Hoofdstuk 5


Phoebe

Ik had een paarse bandana met witte sterretjes aan de volgende dag. Dat weet ik nog omdat het mijn favoriete is. Mijn zus heeft me die gegeven op mijn elfde verjaardag. Ookal lijkt het een beetje kinderlijk, toch draag ik hem nog vaak.

Carter en ik stapten net de kantine uit toen hij opeens verstarde. Zijn ogen waren enkele seconden dicht. Hij keek verbaasd en toen ik vroeg wat er aan de hand was, fluisterde hij: 'Het gebeurde weer.'
'Hetzelfde van gisteren?' Natuurlijk hetzelfde van gisteren. Hij knikte. Misschien was dit een toeval, misschien was het meer.

Carter

Ik zat op mijn kamer, muziek te luisteren. Weer kreeg ik zo'n schok. Ik hoorde een stem deze keer. Het klonk als hulpgeroep, maar misschien was het mijn verbeelding. Misschien klonk het spelende liedje door tot 'daar'. Wat daar ook is. Ik moest het boek er bij halen om dit uit te zoeken.

Even later stond Phoebe bij me aan de deur, met het boek. We gingen mijn vaders werkkamer binnen en vroegen of hij even een kijkje wou nemen.
'Hmmm, waar hebben jullie dit vandaan gehaald?'
'Gekocht op een rommelmarkt', zei ik.
'Kunt u zien van welke eeuw het komt?' vroeg Phoebe.
'Geef me een secondje.' Pap haalde zijn vergrootglas er bij en mompelde zijn bevindingen voor zich uit. 'Ik moet dit natuurlijk nog wat grondiger bekijken, maar ik zou zeggen dat het uit de 18e eeuw komt. Jullie wouden de titel ook ontcijferen? Als je goed kijkt, zie je dat er overheen geschilderd is.' Hij haalde er een of ander instrument bij en begon voorzichtig te krabben. Het deed me denken aan het openkrassen van een lotterijticket. Nu werden er geen cijfers, maar letters zichtbaar.
'De kronkelgangen der tijd, deel één', las Phoebe.
'Zijn de rest van de bladzijden leesbaar?' vroeg pap.
'Ja, die kunnen we wel nog lezen. Bedankt, hiermee zijn we al een eind verder', antwoordde ik.

Phoebe en ik gingen op mijn kamer zitten om het boek te doorbladerden. Niet dat er veel te doorbladeren was, in totaal waren het maar vijf bladzijden. De eerste twee bladzijden hadden we al gelezen. Op de andere drie stonden er vooral tekeningen. Ze waren niet al te duidelijk en er stonden Latijnse woorden bij.
'Kijk hier,' zei Phoebe,' leek die ruimte die je zag ergens hier op?' Op de tekening waren deuren te zien in een volledig zwarte waas. 'Ik zag geen deuren, maar het ging ook zo snel.' Ik speurde het boek af naar iets over een stem. Een van de enige woorden die ik in het Latijn kende was namelijk vox, maar dat stond er niet eens in. Wat waren de uitgangen ook alweer? Vox-is? Of was het voct-is? Eigenlijk waren de tekeningen zo vreemd dat ik me afvroeg waarom ze er stonden. Een vrouw die er in het ene deurgat jong uitzag en in het andere oud. Een man die neerlag en in een soort gedachtenwolk boven zijn hoofd aan het schrijven was. Ik vroeg Phoebe wat ze er van vond.
'Is het niet overduidelijk? We kunnen tijdreizen! Zie je die vrouw? Ze verandert van twintig jaar oud naar zeventig door verschillende deuren in te gaan.'
'Denk je dat echt? Tot nu toe heb ik niet veel van tijdreizen gemerkt.' Ik vertel haar nog niks van de stem om haar niet aan te moedigen.
'Carter, moet ik je dan nog eens vertellen dat ik het gewoon voel?'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top