~Hoofdstuk 10~
Evan
'Je leek het nogal druk te hebben daar.'
Met haar slanke vinger wijst ze naar de bug die terug naar haar vriendinnen liep. In haar stem klonk irritatie wat ik grappig vond.
'Ach, ieder zijn pleziertjes.'
Ik was van plan om haar nog maar even in het duister te laten tasten.
'Evan!'
Ik draai me vloeiend om naar de stem en sta recht als ik de man zie. Zijn haren kwamen tot zijn schouders en waren van metaal waardoor ze ratelde. Flams was gespierd en had een arrogant glimlach op toen hij langs de dames liep die hem heimelijke blikken zonden.
'Flams!' Ik sta recht en klop hem op de schouder.
'Niet te geloven dat je terug bent en wel met een aantrekkelijke jongedame.'
Voegde hij er snel toe toen hij achter me keek en haar zag. Ze stond recht en glimlachte stralend.
'Fijn om u te ontmoeten Mr. Flams. Mijn naam is Pearl.'
Ze stak haar hand uit en Flams nam hem verrukt aan. Dan draait hij zich terug naar me om en vouwt zijn handen samen.
'Vertel eens, wat hebben jullie nodig?'
'Wie zegt dat we iets nodig hebben?'
Vroeg ik en grinnik als hij ongelovig zijn wenkbrauwen optrekt.
'Goed dan, maar dit is iets wat tussen ons moet blijven.'
Ik keek rond en wezens sloegen hun ogen neer toen ik hun blikken ving. Begrijpend knikt Flams en wenkt dat we hem moesten volgen.
'Zeg het maar.' We zijn in een donker hoekje van het café gaan zitten en Flams buigt zich naar me toe over tafel.
'We hebben wapens nodig. Voor haar.' Met mijn duim wijs ik naar mijn reisgenote die ongemakkelijk op haar plek zat. Flams ogen vernauwen en nemen haar kritische op.
'Vertel eens meisje, wat zoek je?'
'Een zwaard.'
'Groot, klein? Lang, kort?'
'Uh...' hulpeloos kijkt ze rond alsof ze daar het wapen kon vinden. 'Ik weet niet-'
'Dan kan ik je niet helpen.' Onderbreekt hij haar en zakt defensief terug achteruit. Pearl schiet overeind en ik brom.
'Flams.'
'Als het meisje niet weet wat ze zoekt kan ik jullie niet helpen, Evan. Ik krijg geen hoogte van haar en als ze zo onzeker blijft ga ik haar geen wapen toestoppen.'
'Ik zit gewoon hier hoor.'
Haar negerend sla ik met mijn hand op tafel en kijk Flams woedend aan. 'Ze is misschien klein maar ik kan het haar leren. We hebben het echt nodig.'
'Hé! Alsjeblieft! Ik ben er ook-'
'Evan, niet iedereen is gemaakt voor een gevecht. Wat als ze het niet in zich heeft? Haar twijfels zullen haar in de weg zitten en dat kan heel slecht aflopen dan.'
Ik open mijn mond om hem een brandend antwoord te geven als Pearl naast me woedend haar stoel naar achter schuift waardoor die een krassend geluid maakt en met een bons op de grond valt. Met een moordlustige blik kijkt ze ons aan.
'Ik ben níét onzichtbaar, klein of stom! Mijn onzekerheden zullen me niet in de weg staan en ik kan prima zelf antwoorden!' Dan richt ze zich op Flams.
'Ik heb een zwaard nodig. Gemiddelde lengte, licht genoeg om ervoor te zorgen dat het me niet vertraagd in een gevecht. Kort genoeg om hem te kunnen verbergen maar groot. Een boog zou ook wel handig zijn voor op verdere afstanden.'
Sprakeloos kijk ik naar haar. Flams is even stil maar werpt dan zijn hoofd in zijn nek en buldert het uit.
'Ik had het mis. Ze zou echt een geweldige strijder worden. Pas maar op Evan, straks wordt je van je troon gestoten.'
'Mijn leven is ruk.' Flams komt naast me zitten met een glas vol drank. Pearl is naar boven gegaan om slaap te pakken en ik zit nog steeds beneden terwijl ik aan het zuipen ben met mijn enigste vriend.
'Gewoon doordrinken, dan wordt het vanzelf beter.'
'Het wordt niet beter, het lijkt alleen maar zo.' Toch giet ik de vloeistof achterover.
'Weet je wat, die grieten zitten de hele tijd naar ons te kijken en omdat jij zo een naar leven hebt mag je als eerste kiezen.'
Ik kijk achterom en schud mijn hoofd.
'Wat? Niet lekker genoeg! Dat meen je niet!'
'Ze zijn best lekker, maar mijn hoofd staat er op dit moment niet naar.'
'Tja, zo blijft het rukken natuurlijk.'
Ik werp hem een dreigende blik en schuif mijn glas van me af. 'Hoe snel denk je dat je de wapens klaar hebt?'
Flams tikt met zijn vinger op tafel. 'Een dag, misschien twee. Hangt af van de materialen.'
Ik sta recht en sla hem op de schouder. 'Goed, ik ga. Zorg ervoor dat ik je niet achterna moet komen.'
'Ga je naar je dame?'
Ik kraak mijn knokkels en sis. 'Morgen. Zorg dat je klaar bent.'
Verwerend heft de man zijn handen op en grinnikt. Ik loop de trap op en blijf voor de deur staan. Zou ik...? Ik kijk naar het hout waarachter Pearl ligt en zucht van irritatie, woede en verdriet. Dan open ik mijn deur en loop mijn kamer in.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top