Chaos
Kieran, Kitt, Mira
Kieran:
Ik heb al dagen niks van me laten horen. Geen briefjes, geen bloed. Ik verzin smoesjes voor mezelf. Te druk met het hotel, geen zin. Alec merkt het. Hij noemt me een lafaard. Hij zegt dat ik bang ben geworden. Bang voor een sterfelijk meisje. Pff, dat nooit, zeg ik dan. Maar we weten allebei dat dat een leugen is. Het is waar. Ik ben bang geworden. Bang voor het gevoel van verloren controle. Bang om me weer niet in te kunnen houden. Sinds het incident ben ik vaak op mijn kamer. Ik doe niks meer, niet wetend wat ik moet doen met het gevoel dat zíj heeft achtergelaten. De verwarring, de rare gedachtes, de lust, het is alsof ik haar nódig heb. Haar bloed natuurlijk. Toch? Heel soms betrap ik mezelf erop dat ik aan haar denk. Aan de glimlach die ze had toen ze het kasteel in liep. Zo vol licht. Zoveel vreugde. Zo puur. Alsof het mijn hele donkere wereld kan verlichten. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik weet niet waar ik heen moet gaan. Mijn wereld is omver geblazen. En allemaal door haar.
Kitt:
Ik betrap mezelf erop dat ik weer de Zonnehutte inloop. Al de vierde keer deze week. Ik stap het restaurantje binnen. Ik spot Mira achter de bar. Een glimlach breekt door op mijn gezicht. Ik ga zitten bij het raam en doe mijn jas uit. Mira komt al snel. 'Wat mag het zijn méneer.' Zegt ze met een vrolijke, speelse glinstering in haar ogen. 'Een kop warme chocolade melk, Lády.' Zeg ik met veel nadruk. We lachen allebei. Ze loopt weg. Ik grinnik. Mira laat me altijd lachen. In de week dat ik haar ken ben ik al een stuk vrolijker. Het is goed om weer te lachen, na zolang alleen te zijn, met gedachtes vervuld van wroeging. Ik merk dat mijn gedachtes ook nu weer de duistere kant op gaan, maar gelukkig komt Mira dan met de chocolade melk. Ze gaat tegenover me zitten en ik zeg: 'Nou, nog gespreksonderwerp suggesties?' 'Kun je er echt geen zelf bedenken.' Is haar antwoord. 'Oké favoriete kleur?' Ze denkt even na en zegt dan 'Grijs.' Ik frons even, maar dan begrijp ik het. Ik kijk haar aan, wetend wat zij ziet. Ik heb namelijk erg grijze ogen, mensen vallen dat altijd op. Een gevoel van warmte vult mijn borst als ik kijk naar haar prachtige groene ogen. 'Jij?' vraagt ze, het is bijna een fluistering. 'Groen.' We kijken elkaar aan, zeggen zoveel woorden die niemand hoort. Dan vraagt ze naar hoe ik hier ben beland. Het gevoel is weg, pijn blijft over. Ik denk terug aan die nacht, zo lang geleden. Mijn broer die mijn moeder vermoord, recht voor mijn ogen. Ik denk aan het vastzitten, met alleen mijn eigen gedachtes. Toen ik eindelijk vrij kwam was mijn enige doel mijn broer vermoorden. Dat is dan ook mijn antwoord: 'Mijn broer.' Dan vertelt ze over hoe zij hier is gekomen. En mijn hart stopt. Zij, van alle mensen, is in aanraking gekomen met Kieran. De persoon die ik het meeste haat. Het lijkt alsof ze niet weet dat hij een vampier is, wat ik als positief beschouw. Toch vraag ik voorzichtig: 'Weet je nog wat meer over Kieran?' Ze lijkt te schrikken van mijn woorden. De angst slaat me om het hart. Ze weet het. 'Uh, weet ik veel, wat moet ik nog weten dan?' Vraagt ze, maar haar ogen vertellen me de waarheid. Ik ben nu heel dichtbij een paniek aanval. Maar ik houd mijn gezicht kalm. Ze weet het. Hij heeft het haar vertelt. En dat betekent dat hij op jacht is. En hij zal niet stoppen tot ze dood is. Tot hij verveeld raakt van zijn spelletje. Ze zal dit dorp nooit levend verlaten. Kieran zal zijn geheim nooit de wereld in laten gaan. Ze is niet veilig. Ze moet weg. En hij, hij moet dood.
Mira:
Kitt liep zomaar weg. En ik heb een vermoeden waarom Een vermoeden die ik niet wil toegeven. Maar sinds het gesprek van Kieran is hij nog geen één keer teruggekomen. En ik maak me zorgen. Ik denk namelijk dat Kitt weet dat Kieran een vampier is. En hij weet dat Kieran mij achterna zit. Ik weet niet of hij nu wegrent van mij, of dat hij me wil beschermen door misschien niet in mijn buurt te zijn? Ik zoek verwoed naar positieve redenen waarom hij ineens wegliep. Ik zal het moeten vragen, vragen waarom hij wegliep, vragen hoe hij het weet. Maar ik doe het niet, bang....bang dat hij het deed om mij, niet Kieran, niet om vampiers.
