23. Bevroren.

Hoofdstuk 23. Bevroren.


Ik word wakker van alle koude rillingen door mijn lijf. Ik kijk rond. Sneeuw... Overal waar ik kijk zie ik sneeuw. Ik lig tegen een boom aan met een dikke laag sneeuw over mijn hele lichaam. Ik kijk naar mijn bevroren handen die ik amper omhoog krijg van de pijn en kou. Ze zijn helemaal blauw geworden. Ik heb haast het gevoel dat dit nog mijn dood word. Opstaan kan ik niet meer. Niet vanwege de pijn en de kou maar ook door alle verdriet diep in mij.

Ik heb de laatste tijd steeds aan Elijah gedacht. Ik krijg steeds Flashbacks over mijn slechte momenten en steeds vraag ik mij af als ik denk aan Elijah en mij 'Elijah, wat heb ik fout gedaan'. Dat kan ik maar niet begrijpen. Hij lijkt ineens boos op mij te zijn. Misschien komt het door die ene jongen. Die groene MOO die volgens Lerayz Kanyé heet. Hij probeerde met mij te flirten of zo. Maar Elijah accepteert het kennelijk niet wat ik wel kan begrijpen.

Nu is de vraag alleen wat ik daar fout heb gedaan. Ik zie toch helemaal niks in die Kanyé. Hij is een vijand en geen eens een mens dus waarom zou ik iets beginnen met iemand die geen mens is als ik het wel ben? Ik sluit mijn ogen weer want ik kan helemaal niks anders. Ik weet niet hoelang ik hier heb gelegen en of het nou avond of ochtend word. Het is namelijk een beetje donker maar niet al te donker.

'Reve!' Hoor ik op een bekende stem. Ik schrik wakker. Ik probeer mijn mond te bewegen maar ik krijg al snel door dat ook dat niet lukt. Ik open mijn ogen vermoed en ik zie iemand verbaasd naar mij kijken. 'Reve!' Roept Callum. Hij pakt mijn handen vast en trekt mij omhoog. 'Ben je gek geworden of zo?' Vraagt hij bezorgt. Hij geeft mij een knuffel. 'Je bent echt gestoord, weet je dat?' Hij klinkt niet echt te vrede.

Misschien bezorg ik hem ook steeds moeite. Ik kan het eerlijk zeggen, ik ben niet het makkelijkste kind dat er bestaat. Dat zeker niet. 'Je bent echt gek in je hoofd.' Fluistert Callum steeds. Hij staat op en tilt mij met twee armen op. Ik sluit weer mijn ogen. Ik kan namelijk echt helemaal niks anders meer.

Die pijn en kou heeft te veel gedaan. Ik word in de auto gelegd op het moment dat ik mijn ogen een klein beetje open krijg. Ik open mijn mond en probeer er iets van geluid uit te krijgen. Callum kijkt mij direct aan. 'Reve, probeer maar niet te praten. Ik denk dat je daar nu wel lang genoeg heb gelegen en dat je eerst even warm moet worden voor je kan spreken.' Zegt Callum.

Callum zet de verwarming op het hoogste in de auto en zet zacht muziek op wanneer hij terug naar zijn huis begint te rijden. Ik luister de hele weg naar het liedje dat opstaat. Ik voel dat de auto ineens stopt. De deur vliegt direct open. Ik zie Kian, Dylan en Mac in de opening staan en naar mij toe rennen. Ze doen mijn deur open en kijken mij aan.

'Reve, waar was je nou?' Vraagt Mac ongerust. Ik open mijn mond en probeer weer te praten. Callum pakt mijn pols. 'Ze legt het later wel uit, eerst moeten we zorgen dat ze niet meer zo bevroren is.' Zegt Callum en hij stapt de auto uit. Callum tilt mij weer de auto uit en brengt mij naar binnen. In plaats mij op de bank te zetten waar Elijah en Lerayz zitten brengt Callum mij naar boven naar mijn kamer.

Kian gooit één voor één een aantal warme dekens over mij heen. Dylan sluit het raam en Mac pakt een handdoek om mijn armen, gezicht en haar af te kunnen drogen. 'Je bent echt helemaal nat en koud, wil jij je misschien even omkleden?' Vraagt Callum. Ik knik. Na vijf minuten probeer ik weer echt te bewegen en dat gaat al makkelijker dan zonet.

Ik kleed mij snel om wanneer de jongens buiten wachten en ik ga daarna bij het raam staan. Mac opent de kamer weer. 'Reve, waarom doe je nou weer zo moeilijk? Blijf in bed liggen anders warm je nooit op.' Zegt hij en hij pakt mijn pols. Ik knik. 'Is goed.' Zeg ik op een schoren stem en ik stap mijn bed weer in.

'Kan je ons misschien al vertellen waar je was en waarom?' Vraagt Kian. Ik knik. 'Ik vond haar bij in het bos onder een grote laag sneeuw.' Zegt Callum. Ik knik weer. 'Ik lag daar al een hele tijd. Wel langer dan twaalf uur.' Zeg ik. Dylan zet zijn hand op mijn voorhoofd. 'Je bent ziek.' Zegt Dylan.

Callum knikt. 'Ik heb haar volgens mij echt nog net op tijd kunnen vinden. Ze kon zich niet bewegen en ook al niet praten. Ze hield haar ogen nog amper open.' Zegt Callum. Ik kijk Callum aan. 'Je zij ook al dat ik gestoord ben.' Zeg ik nog steeds schoor. Ik sluit mijn ogen weer en ik voel dat ik al wat ontdooi. 'Elijah wilde niet eens kijken of het wel goed met mij gaat.' Zeg ik verdrietig.

'Elijah.' Zegt Mac. 'Heeft het daarmee te maken?' Vraagt Dylan. Ik knik en open mijn ogen weer. 'Hij keek nog geen eens op toen ik weer thuis kwam en volgens mij heeft hij ook niet eens naar mij gevraagd in de tijd dat ik in de sneeuw lag.' Zeg ik. De jongens die bij mij zitten geven hier geen antwoord op. Ik zucht. 'Zie je wel, ik heb gelijk of niet soms?' De jongens knikken.

'Elijah is vast al mijn ex vriendje of niet?' Vraag ik. Direct schudden de jongens hun hoofd. 'Reve, jullie moeten gewoon even praten maAr dat komt later. Probeer eerst maar gewoon wat te slapen want je bent ziek.' Zegt Kian. 'Ik ga morgen al helemaal niet naar school toe met dit gevoel.' Zeg ik. De jongens knikken. 'Dat snappen we wel. We zeggen de docent dat je ziek bent en we nog niet weten wanneer je weer op school bent.' Zegt Dylan.

Ik knik. 'Bedankt. Maar is het nu goed als ik even ga slapen?' Vraag ik. De jongens knikken en staan op. 'Ik kom zo nog terug.' Zegt Mac en hij sluit de deur wanneer alle vier de jongens mijn nieuwe kamer uit lopen. Ik sluit mijn ogen en probeer in slaap te komen.

-----------------------------------

Hey iedereen,

Reve is gevonden maar tussen Reve en Elijah gaat niet alles goed.....

-YinYangLaraa 


HAPPY NEW YEAR !!!!!!!!!!!!!!!


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top