Hoofdstuk 23

'Alice, wacht!' roept Chris en loopt naar me toe. Ik was net onderweg naar Samantha om meer informatie te vragen als ze die had over De Bloed Piraten.

'Alice, wacht nou. Ik moet je iets vragen.'

Ik kijk naar Chris die moe op een boomstronk gaat zitten en naast zich klopt waarna ik naast hem ga zitten. 'Wat is er?'

Hij glimlacht verlegen naar me. 'Ik euhm... Vind je James leuk?'

Ik haal mijn schouders op. Waarom vraagt hij dat? Is hij op mij? Vind ik hem ook leuk? Allerlei verschillende vragen spoken nu door mijn hoofd, waardoor ik aan mijn trui begin te friemelen. 'Ik zie hem de laatste tijd meer als een grote broer. Hij is echt geweldig maar eerlijk gezegt zie ik hem later met Lisa samen zijn. Die twee zijn de laatste tijd heel close wat echt kei schattig is.'

Ik zie dat Chris zijn glimlach nog groter wordt. 

'Wat? Waarom vraag je het eigenlijk?'

Hij geeft me een nieuwsgierige blik en staat dan op. 'O. Zomaar.'

Hij loopt weg mij achterlatend met een hoofd vol vragen. Vindt hij me leuk, leuk leuk?

Een rood blosje komt op mijn wangen tevoorschijn waardoor ik opsta en richting Samantha loop. Vind ik Chris leuk, leuk leuk.

~•~•~•~

'Hey, Samantha-'

'Zeg maar Sam,' onderbreekt ze me direct waardoor ik lach. 'Tuurlijk, Sam.'

'Wat kom je doen, Alice?'

Ik ga naast haar zitten aan haar tafel en kijk haar met een blik die gemengt is met nieuwsgierigheid en trots aan. 'Ik vroeg me af of je nog meer wist over De Bloed Piraten.'

Ze knikt en neemt een kaart tevoorschijn. 'Ik kan je laten zien waar ze woonde.'

Ik knik enthousiast en neem de kaart vast. 'Waar woonde ze dan?'

'Hier.' Ze wijst naar de Oostelijke kant van de kaart. 'Ze woonde hier eerst maar zijn zo naar het Noordelijke deel gegaan.'

Ik knik. 'Wonen ze nu ver weg van: De oude wilg?'

Ze kijkt nadenkend naar de kaart. 'Sorry Alice, maar dat weet ik niet. Dat weet eigenlijk niemand behalve De Bloed Piraten zelf.'

Ik knik. 'Maakt niets uit, Sam.'

'Nu wil ik je wel een vraag stellen.'

Ik knik. 'Vraag maar raak.'

'Hoe gaat de training met Dexster? Heb je al wat nieuws geleerd?'

Ik knik glimlachend. 'Ik weet hoe ik messen moet gooien en de juiste greep moet weten te houden en ik heb ook nog geleerd hoe ik moet vechten al ben ik daar wat minder goed in.'

Samantha lacht. 'Daar was ik ook wat minder goed in, maar messen gooien lijk je al best goed te kunnen zag ik.'

Ik kijk haar verward aan. 'Hoe weet je dat?'

'Ik kijk soms stiekem mee. Ik wil weten of Dexster een goede leraar is want dan kan hij misschien na jou nog andere helpen.'

Ik glimlach naar haar. 'Hij is echt een goede leraar en nu is hij me aan het leren zwaardvechten.'

Ze kijkt me met trots aan. 'Dat is heel goed, blijf zo doorgaan. Je wordt een geweldige vechter.'

Ik slik. 'Ja, tuurlijk. Ik ga maar weer eens.'

Ze kijkt me vragend aan en knikt dan. 'Ja natuurlijk, je wilt beter en beter worden zeker.'

Ik knik en loop haar hutje uit; het laddertje af.

Als ik op de grond sta loop ik naar een grote steen bij het beekje waar ik op ga zitten. 

De vogeltjes fluiten vrolijk door het bos waardoor ik glimlach. Ik vind het bos zo'n veilige plek. Het is een plek die veilig is en je voelt dat er niets aan de hand is. Het bos is altijd al een van mijn favoriete plekken geweest maar de zee blijft toch nummer een.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top