kom te lopen en staart me aan met zijn wenkbrauwen opgetrokken. Meteen wil ik barsten, en alles vertellen wat e gebeurd is. Maar het probleem is dat ik niet weet wat hij al weet. En misschien denkt hij wel net zo over Enzo als dat Thomas doet, en dan zou ik me enkel extra voor schut zetten. 'Ik weet van jullie kus, dat is alles.' Breekt Ward het ijs waardoor mijn wangen rood kleuren. Ik kijk naar Thomas die voor me loopt om zeker te weten dat hij ver genoeg loopt en dus niets zal horen. Zijn rugspieren verschuiven onder zijn T-shirt met elke stap dat hij zet. Snel haal ik mijn ogen van zijn rug af en kijk Ward terug aan.
'Ik heb echt geen idee wat dit allemaal betekent.' Beken ik waarop Ward knikt en een hand door zijn haar haalt. 'Thomas wel.' Mompelt hij dan en kijkt ook even naar Thomas. 'Ik zou dit niet mogen vertellen vanwege bro-code ofzo, maar je bent mijn kleine zusje.' Glimlacht hij waardoor ik mijn ogen rol.
'Je moet weten dat hij al lang achter je aan zit.' Lacht hij. 'Maar jij, de onschuldigheid zelve, hebt hier nooit iets van opgemerkt.' Gaat Ward verder. 'Zelfs mama en papa hebben het door. Daarover ging het in de auto toen we naar hier reden. In het begin mocht hij niets doen van me, want nogmaals, jij bent mijn kleine zusje. Maar na een tijdje, toen ik zag dat hij wel serieus over je was, heb ik hem mijn toestemming gegeven. Hij was gisteren echt helemaal in de wolken nadat je vertrok.' Een kleine glimlach siert mijn lippen. Het is echt niet mogelijk dat Thomas me echt leuk vindt. Ik snap het niet. Waarom zou hij me leuk vinden? Doordat hij zoveel over de vloer komt kent hij ook echt mijn slechtste kanten. En die zijn niet leuk. Ik wil het snappen, maar het lukt niet.
Ward stoot me aan als teken dat ik een antwoord moet geven. 'Tot gisteren, had ik nog nooit over Thomas gedacht op die manier.' Zeg ik eerlijk. Het was echt nog nooit in me opgekomen. Hij is Thomas, de beste vriend van mijn broer. En dat was altijd alles. 'Maar nu ben ik echt in de war, en ik weet echt niet wat ik ermee aan moet.' Hopeloos kijk ik mijn broer aan, hopend dat hij wel weet wat ik moet doen. Hopend dat hij me een goede oplossing kan voorschotelen.
Ik weet nog hoe hij altijd al de grote broer speelde voor me. Dat is zijn taak, zei hij altijd. Wanneer ik in het eerste leerjaar graag mee wou spelen met de andere kindjes van mijn klas, maar ze zeiden dat ik niet mee mocht doen, liep ik altijd huilend de speelplaats over op zoek naar mijn broer. En wanneer ik hem dan vertelde wat er net was gebeurd, mocht ik altijd meespelen met hem en zijn vrienden. Met Thomas. En als ik daar geen zin in had, ging hij met me mee naar de kindjes van mijn klas om ze te vertellen dat ik wél mee mocht doen. En ze konden natuurlijk geen nee zeggen tegen één van de coole jongens van een hogere klas. Het moment dat hij naar de middelbare school ging was hartverscheurend voor me. Ik had niemand meer die er voor me was en om het voor me op te nemen tegen anderen. Maar ik heb het overleefd.
Toen ik uiteindelijk naar het middelbaar ging besefte ik dat ik niet meer huilend over de speelplaats naar mijn grote broer kon lopen. Dat werd niet meer gedaan. Ik moest het op mijn ééntje doen, maar dat had ik in de tussentijd wel al onder de knie gekregen, dus trok ik mijn eigen plan. Ik was niet mooi, niet leuk, niet slim genoeg om vrienden te maken. Niemand zag me staan. Maar het was oké. Ik kon mezelf wel redden, dacht ik altijd. Maar nu ook mijn tijd van de middelbare school erop zit, begin ik te beseffen dat ik het niet alleen kan. 'Waarom heb ik nooit vrienden gehad, Ward?' Vraag ik zacht, en ben me ervan bewust hoe belachelijk ik klink. Maar het kan me even niet schelen. Hij is mijn broer, ik kan terecht bij hem.
'Jade.' Mompelt hij zacht en slaat zijn arm om mijn schouder zodat ik in een schuine knuffel getrokken wordt. 'Er zijn altijd mensen dat uitgesloten worden om belachelijke redenen, zelfs om geen reden. Dat ligt echt niet aan jou. Kijk hoe snel je hier bevriend bent geworden met die ober hier, dat is omdat hij de kinderachtigheid van de middelbare school ook al ontgroeid is. Tijdens je studies ga je merken dat er niets mis met je is, maar dat het net aan de anderen lag.' Ik laat zijn woorden even binnenkomen en tranen vormen zich in mijn ogen. Hij is goed met woorden, altijd al geweest. Ik knipper tegen de tranen, maar toch weet een traan zijn weg te vinden naar buiten en glijdt eenzaam naar beneden over mijn wang naar beneden.
'Niet huilen.' Grinnikt hij en veegt mijn traan met zijn duim weg. Op dat moment draait Thomas zich om en kijkt ons aan. Fronsend staat hij even stil en gaat weer mee zodra we bij hem zijn gekomen. Nu ik weet hoe hij over me denkt, voel ik me anders. Maar ik weet niet hoe, ik kan het niet goed beschrijven. Ik kan niet eens uitmaken of het een positief of een negatief gevoel is. Misschien beide. Ik glimlach geruststellend naar Thomas en Ward laat me los waardoor ik weer gemakkelijker kan wandelen. 'Gewoon even opgekropte frustraties die eruit moesten.' Glimlach ik naar Thomas en hij knikt fronsend. 'Als ik iets misdaan heb mag je het zeggen, dan kan ik me aanpassen.' Zegt hij lief maar ik schud mijn hoofd.
'Het had niet echt iets met jou te maken.' Zeg ik nog een keer.
'Ik zal jullie twee lovebirds wel weer alleen laten.' Lacht Ward en gaat naar onze ouders toe die gezellig met elkaar aan het praten zijn. Wanneer ik besef wat hij net gezegd heeft krijgen mijn wangen een rozige tint en kijk ik naar de toppen van mijn schoenen. Om duidelijk te maken aan Thomas dat het echt niets met hem te maken had, neem ik deze keer het initiatief om zijn hand vast te nemen.
Ik weet niet hoe ik me voel tegenover hem, maar het is alleszins geen negatief gevoel. En dat is al heel wat.
---
Wat zouden jullie willen dat er gebeurt in het verhaal? En laat het niet te gemakkelijk zijn ;)
Liefs,
Laura
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top