Hoofdstuk 8



Mijn telefoon rinkelt in mijn tas. Ik gris hem eruit en kijk naar het oplichtende schermpje. "Daniel belt" staat er in dikgedrukte letters. Ik druk het groene hoorntje in en houdt de telefoon naast mijn oor. Mijn vader is ondertussen vertrokken naar zijn stoel in de woonkamer en mijn moeder is begonnen met het voorbereiden van het avondeten. Ik leun tegen de tafel aan en hoor de vrolijke stem van Daniel door de telefoon.
'Hé, Julia. Hoe is ie?'
Een glimlach verschijnt op mijn gezicht. 'Hoi, met mij gaat het goed. Met jou?'
Zonder mijn vraag te beantwoorden gaat hij door. 'Zeg eens, Julia. Heb je zin om af te spreken? In het bos bij dat meertje waar we altijd zwommen?' Mijn mondhoek kruipt een stukje omlaag en ik kijk schuin naar mijn moeder. Ik knik. 'Hallo?' vraagt Daniel.
Ik besef dat hij mijn geknik niet heeft kunnen zien en dus zeg ik: 'Ja, is goed. Hoe laat?'
'Nu meteen?'
'Is goed, ik kom er direct aan.' En ik hang mijn telefoon op. Mijn moeder kijkt op van de pan op het vuur.
'Wat ga je doen?' vraagt ze. Ik haal mijn schouders op.
'Naar Lisa,' antwoord ik en ik wil net mijn tas pakken als mijn moeder nog een vraag stelt.
'Wie is dat?'
Ik zucht. 'Een vriendin van me,' lieg ik en daarmee verlaat ik de keuken. Mijn moeder roept nog iets, maar dat versta ik niet meer.
Ik pak mijn fiets en spring erop. Snel fiets ik richting het bos waar Daniel en ik hebben afgesproken. Onderweg moet ik stoppen voor een paar stoplichten, of een bejaarde vrouw die oversteekt. Daniel steekt zijn arm in de lucht als hij me al aan heeft zien komen. Ik duw mijn remmen in en spring van mijn fiets. 'Daar ben je,' grijnst Daniel. Ik glimlach en zet mijn fiets op slot. De sleutel laat ik in mijn tas glijden en samen met Daniel loop ik naar het meertje.
We nemen plaats op een boomstam. 'Daniel, ik moet je iets vertellen,' zeg ik voorzichtig. Daniel kijkt naar me op. Ik zucht. 'Je weet dat ene boek, toch? Die ik had toen ik bij Lisa stond bij het meisjestoilet laatst?' Daniel lijkt even na te denken en knikt dan. 'Nou, dat boek heeft een bepaald iets.'
'Hoe bedoel je?' Daniel kijkt verbaasd uit zijn ogen.
'Ken je Pokémon?'
'Die serie met die wezens als Charmander en Lugia? Met die zes regio's en verschillende badges die die mensen moeten verdienen om een Pokémonmeester te worden? Waar ook spellen van zijn uitgebracht?' Daniel ademt even in en uit. 'Denk het wel. Hoezo?'
'Nou, dit boek,' ik haal het boek uit mijn tas, 'heeft daarmee te maken. Steeds als ik het open sla kom ik terecht in de Pokémonwereld.' Daniel kijkt bewonderend naar het boek. Ik houd het boek dicht tegen me aan en niet veel later komt er een jongen tussen de bomen tevoorschijn. Ik kijk naar hem omhoog en hij glimlacht.
'Hé, Jordy. Dat duurde lang,' zegt Daniel. Jordy komt naast me zitten en ik voel mijn wangen een beetje rood aanlopen.
'Hoi,' zegt Jordy. Ik staar naar mijn knieën. 'Wie is dit?'
'Dit is Julia,' zegt Daniel. 'Ik heb je al over haar verteld.'
'Dat klopt.' Jordy snuift en ik kijk opzij. Hij glimlacht vertrouwd en mijn mondhoek kruipt omhoog bij het aanzien van zijn stralende ogen. Mijn hart gaat tekeer en ik sta snel op.
'Ik moet gaan. We eten zo, dus moet ik nu gaan.' Ik kom niet goed uit mijn woorden dus zeg ik de twee jongens gedag en loop snel richting mijn fiets. Zonder er erg in te hebben plaats ik mijn voet onder een gebogen wortel en val ik voorover waarna het boek open valt en ik opnieuw de Pokémonwereld in word gezogen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top