16
"Heb jij überhaupt ooit wel eens iemand geknuffeld?" Vraag ik, doelend op zijn slappe knuffel van voordat we van de eenhoorntastische glijbaan gingen.
HIJ WAS GEWELDIG!
Maar de rij is zo lang dat we besluiten om niet nog een keer te gaan.
"Natuurlijk wel." Zegt hij en hij kijkt me aan met zijn prachtige ogen.
Ik voel een kriebel in mijn buik.
Ik haat het.
Ik haat verlieft zijn.
Ik weet hoe het voelt, ik weet hoe het is.
Ik wil het niet meer.
Ik wil niet meer die pijn voelen.
Ik wil niet meer zo'n dip hebben.
Planeet cupcake zal me altijd opvrolijken, maar tijdens zo'n dip worden de eenhoorns ziek en dat vind ik zielig.
Dus nee.
Ik riskeer het niet.
Voor planeet cupcake zal ik nooit meer verdrietig worden.
Voor planeet cupcake zal ik me niet meer hechten aan één jongen.
"Alles oké?" Vraagt hij en ik kijk op.
"Wat?" Vraag ik verward.
Hij kijkt me aan en hij knijpt zijn ogen tot spleetjes.
"Jij dacht aan iets negatiefs. Ik zag het. Wil je me vertellen wat er is?" Vraagt hij lief terwijl we het normale water buiten inlopen.
Ik schud mijn hoofd.
Hij gooit me helemaal nat met water en ik kijk hem met samengeknepen ogen aan.
"Jij zoekt ruzie." Grom ik en ik spetter hem helemaal nat tot de laatste droge millimeter op zijn huid.
Hij veegt met zijn handen zijn gezicht deels droog zodat er geen water in zijn ogen komt en dan tilt hij me op en gooit hij me het water in.
Ik gil voor ik het water raak en als ik boven kom spring ik op zijn rug en probeer ik hem te laten vallen.
Wat een sterke augurk zeg!
Ook al waren we eerst nat, we liepen een rondje om te kijken wat er allemaal was in het zwembad en toen waren we deels opgedroogd.
Maar nu zijn we beiden weer helemaal nat.
"Ga het water in!" Roep ik gefrustreerd omdat het niet lukt.
Hij zet zijn handen onder mijn armen en hij tilt me van zich af.
Ik sla boos tegen zijn arm en ik zucht.
"Het is niet eerlijk." Zeg ik boos.
Hij kijkt me aan en dan lacht hij.
Serieus.
Hij lacht.
"Iemand kan niet tegen haar verlies." Zegt hij duidelijk doelend op mij.
Ik steek mijn tong uit en hij pakt hem vast.
Ik gil en ik bijt op zijn vinger. Hij laat mijn tong los en ik kijk hem verbaasd aan.
"Waarom deed je dat? Dat is mijn tong, mijn tong is mooier dan die van jou, dat snap ik, maar je hoeft hem niet te stelen." Zeg ik verbaasd.
Hij haalt zijn schouders op en ik lach.
"Oké, je bent gewoon raar. Mensen vinden mij ook raar, wat ik totaal niet logisch vind maar ik ben ook niet logisch dus misschien komt het daar door, en nu lijken we op elkaar!" Zeg ik enthousiast.
"Ohnee! Betekend dat dan dat ik in een augurk verander? Of jij in een eenhoorn?" Vraag ik ernstig.
"Ja ik verander in een eenhoorn, sorry maar jij bent precies hetzelfde als voorheen en ik zal jou toch nooit kunnen veranderen." Zegt hij en ik klap blij in mijn handen.
"Als je een eenhoorn jongen wordt en je komt op planeet cupcake dan kunnen we trouwen en wordt ik verlieft op je omdat je dol bent op eenhoorns en dan krijgen we eenhoorn kindjes en een eenhoorn huisdier en zijn onze beste vrienden eenhoorns en-"
"Stop Evelyn. Pleas." Lacht hij.
Ik lach ook omdat hij lacht en samen kijken we elkaar lachend aan.
Hij schud zijn hoofd en ik kijk hem blij aan.
Ik wist het.
Ik heb hem serieus aan het lachen gekregen.
Ik ben super cool.
Eenhoorntastisch cool.
Wie krijgt er een augurk aan het lachen? Ik. Ik. Ik.
WOEPWOEP!
Blij spring ik op zijn rug.
"WIJ WORDEN EENHOORNS!" Roep ik hard en Jaygurk lacht.
We lopen door het hele zwembad, schreeuwend dat we eenhoorns worden en uiteindelijk komt een hele dikke man in zwarte kleren naar ons toe.
"Jullie verlaten nu het zwembad!" Zegt hij boos. Jaygurk loopt schreeuwend dat we eenhoorns worden naar de kleedkamers met mij op zijn rug.
Ik doe een indiaan na en de man houd ons streng in de gaten of we daadwerkelijk gaan omkleden.
Ik ga van Jaygurk zijn rug af en we pakken onze spullen en kleden ons ieder apart om, lachend en joelend als een indiaan.
De man wacht ons op als we klaar zijn en hij schreeuwt dat we naar de uitgang moeten.
Een beetje bang kijk ik naar Jaygurk die zich er niks van aantrekt en heel rustig doorloopt.
"Jaygurk?" Vraag ik zacht als we buiten zijn.
Hij kijkt me aan.
"Vond je die man niet eng?" Vraag ik klein en hij kijkt me recht in mijn ogen aan.
"Lieverd, zulke mensen hebben een grote mond maar zolang jij doet wat ze van je vragen is er niks aan de hand." Zegt hij geruststellend.
Lieverd.
IK BEN EEN LIEVERD!
"Kom we gaan ijs zoeken." Zegt hij en hij loopt al weg.
Ik gil en ik ren achter hem aan.
"Ijs?!" Piep ik. Hij knikt.
"Hoe weet jij dat ik van ijs hou?" Vraag ik achterdochtig.
Hij kijkt me aan en rolt met zijn ogen.
"Die rollen er nog een keer uit, en ik ga ze niet oprapen." Zeg ik.
"Jij wilt altijd ijs als we van sok afkomen." Zegt hij.
Ik denk na.
"Je neemt ook altijd hetzelfde ijs." Zegt hij dan.
Ik denk opnieuw na.
"Ohnee! Wat als ze dat ijs niet hebben?" Vraag ik bezorgd.
"Luister, aardbei ijs hebben ze overal." Zegt hij met nadruk op overal.
"Misschien deze niet?" Zeg ik ernstig.
"Geloof me. Als ze geen aardbei ijs hebben moet jij de hele week bij mij slapen." Zegt hij en ik kijk hem verbaasd aan.
"En als ze het wel hebben betaal ik het ijs!" Zeg ik streng.
Hij zucht.
"Deal." Zeggen we en we schudden elkaars handen.
Achja, die vier euro voor de bus is nu voor ijs.
Prima.
Ik hoef tenminste niet bij hem te slapen.
Anders verander ik serieus in een augurk.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top