Verhalen en het nieuws
Kieran:
Een paar uur eerder
Ik zit in een kroeg in het dorp. Het is druk en de geur van bier en zweet vult de ruimte. Anders dan andere avonden zijn er nu ook kinderen aanwezig. Allemaal zitten ze vooraan bij het vuur, te luisteren naar het verhaal van de verhalenverteller. Dit is een traditie die deze streek al meer dan 400 jaar heeft. Elke maand komt de verhalen verteller naar één van de dorpen in de regio. Vanavond zit de oude man hier. Hij heeft een grote witte baard, knokige handen en pretlichtjes in zijn. De verhalen hebben me altijd al geamuseerd. Het is één van de weinige menselijke dingen die ik heb vastgehouden. Ik zit aan een tafeltje in de schaduw bij de muur. Een mens zou maar flarden van het verhaal opvangen, maar ik hoor alles luid en duidelijk: 'Dit is het verhaal heet Belle en de bloedzuiger. Een paar kinderen lachen. 'Het klinkt misschien grappig, maar het is waargebeurd.' Zegt de verhalen verteller bloedserieus. De kinderen kijken hem met grote ogen aan en ik moet grinniken, deze man had echt acteertalent. 'Zal ik verder gaan?' de kinderen knikken heftig. 'Er was eens een jonge vrouw, met de naam Belle. Ze woonde in een dorpje aan de rand van het bos. Op een prachtige zomerdag was ze bramen plukken in het bos. Ze huppelde van struik naar struik, tot ze ineens iets zag, in haar ooghoek. Ze draaide zich om. Daar! verborgen in de schaduwen, stond een jonge man, prachtig als de nacht.' Een paar meisjes giechelen, terwijl de verteller gebaren maakt met zijn handen. "Wie is daar?" vroeg de jonge vrouw. Ze zette een stapje dichterbij, nieuwsgierig wie de knappe jongen was. De jongen keek haar aan, ze knipperde, en weg was hij. Ze draaide zich nog om, zoekend naar jongen, maar ze kon hem niet meer vinden. Opgewonden liep ze naar huis. De volgende dag ging ze weer naar het bos. Hij stond weer in de schaduwen. Dit keer zei ze niets, bang dat hij weer zou verdwijnen. Zo ging het voor dagen, ze staarden elkaar aan, maar zeiden niets. Tot ze op een dag vroeg: 'Wat is je naam?' 'Dracula.' Klinkt zijn diepe stem. De kinderen snakken naar adem. 'Hij is een vampier!' roept een meisje bang. 'Je moet niet naar hem luisteren Belle!' De verteller lacht: 'Belle, vond het juist een prachtige naam, "ik ben Belle," zei ze dan ook. Zo ging het nog maanden door, en Belle werd verliefd op de knappe Dracula. Dracula deed alsof hij ook verliefd was op haar. Belle wist alleen niet dat hij een vampier was en dat hij haar stiekem wilde OPETEN!' Het laatste word schreeuwt hij en de kinderen gillen om daarna in lachen uit te barsten. 'Maar waarom at hij haar niet gelijk op dan?' vraagt een jongetje. 'Omdat Dracula houd van spelletjes. Hij speelt met zijn eten, net als een kat met een muis speelt. Hij liet haar helemaal verliefd worden op hem. En toen op een avond, toen ze naar het bos kwam, liet hij haar zijn hoektanden zien! Belle schrok en deinsde achteruit. Dracula stapte op haar af en.... HAP.' De kinderen joelen. 'En hij leefde nog lang en gelukkig.' De kinderen klappen.
Dit was natuurlijk een kinderverhaaltje, bedoeld om ze te waarschuwen voor de gevaren in de buitenwereld. Maar toch moest ik moeite doen om mijn glas niet te verpulveren. Iets in het verhaal heeft me namelijk geraakt. Dat stuk over spelletjes, dat lijkt wel heel erg op wat ik aan het doen ben met Mira. Al is zij natuurlijk niet verliefd om me. Een sterveling verliefd op een monster, onmogelijk. Er gaat een steek door mijn hart. En ik schrik. Waarom raakt dit me? Ik zuig haar vroeg of laat toch wel leeg. Het is niet dat ik wil dat ze verliefd op me word. Ik doe mijn uiterste best om achter die laatste zin geen vraagteken te zetten. Wat gebeurt er met me? Dit is gevaarlijk. Dit moet stoppen. Ik moet een einde maken aan het leven van Mi- de sterveling. Gewoon een sterveling, een miezerig mens, niks meer. Geen naam, geen gevoel, geen licht, geen leven.
Ik loop naar haar huis en blijf voor de voordeur staan. Ik kijk om me heen, op zoek naar een sleutel. Ik heb al gehoord dat er niemand in dit huis aanwezig is. Supersonische zintuigen zijn erg handig als je gaat inbreken. Ik kijk eerst onder de mat, maar daar ligt niks. Dan valt mijn oog op een richeltje, net hoog genoeg om er net bij te kunnen. Ik voel met mijn hand en ja hoor mijn koude vingers sluiten zich om de koude sleutel. Ik doe de deur open en loop het smalle gangetje in. Een keurige rij schoenen staan onder een kapstok, vol met jassen. Een klein kastje staat ernaast, met een foto van Gert en Anna. Mijn oog valt op een mintgroene jas die de maat van Mira zou kunnen zijn. Ik pak de jas van de kapstok en gelijk ruik ik de heerlijke, nee, overduidelijke, geur van Mira. Ik steek mijn hand in mijn jaszak en haal er een briefje uit. Ik stop die in haar jaszak en grijns, wat zou ze schrikken als ze beseft dat ik in haar huis ben geweest. Het spel gaat weer verder en ik begin er weer plezier in te krijgen. Ik zorg dat ik er weer plezier in begin te krijgen. Grijnzend verlaat ik het huis en doe de deur weer keurig op slot.
Eenmaal weer terug in het kasteel heb ik mezelf ervan overtuigd dat het nu bijna klaar gaat zijn, nog even en kan doen alsof er niks gebeurt is. Mooi, opgeruimd staat netjes. Fluitend loop ik door de gangen. Er is niemand, vandaag heb ik het kasteel helemaal voor mezelf, nou ja, behalve een paar gasten op de noordvleugel, maar die slapen toch. Ik open mijn telefoon en open het "Nieuws". Ons nieuws. Ik lees de intro van een stuk met de titel: Teveel vampiers in het leger. "Uit onderzoek blijkt dat veel nieuwe vampiers het leger in gaan, omdat dat een makkelijke manier is om aan bloed te komen. Het valt teveel op omdat nieuwe vampiers nog niet gewend zijn aan hun versterkte zintuigen en vaak nog niks weten over de andere dingen die wij vampiers hebben, zoals het gif." Als je het zo opschrijft lijkt het bijna alsof we mensen zijn. Tegenwoordig gedragen de 30 á 40 jaar oude vampiers zich ook zo. Ze verzetten zich tegen het monster in hun. Deze nieuwe beweging heeft nu blijkbaar ook het nieuws overgenomen. Ik zucht en leg mijn telefoon weg. Ik ga lekker verder met mensjes pesten. Het is tijd om weer mijn mensje te pesten. Mijn mensje in de zin van mijn slachtoffer. Het is tijd voor the final plan. Een leuk plan om mijn slachtoffer te vermoorden. Hoe opwindend!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top