Tweede slachtoffer
Waarom doet mijn gezicht zo een zeer? Ik wil mijn handen naar mijn kaken brengen maar ik merk dat dat niet kan.
Het is pikdonker. Ik kan niets zien. Hopeloos begin ik te schreeuwen. Daardoor merk ik dat mijn kaken nog harder beginnen te branden. Wat is dat toch?
Ik merk dat ik op een stoel zit. Mijn enkels en polsen zijn stevig vastgemaakt waardoor ik ze niet kan bewegen.
Ik huil. Waarom ik, denk ik. Toen begreep ik het.
Hij doet dit.
Dit is zijn schuld.
Woest roep ik zijn naam en beveel hem om hier te komen.
Er gebeurd niets.
Door al de frustratie begin ik weer te huilen. Ik zie er vast niet uit. Mijn mascara zal ik wel helemaal opnieuw moeten doen.
Plots springt het licht aan. door de plotse flits kneepik snel mijn ogen dicht. Wanneer mijn ogen er gewend aan zijn geraakt, open ik ze. Het eerste wat ik zie is mezelf. Ik gil en kijk vol afschuw in de spiegel. Aan beide kanten van mijn gezicht, in mijn kaken, zijn er vishaken geplaatst. Aan die vishaken hangen dan weer touwen die naar boven leiden. Ik volg ze en kan nog net zien dat ze in verbinding staan met iets, maar niet met wat. Bang kijk ik om me heen en schreeuw: 'Waarom doe je dit?! Wat heb ik je ooit misdaan?! Alstublieft, help mij!'
Weer niets. Ik kan het niet verdragen. Ik huil en schreeuw zo hard ik kan, maar het haalt niets uit. Of toch?
Wanneer ik terug in de spiegel kijk zie ik nog iets. Een zwarte schim staat achter me. Ik kijk hem zo boos mogelijk aan. 'Je krijgt hier spijt van. Wacht maar, ze zullen je wel vinden, freak.'
Hij doet niets. Ik grijns triomfantelijk. Maar dan komt hij opeens veel dichterbij.
Hij is groter dan ik dacht. Shit, misschien is het niet hem.
Hij staat daar maar en beweegt niet. Tevergeefs probeer ik me weer los te wrikken. De touwen zitten te strak.
Weer huil ik en dan plots voel ik een hand op mijn hoofd. Verwoed probeer ik die van me af te schudden. Ik slaak een gil wanneer hij mijn stevig haar vastneemt en er hard aan trekt.
'Ssssssst,' sust hij terwijl hij met zijn andere hand over mijn lippen gaat. Smekend kijk ik omhoog. Ik kan zijn gezicht nog steeds niet zien.
'Alstublieft,' smeek ik voor de laatste keer.
Ik kan nu een klein deeltje van zijn gezicht zien. Hij grijnst vals al zijn tanden blood. Hij komt dichter en likt dan opeens aan mijn oor. Wanneer hij dat doet slaak ik een gilletje. 'Alstublieft,' probeer ik hopeloos weer. Doe me dit niet
aan.'
Hij negeert me en tilt mijn vingertoppen op. Uit zijn zak neemt hij met zijn andere hand een raar doosje. Langzaam zet hij het op de plek waar eerst men hand nog ruste. Doordat hij me met zijn vieze tengels aan blijft raken, ookal draagt hij handschoenen, laten koude rillingen mijn arm even schokken. Dat zorgt ervoor zorgt dat hij even gniffelt. Wanneer hij mijn hand loslaat valt die op het doosje. ik heb blijkbaar iets ingedrukt, want ik voelde iets verschuiven. Een laatste keer strijkt hij met zijn vingertoppen over mijn arm voor hij achter mij gaat staan. Eerst gebeurt er niets maar dan hoor ik een tikkend geluid. Ik kijk rond maar ik kan niet ontdekken vanwaar het vandaan komt. Plots zie ik het. Wanneer ik in de spiegel kijk zie ik dat de eerst zo losse touwen aan de haken veel strakker staan. Met grote ogen kijk ik er naar. Als ik merk wat er gaat gebeuren trek ik weer aan de touwen rond men polsen. Niets helpt. Het zit veel te strak. Ik huil en schreeuw maar zoals verwacht helpt niets. Dan voel ik het. De haken trekken steeds harder aan mijn kaken. Ik probeer mijn hooft hoger op te tillen maar ook dat helpt niet tegen de pijn. De touwen staan nu heel strak waardoor de haken nu nog harder aan mijn kaken trekken. Ik schreeuw.
Het brandt. Het getrek gaat maar door. Het touw staat nu zo strak dat waardoor mijn kaken beginnen te scheuren. Langzaam schuiven de haken naar mijn lippen. Nog meer tranen springen in mijn ogen. Ik schreeuw zo hard dat ik er bijna zelf doof van word.
Dan eidelijk, is het voorbij.
Ze zijn weg. Verdooft laat ik mijn hooft zakken.
Ik kan niet meer. Ik ben letterlijk kapot.
Maar ik leef nog, denk ik bij mezelf. Ik til mijn hooft en wil schreeuwen maar mijn mond zit vol met bloed. Ik spuug het eruit, zover het lukt. Het meeste druipt er gewoon uit en verpest mijn nieuwe kleren.
Waarom denk ik alleen maar aan kleren, idioot dat ik ben.
Ik probeer te praten maar het valt niet mee.
'Laat me gaan, alstublieft heb ik niet al genoeg geleden?'
Door mijn tranen kon ik niets meer zien maar ik kon wel zijn stem horen zeggen: 'Nee, dat heb je niet.'
Ik zette grote ogen op.
Wacht eens. Ken ik die stem niet? Ik wil naar hem schreeuwen maar dan plots hoor ik een klik. Het kwam van de spiegel. Bang kijk ik er naar. Wanneer ik mezelf zie begin ik nog harder te huilen.
Ik lijk wel the joker. Mijn kaken zijn helemaal kapot. Het lijkt net op een eeuwige lach.
Net toen ik mijn hooft wil keren gebeurde er iets. Het glas versplinterde en vliegt in mijn gezicht net zoals de puntige balk die recht in mijn borst terecht komt. Ik voel nog meer bloed opwellen in mijn mond. Ik proef alleen nog maar ijzer. Stilletjes aan begin ik het gevoel in mijn lichaam te verliezen.
Gelukkig, de pijn gaat weg.
Dan wordt alles zwart.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top