Koosnaampjes
Mira:
De briefjes van Kieran heb ik niet meer, maar de teksten weet ik nog wel. Ik schrijf ze op en prik ze allemaal op het prikbord.
Ik dacht dat je wel honger zou hebben
K
Hoe was je eerste nacht? Als je dit vindt en nog leeft, gefeliciteerd.
1-0 voor de muis, de kat zal terugslaan.....
K
Hoe was je eerste nacht? Als je dit vindt en nog leeft, gefeliciteerd. Je bent verder gekomen dan ik dacht. Daarom heb ik je niet alleen een heerlijke croissant geschonken, maar heb er ook een drankje in gedaan. Geniet ervan.
1-0 voor de muis, de kat zal terugslaan......
K
Je smaakt lekker
K
De woorden zijn in mijn geheugen gegrift. Ik prik ze allemaal rondom mijn doel. Ik doe een stap terug en denk na. Dat stuk uit de krant, over die wandelaars en wolven, ja die wil ik ook hebben. Gewoon om te kijken of het logisch is, of het kan dat Kieran er iets mee te maken heeft.... Dusss, wat is je plan? Vraag ik aan mezelf. Geld verdienen en wegwezen. Nee, dat is niet waar. Geld verdienen, Kieran doden en dan wegwezen. Een groot deel van me is voor het eerste plan. Fuck Kieran, wat maakt het uit dat hij mensen vermoord? Zolang ik het maar niet ben.
Maar het andere deel in mij weet dat ik niet weg kan lopen, iets in mij kickt op gevaar en ergens in mij zit ridderlijkheid. Noem het dapper, noem het dom. Maar ik kan deze gevaarlijke vampier moordenaar niet zijn gang laten gaan. Dat is de reden dat ik alles op het prikbord prik, dat is de reden waarom ik nog niet weg kan rennen. Ik zucht diep, waar ben ik aan begonnen?
Ik wil net weer op mijn bed ploffen als ik voetstappen hoor. Snel pak ik het prikbord en schuif ik het onder mijn bed. Iemand klopt op de deur. 'Binnen.' Ik plak een glimlacht op mijn gezicht. Anna komt binnen, ze heeft een nerveuze uitdrukking op haar gezicht. Ik frons mijn wenkbrauwen: 'Is er iets Anna?' vraag ik op mijn hoede. Anna friemelt met haar handen, terwijl ze naar haar schoenen staart. Nu beginnen echt alle alarmbellen te rinkelen. Ik sta op van het bed 'Anna, wat is er?' Ik loop naar haar toe en wil haar arm pakken. Ze trekt haar arm weg en kijkt me dan aan. Ik deins achteruit. Doodsangst staat in haar ogen. 'Je.... wwworww...' 'Wat Anna?' Anna haalt een keer diep adem. 'Je.. je word achternagezeten meisje....' Anna haalt haar neus op. 'Maar je bent nog zo jong.' Anna begint nu pas echt te snotteren. De tranen lopen over haar wangen. Ik sta daar beduusd. Hoe weet ze dat ik achternagezeten word? Wat weet ze van Kieran? Duizenden vragen spoken door mijn hoofd. Ik focus me weer op Anna. Ik begeleid haar naar het bed en ze laat zich zakken. Ik pak een pak tissues en geef er één aan haar. Ze snuit luid haar neus. 'Wat bedoel je Anna?' zeg ik met een bezorgde zachte stem. Haar hand gaat trillend naar haar broekzak. Ze haalt er een verfrommeld papiertje uit.
Lag je lekker sweetheart? Zo toevallig dat je net voor die boerderij neerviel, toch?
Het spel gaat lekker door...1-1
'k proef je later weer Doornroosje.
Donder, deze man houd van koosnaampjes. Dat is het eerste wat in me opkomt. Dan komt de rest.
Ik word zo wit als sneeuw. Anna zit me met angstige ogen aan te kijken. 'Het is één van die duivels heh?' Zegt ze met trillende stem. 'Wie? wat?.' Haar ogen krijgen een duistere gloed. 'Ze denken dat ze alles zijn, dat ze hier alles kunnen maken, want hier, in dit kleine dorpje, is niemand die ze ziet. We liggen zo ver van de mensheid vandaan, de grote steden nemen ons niet serieus. Kortom, ze kunnen hier gewoon hun gang gaan. Twee vermiste wandelaars? Ha! Dat was gewoon één van die bloedzuigende monsters. De gemeente doet nog zo zijn best om de wolven de schuld te geven, maar wij weten wel beter. Zolang de burgemeester niets toegeeft, gaan ze gewoon vrolijk door. Gert heeft er één gezien. Verschrikkelijk was dat, ik heb hem nog nooit zo bang gezien. En nu....nu zit er één van die duivels achter jou aan!' Ze begint weer te janken maar ik ben gefocust om één ding. Iets wat mijn hart slagen laat overslaan: 'Meer, zijn het er meer?!' O, meisje het zijn er honderden.....'
Ik help Anna kalmeren, ik focus me daarop. Als ik haar naar beneden heb gebracht en thee voor haar heb gezet sta ik het mezelf eindelijk toe om de informatie binnen te laten komen. Het zijn er honderden.... Honderden. Ik ben dood. Jep, dit was het dan. Ik ga dood.