De vampier is eindelijk stil. Dus houd ik mijn mond. Bang dat hij terugkomt als ik het vertel. Maar mijn angst word toch werkelijkheid als ik weer een briefje vind. Het ziet er naar uit dat mijn nachtmerrie vrolijk verder gaat.
Kom naar het bos, met volle maan om 12 uur s'nachts'
Kom je niet...... je weet wat er dan gebeurt, sweetheart.
K
Het briefje zat in mijn jaszak. Die aan de kapstok hing. Binnen. Ik ga dood, nu echt. Dit is zijn eindspel. Hij wil weten hoe ik reageer. Hij wil weten of ik echt ga proberen om hem te vermoorden. Het spel is nu echt begonnen. Dus zit ik nu op mijn kamer, achter mijn bureau. Ik zoek op een oude laptop van Anna alle informatie die ik kan vinden over vampiers op. Oude mythes, legendes, verhalen, Dracula, volksverhalen alles wat me kan helpen om een vampier te verslaan. Mijn prikbord begint al erg vol te raken, geen zonlicht, koude huid, demonen, bloeddorst, staak door het hart, knoflook, verbranden. Alles komt voorbij. Ik zit net helemaal in mijn onderzoek, drie dagen nadat Kitt zomaar wegliep, als ik Anna hoor roepen: 'Mira, er is iemand voor je!' Ik frons mijn wenkbrauwen. Wie kan dat zijn? Op mijn hoede loop ik de trap af. Anna komt net naar boven met een wasmand. 'Hij staat voor de deur, en hij mag er zijn.' Ze heeft een geamuseerde toon en ze geeft me een knipoog. Ik loop snel langs haar heen en loop naar de deur. Ik doe de klink naar beneden en Kitt staat voor me. Zijn ogen staan verwilderd. Hij laat zijn ogen over mijn lichaam glijden, duidelijk op zoek naar iets, het lijkt wel of hij zoekt naar verwondingen. Hij ontspant als hij ziet dat dat niet het geval is. Toch word mijn bezorgdheid alleen maar groter. 'Kitt, wat is er?' Zijn ogen flitsen terug naar die van mij. 'Sorry dat ik zo plotseling binnenval, maar we moeten praten.' Zijn gezichtsuitdrukking is bloedserieus. 'Mag ik binnenkomen?' 'Ja, ja natuurlijk, eh, kom maar naar boven daar kunnen we rustig praten.' Kitt stapt naar binnen en Ik loods hem naar boven. Ik ga zitten op mijn bureaustoel en hij ploft neer op het bed. Ik kijk nerveus om me heen. Er valt een ongemakkelijke stilte. Dan zucht hij diep. 'Mira, er is iets wat je moet weten. Kieran, Kieran is een vampier.' Hij zegt het in één adem. 'Ik wist dat al.' Zeg ik prompt. Verbazing schiet over Kierans gezicht. 'Hij zit achter me aan.' Ik geef hem het briefje. Aanvaardend dat Kitt nu toch alles gaat weten. En op één of andere manier, voelt het alsof er een last van mijn schouders valt. Ik wil hem niet betrekken bij mijn zelfmoord missie. Kieran vermoorden is mijn taak, niet het zijne. Kitts ogen vliegen over de regels. 'O, dit is slecht, dit is heel slecht.' Hij haalt zijn handen door zijn haar. Gelukkig weet hij niet dat ik het nog veel slechter voor mezelf ga maken. Dan valt zijn oog op het prikbord dat nog steeds open en bloot op het bureau ligt. Ik sta snel op, en probeer het te bedekken, maar Kitt is me voor. Hij grist het prikbord van het bureau. 'Wat is dit?' Zijn ogen gaan naar het midden van het prikbord waar nog steeds "Het Doel" hangt. 'Je wil Kieran vermoorden?!' 'En wat dan nog?' snauw ik. Ik gris het prikbord uit zijn handen en dump het onder mijn bed. 'Hij is een vampier! Die kun jij niet vermoorden!' roept hij tegen mijn rug. 'Hoezo kan ík hem niet vermoorden? Kun jij het wel dan?' Hij klapt zijn mond dicht. Ik doe een stap naar hem toe. 'Jij wil hem vermoorden, of niet soms?
~~
Hey, ben ik weer,
ik schrijf nog niet zo heel lang, dus ik heb een vraag voor jullie. Ik wil jullie al best wat informatie geven over de backstorie van sommige personages, maar ik ben bang dat ik dan info ga dumpen. Dus ben ik benieuwd, voelt het in dit verhaal aan als info dumping?' Zo ja, misschien kunnen jullie mij tips geven? :) Laat ook gerust even weten wat jullie van het verhaal zelf vinden!
Carlijn
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top