hoofdstuk 7
Voor de eerste keer kon ik de dagen aftellen. Aftellen tot 'de hel die de gymles heette' weer begon. Ik ben nooit enthousiast geweest over sport. Al sinds de basisschool had ik een hekel aan gym. Ik heb wel een tijdje paardgereden, maar daar was ik al snel mee gestopt. Tijdens het draven, was ik keihard gevallen. Zes weken lang lag ik met een gebroken been op bed. Sindsdien ben ik bang voor paarden. Het zijn nog steeds mooie dieren, maar dichtbij durf ik niet te komen. Toen had ik besloten om te stoppen. Daarna heb ik nooit meer iets anders gedaan.
Ik was erg zenuwachtig voor de eerste gymles. Het stomme is dat het verplicht is en je ervoor kunt zakken. Ik wilde dat ik de moed had om handtekeningen te verzamelen, maar ik was te bang dat niemand wilde tekenen. Er zijn genoeg argumenten om gym verplicht te houden. Ik wil graag filmproducent worden. Waarvoor is het dan nodig dat je ver kan springen of lang kan rennen. Voor niets, toch? Met lood in mijn schoenen stapte ik de kleedkamer binnen. Iedereen was helemaal enthousiast. Ik deed erg lang over het omkleden. Tegelijkertijd bedacht ik hoe fijn het zou zijn als gym een keuzevak zou worden. Nooit meer een bal tegen mijn hoofd of een hockeystick op mijn voet. Bovendien vond ik dat ik dat uur beter kon besteden. Aan huiswerk bijvoorbeeld. Dan hoefde ik minder thuis te doen. Ik kwam als één van de laatste de gymzaal binnen. De pesters waren er nog niet. Ik zocht een plekje achteraf. Die meiden zaten constant over me te roddelen. Die moeders hadden hun kinderen gewoon niet opgevoed. Ik vond dat niemand over elkaar moet roddelen. De rotjongens kwamen met z'n vijven binnen. Tyler ging naast me zitten. Toen hij me zag, schoof hij gelijk een halve meter op. Alsof ik een besmettelijke ziekte had. We begonnen gelijk goed met zaalvoetbal. Twee klasgenoten mochten teamleden kiezen. Zoals altijd werd ik niet gekozen. Ik was het gewend, maar voelde me wel heel rot. Ze konden me op z'n minst toch een kans geven? Meneer Klaver zette me bij de jongens. Niet echt een slimme keuze. Ik was nog beter af geweest in Quinty's team. De jongens zetten me gelijk in het doel. 'Ga jij maar in het doel staan.' zei Jack. 'Dan hoef je alleen maar ballen tegen te houden.' Hij bracht het zo alsof hij een last van mijn schouders haalde. In feite was dat niet zo. Ik werd altijd keeper omdat ze mij er niet bij konden hebben. De hele wedstrijd stond ik voor een matje dat dienst deed als doel. Wij wonnen. Iedereen deelde schouderklopjes uit. Ik werd weer overgeslagen. Alsof ik niks had gedaan. Gelukkig was ik een week lang van gym af.
Bij Engels hadden we een toets. Gelijk kregen we de cijfers. Ik had een negen. De leraar las altijd alle cijfers op. Ik heb dat nooit fijn gevonden. Mijn cijfers waren altijd een aanleiding tot een dag waarop ik het nerd-etiket opgeplakt kreeg. Dat was op die rotdag weer zo. De leraar noemde mijn cijfer als laatste. 'Lise, een negen.' zei de leraar. 'Nerd', riep Rick door de klas. Iedereen begon te lachen. Vanbinnen kookte ik. Ik ging toch ook niet door de klas schreeuwen als iemand een onvoldoende had. Daarna had ik geen zin meer in school. Ik wilde de wereld intrekken zonder dat iemand mij tegen probeert te houden. Die rotjochies halen zelf geen goede cijfers. Wel zat er een acht en een half bij voor Ben. De rest had allemaal een zeven of lager. Sommige kinderen vroegen naar mijn geheim. Ik zei altijd: 'Ik kijk gewoon veel films, daar leer je Engels van. ' Maar niemand wilde luisteren. Ik stond machteloos tegenover de trends, musthaves en de jongeren die dat volgden. Het werd weer een rotdag. Onder begeleiding van de troostende stem van John Lennon fietste ik naar huis. Toen ik de deur opendeed, zag ik dat er niemand thuis was. Pap moest vast overwerken en moeder had een briefje achtergelaten. Daarin stond dat ze naar met een vriendin naar de stad was en laat terugkwam. Pap zou rond acht uur thuis zijn. Bij het briefje lag geld om eten te halen. Ik hield ervan om alleen thuis te zijn. Zo kon ik lekker film kijken. Nadat ik mijn huiswerk had gemaakt, zette ik Beauty And The Beast aan. Ik vond het een heerlijke film om naar te kijken. Vooral omdat de herkenning zo groot is. Belle werd ook niet geaccepteerd door haar dorpsgenoten omdat ze andere hobby's had dan de rest. Zo kon ik steun in deze film vinden. De DVD was makkelijk te vinden. Mam had de kast opgeruimd. Op het briefje stond niks over snacks eten, dus ik pakte een zak chips. Ik wist dat het niet mocht, maar ik had trek.
Helaas kon ik niet alleen op die zak chips leven. Ik moest patat of pizza halen. Het was al donker. Ik zag er tegenop om in mijn eentje door het donker te gaan. Mijn pester konden zo weer bij de winkel rondhangen. Ik was te bang om ze tegen te komen. Thuis was er niemand die ik kon bellen voor hulp. Ik bestelde toen maar een pizza. Zo kon ik ook film blijven kijken. Ik was al met Jungle Book bezig. De hele avond heb ik Disney-remakes gekeken.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top