Kieran is niet de enige, misschien zitten er nog wel meer van deze monsters achter me aan. Ik ben ziek van deze spelletjes. Waarom had hij me niet gewoon gelijk vermoord? Waarom moest hij me zo nodig achternagaan? Ik ben gefrustreerd, en boos. Boos op weet ik veel wie. Kieran, mezelf. Waarom heb ik nou weer zijn aandacht getrokken? Ik uit een kreetje van frustratie.
Ik wilde gewoon dromen. Dromen van prinsen, jurken bossen, pijl en bogen, dolken weet ik veel, gewoon alles wat je in die Romantasy's boeken leest. Oké misschien is het ook wel gewoon triest, kinderachtig. Maar mijn brein heeft dat soms gewoon even nodig. Gewoon even verdwijnen in alle boeken die ik heb gelezen op een prachtige plek, een middeleeuws kasteel. Maar in plaats daarvan zit ik vast in mijn eigen nachtmerrie. Fantastisch.
Ik frons mijn wenkbrauwen. Misschien moet ik me gewoon laten vermoorden. Game over. Prima, zijn we ook van dat gezeik af.
Maar ik weet dat ik dat niet kan, ik kan niet opgeven, ik wil niet opgeven. Ik moet mezelf eraan herinneren dat ik me moet verzetten. Deze monsters hebben mensen, kinderen, vermoord. En ja, ik heb nou eenmaal een vampiers aandacht getrokken. Ik kan dat tegen hem gebruiken. Ik kan hem in de val lokken, samen met zijn vriendjes. Ik let niet op hoe onwaarschijnlijk dat is. Ik let niet op mijn doodsangst. Ik let niet op het gevaar. Ik moet dit stoppen whatever it takes.
Een plan vormt zich in mijn hoofd. Maar ik heb eerst meer informatie nodig. Van Anna en Gert om precies te zijn. Ik ren bijna de trap af, mezelf eraan herinnerend dat ik voorzichtig moet zijn met Anna. Ik kalmeer mezelf en doe de gangdeur open. Anna zit nog steeds op de bank en Gert is niet thuis. Ik kom behoedzaam dichterbij. Anna geeft me een waterig glimlachje. Ik glimlach aarzelend terug en ga dan naast haar op de bank zitten. Ik zucht diep: 'Anna...ik weet dat dit moeilijk is, maar ik heb informatie nodig, asjeblieft.' Anna kijk me niet aan, haar gezicht op blanco. Dan zucht ook zij: 'ik weet het, stel..' nog een zucht. 'Stel je vragen maar.' Gretig doe ik mijn mond open, maar ik herinner mezelf eraan om niet te hard van stapel ta gaan. 'Weet je wie Kieran Basarab is?' Er gaat een flits van herkenning door haar ogen. 'Dat is de eigenaar van kasteel Bran. Is hij een bloedzuiger? Ik dacht persoonlijk altijd al dat daar bloedzuigers zaten, met dat vampier achtige thema enz., maar heb het nooit kunnen bewijzen.' Ik knik. 'Weet je met hoeveel ze precies zijn?' 'Nou, ik weet dat het er veel zijn, maar niet precies hoeveel, het lijkt wel op een soort community.' Ik zuig de informatie op. 'Vermoorden ze veel mensen? Ik zag het artikel in de krant.' Pijn weerspiegelt in haar ogen. 'Het is beangstigend. De gemeente blijft maar zeggen dat het door wolven komt, maar ik weet beter, vaak, vaak ben ik bang dat ze voor Nienke komen.' Nienke is de dochter van Gert en Anna, ze is ondertussen al 23 en woont niet meer thuis. 'Er zijn dit jaar al meer dan 30 wandelaars vermist geraakt, nooit meer teruggevonden. Ik ben bang, dat als ik een keer thuis kom, ik hoor dat Nienke weg is, ook al woont ze niet meer hier.' Anna houd haar handen voor haar ogen, terwijl ze zachtjes huilt. Ik hou me stil, mijn eigen gedachten overdenkend. Ineens kijkt Anna op haar ogen groot. 'Je moet weg Mira.' Ze grijpt mijn schouders vast en schud me door elkaar. Verschrikt deins ik achteruit. 'Hij komt achter je aan, ga, vlucht, VLUCHT NU HET NOG KAN!' Anna schud me hysterisch nog heviger door elkaar. Ze kijkt verwilderd om zicht heen. 'Anna. ANNA. STOP.' Ze trekt aan mijn haar en mijn stem breekt. 'Anna, asjeblieft...' Haar pupillen zijn vergroot. Ze trekt aan mijn haar en smijt me op de bankt terwijl ze steeds dezelfde zin zegt: 'VLUCHT, MIRA, VLUCHT.' Haar handen pakken nu mijn keel vast en ik krijg geen lucht meer. Ik klauw naar vingers, maar haar greep is te sterk. 'Anna asjeblieft.' Smeek ik verzwakt. Met grote bange ogen kijk ik haar aan. De tranen stromen over mijn wangen. 'VEERLE, VLUCHT!, HIJ MAG JE NIET TE PAKKEN KRIJGEN!' Verwarring schiet door mijn hoofd. Veerle? Een traan van Anna kletst op mijn wang waardoor ik me weer op haar focus. Ik krijg het licht in mijn hoofd terwijl ik nog steeds verwoed naar de vingers van Anna trek. Zwarte randen verschijnen aan de zijkanten van mijn blikveld. Ik voel dat ik wegval. Ik smeek nog één keer met mijn laatste krachten: 'Anna, asjeblieft, ik ben het Mi-......
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top