Hoofdstuk 6
Mysterieuze stem
Zag ik dat echt? Een mens? Laat het alsjeblieft waar zijn. Ik zit hier al zo lang... Ik moet alles doen om hier weg te geraken.
Carter
Later die nacht schoot ik plotseling wakker. Niemand maakte geluid in het huis. Ik ging de overloop op en luisterde aan de deur van mijn zus. Niets. De deur ernaast is die van mijn ouders. Twee regelmatige ademhalingen. En toch had ik het gevoel dat er iets was. Ik pakte mijn jas, deed mijn schoenen aan en stapte via de tuindeur naar buiten. Alles is zo rustig om twee uur 's nachts.
Vroeger, als ik niet kon slapen, klopte ik bij Maddy aan en dan ging ze met mij in de tuin zitten. Als het helder weer was, zoals nu, staarden we naar de sterren en probeerden we er figuren in te ontdekken. Als het regende, gingen we onder het kleine afdak boven onze voordeur zitten om niet nat te worden. Nu maakte ik haar niet wakker omdat ze haar eindexamens heeft. Ze blijft de hele tijd in haar kamer en komt alleen beneden voor het avondeten, als ze er aan denkt.
Ik weet niets van astrologie, dus beeldde ik me maar in dat die sterren samen op een huis lijken. Ik was net een paar sterren aan het zoeken die de schoorsteen zouden kunnen worden, toen ik plotseling weer weggetrokken werd. Ik verwachtte weer die uitzichtloze duisternis, maar ik werd verrast. Daar stond een jongen. Bruin, warrig haar en wanhopige, grijze ogen. Ik wou naar hem toe stappen, maar ik kon niet bewegen. Alsof er een doorzichtige plaat voor me stond. Hij keek me aan en zei: 'Help me, zeg alsjeblieft dat je me kunt zien.' Ik wou net een antwoord geven, als ik weer weggezogen werd. Nee! Ik moest teruggaan, ik moest hem helpen. Met alle macht probeerde ik me te concentreren, maar het lukte me niet. Uiteindelijk ging ik toch terug naar bed, maar de angst in de ogen van de jongen weerhielden me er van om te slapen.
Phoebe
Carters door moeheid schorre stem vertelde mewat hij had gezien. Misschien had ik het bij het verkeerde eind van dattijdreizen, want hij verzekerde me er van dat het geen jongere of oudere versievan hem was geweest. Het enige wat ik kon bedenken, was om de bezwering nogeens uit te spreken, op mezelf. Misschien kon ik die jongen dan ook zien en hemhelpen.
'Nee, Phoebe, dat lijkt me geen goed idee.', zei Carter. 'We weten nog helemaalniets van wat hier gebeurt. Ik kan die plaats alleen maar bereiken wanneer iker word in gezogen en ik weet niet eens wanneer. Het kan elk moment gebeuren. Hetis beter als een iemand van ons met haar voeten op de grond blijft.'
'Klinkt logisch, maar hoe wil je hem dan helpen?'
'Ik dacht dat..'
'Carter en Phoebe, ophouden nu! Jullie storen mijn lessen al heel het godgansejaar! Ga allebei maar naar het secretariaat, tenzij jullie ongetwijfeldinteressante gesprek over polaire stoffen ging.'
Meneer Ntega keek ons woedend aan. Hij wordt wel vaker boos, maar meestal laathij ons onze gang gaan. Ik dacht altijd dat dat was omdat ik een kei ben inchemie en dus zijn favoriete leerling was. Serieus, je zou mijn punten moetenzien.
'Het spijt ons, meneer Ntega, maar we hadden het wel degelijk over polaire stoffen.Carter stelde me net een ingewikkelde vraag, maar hij wou u er niet mee lastigvallen.'
Meneer Ntega's blik werd iets milder. 'Is dat zo, Carter?'
Hij bloosde en stamelde: 'Ja, euhm, nou, ik had inderdaad een vraag. Ik vroegme eigenlijk af of, euhm, voorwerpen zoals schoenen ook polair zijn.'
Ik moest mijn lach inhouden. Schoenen! Kon hij niets beters verzinnen danschoenen? Gelukkig aanvaarde meneer Ntega dit als vraag en begon hij meteen aaneen hele uitleg én een preek over hoe we hier zijn om te leren en niemand banghoefde te zijn om vragen te stellen. Ik grinnikte naar Carter. We hielden onsde rest van de les stil.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top