Hoofdstuk 22

 'Wat denken jullie ervan om ze gewoon aan te vallen,' stelt Adriaan voor.
'Ik denk dat wij niet met zijn drieën kunnen winnen tegen een heel leger,' zegt Hugo, waar hij ook gelijk in heeft.
'Dan zoeken we versterking,' zegt Adriaan.
'Van wie?' vraag ik.
'De legendarische Pokémon,' zegt Adriaan.
'Hoe komen we bij hun?' vraagt Hugo.
'Door de drie boeken te hebben,' legt Adriaan uit. 'Oh ja, die hebben wij niet.'
'Dus dat idee valt af,' zegt Hugo.
'Dat hoeft niet. Ik herinner mij nog dat Girafarig en Mew wat Pokémon naar een speciaal gebied stuurden via een portaal. Misschien kunnen zij dat nu weer doen,' zeg ik.
'Dat zou dan kunnen werken,' zegt Hugo.
'Maar wij weten niet of je daarmee naar de zeldzame Pokémon wordt geleid,' voegt Adriaan eraan toe.
'We kunnen het altijd proberen,' zeg ik, terwijl ik mijn Pokémon oproep. 'Girafarig, Mew, kan die?' vraag ik. Ze knikken beide en maken het portaal open. Ik loop erdoorheen en ik zie een grasvlakte. Voor de rest zie ik wat stenen en een riviertje, maar geen teken van legendarische Pokémon. Ik loop terug door het portaal en ik zeg wat ik heb gezien.
'Ik denk dat het een soort tussenstop is tussen de Pokémonwereld en de wereld waar de legendarische Pokémon leven,' zegt Adriaan.
'Dan kan dit idee dus ook niet doorgaan,' zegt Hugo.
'Misschien moeten we eerst onze vrienden redden en dan een leger opbouwen,' zeg ik.
'Goed idee,' zegt Hugo en ik zie dat Adriaan daar ook mee instemt. 'Hoe vinden we ze dan?'
'Precies op dezelfde manier hoe wij Adriaan hebben gevonden,' zeg ik. Ik vertel aan Adriaan hoe we bij hem zijn gekomen.
'Oh, bedankt. Dan ga ik dat nu ook proberen,' zegt hij. Adriaan en ik doen onze boeken open en wij stellen de vraag aan onze boeken.
'Huh, geen enkel stadje of plekje geeft licht,' zeg ik.
Adriaan en ik gaan beide uit onze trance en wij vertellen wat wij zagen tegen Hugo.
'Huh, dat is raar,' zegt hij.
'Inderdaad. Dat hoort niet,' zeg ik.
'Boek, u heeft mijn vraag niet beantwoord,' zeg ik tegen het boek, alsof het levend is. Het boek gaat open en het zuigt mij erin op. Ik merk al snel dat Adriaan ook mee is. Als wij de poort uitgaan zie ik dat wij in de echte wereld zijn.
'Waar zijn we?' vraagt Adriaan.
'In de wereld waar ik vandaan kom,' zeg ik. 'Maar waarom bracht het boek ons hier?'
'Ik denk dat jouw vrienden hier dan zijn.'
'Maar dan is de vijand ook hier,' zeg ik wanhopig.
'Weet jij waar we nu zijn?' vraagt Adriaan.
'Nee, geen idee. Maar ik denk dat mijn vrienden dicht bij zijn,' zeg ik.

Ik kijk om me heen. Naar mijn gevoel ben ik al een paar dagen verder. Maar dat was in de Pokémonwereld. Ik ben nu in mijn eigen wereld. Nou, mijn eigen wereld is het eigenlijk niet meer, vind ik. Het is meer de echte wereld, want tja... De Pokémonwereld beschouw ik nu als mijn eigen wereld. Ik heb het gevoel dat ik nu één van hen ben. Één van de Pokémon trainers die daar ronddwaalt op zoek naar sterke Pokémon die gevangen worden om mee te kunnen vechten tegen andere trainers.
Alleen ben ik niet op zoek naar sterke Pokémon. Ik ben echter op zoek naar het laatste boek die Jordy heeft. Adriaan heeft me dus ook gezegd dat ik mijn zoektocht hier voort moet zetten. Hij en Hugo gaan verder in de Pokémonwereld. Ik moet me hier concentreren.
Ik leun op mijn elleboog en kijk naar mijn tas. Met een handige beweging schuif ik het naar me toe en gris ik de Poké balls eruit. Ik draai ze met mijn vingers en kijk er geconcentreerd naar. Waar zou dat laatste boek zich bevinden? Bij Jordy. Dat is iets wat vast staat. Maar waar zou hij het hebben neergelegd? In ieder geval niet in zijn huis. Dat zou te makkelijk zijn.
Drie kloppen klinken er op de deur. Ik mompel dat diegene binnen kan komen. Mijn vaders hoofd komt tevoorschijn en ik stop gauw de balls terug in mijn tas. Mijn vader komt dichterbij en ik schuif mijn tas weg. 'Julia,' zegt hij en hij gaat op mijn bed zitten.
'Pap,' zeg ik na een lange stilte.
'Julia,' zegt mijn vader weer. Hij kijkt me schuin aan. 'Heb je je huiswerk af?'
'Dat moest je zeker van mam vragen?' vraag ik. Een korte lach ontsnapt niet aan zijn gezicht. Grijze haartjes zijn zichtbaar in zijn donkere haren. 'Maar om antwoord te geven op de vraag die je van mama hebt moet stellen: ja, ik heb mijn huiswerk al gedaan.'
Mijn vader knikt en geeft me een klopje op mijn arm. 'Ik zal het je moeder melden,' zegt hij. Mijn vader staat op en draait zich naar me toe als er een Poké ball uit mijn tas rolt. Ik had mijn tas dicht moet ritsen, bedenk ik me. De zenuwen gieren door mijn lijf als mijn vader de Poké ball opraapt en het aan mij wil geven als het ding tussen zijn vingers naar normale grootte groeit. Mijn vader lijkt ervan te schrikken, maar kijkt er dan nieuwsgierig naar. 'Wat is dit?' vraagt hij stomverbaasd.    

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top