Hoofdstuk 15


Phoebe

Wie had dit gedacht?
Hij begon zijn verhaal.
'Toen ik in mijn twintigerjaren was, hielden mijn vrienden en ik ons bezig methet zoeken naar spreuken en bezweringen. We waren gefascineerd door hetparanormale. Eri was vooral geïnteresseerd in hypnose. Ik was met de tijd bezigen Luke meer met de creatieve kant van de zaak, hij maakte altijd tekeningen enkunstwerken over onze vondsten. We spendeerden jaren aan het afstruinen vanantiekwinkels en rommelmarkten, op zoek naar mensen die hetzelfde gedachtengoeddeelden. Op een dag hadden we iets gevonden. Het was een bundel blaadjes in hetLatijn die, nadat we ze onderzocht en vertaald hadden, bleken te gaan over eenruimte waar de tijd stil blijft staan.'
Hij vervolgde: 'Eri wist zeker dat ze er een spreuk van kon maken. Ze hadnamelijk al eens zoiets soortgelijks gedaan. Al de uitleg was er. We wisten hoealles werkte en hoe het eruit zag, nu moesten we het alleen nog werkelijkmaken.
En dat deden we. Ik zal niet in de details gaan, maar de essentie is dat weuiteindelijk drie boeken gemaakt hadden. Deel één bezat Eri, deel twee bezat iken het laatste deel had Luke.'
'En hoe zit het met de deuren? Het tijdreizen?' vroeg Carter.
'Een handige bijkomstigheid, maar ook heel gevaarlijk. Verander één zaak teveel, en draag de gevolgen. Zoals jullie gemerkt hebben, is alles in drie delenopgedeeld. Dit hebben we gedaan zodat deze kunst niet in de handen vanonwetenden zou vallen. De drie delen zijn nodig om alle mogelijkheden teontgrendelen. Ook de mogelijkheid om weg te gaan.'
'Maar meneer, als iemand alleen de eerste spreuk kent en die gebruikt, danblijft hij daar toch eeuwig vastzitten? Hoe is het dan verantwoord dat er nieteens staat dat er drie spreuken zijn?' merkte ik op.
'Dat is nonsens, meisje. Geef me het boek eens, als je wilt.'
Hij opende het en zei: 'Ik citeer: "Dedeuren naar het vorige staan enkel open in twee, maar door één maak je al eenwonder mee. Drie geeft je de uitgang, zonder dat blijf je er eeuwig lang."'
Hij keek naar ons op. 'De cijfers staan natuurlijk voor het aantal delen. Derest spreekt voor zich.'
'Voor mensen die honderd jaar geleden leefden misschien', merkte ik schamperop.
Carter zei:' Als je er even over nadenkt, klopt het wel. Wat wij dus nietgedaan hebben.'
'Toch is er een fout', zei hij aarzelend.
'Wat mag die dan wel zijn?' vroeg meneer Stencil.
'Wij hadden de laatste spreuk niet nodig om weg te geraken.'
'Onmogelijk.' Hij keek ons priemend aan.
'Carter maakt maar een geintje', zei ik snel. 'Belangrijker is dat we het laatstedeel nodig hebben. De spreuk zelf zou ook al genoeg zijn. Ik neem aan dat u diekent, aangezien u een van de makers was.'
'Dat heb je dan fout aangenomen. Ik zelf ken de spreuken van de anderen niet meer,die van mezelf ook niet eens. De ouderdom begint me in te halen.'
'Dat is niet logisch. De hele bedoeling van uw boeken was om de tijd stil tezetten. Waarom zou u het dan zelf niet gebruiken?' vroeg ik.
'Jullie hebben me genoeg uitgevraagd', zei meneer Stencil opeens streng. De vriendelijkegrootvaderhouding verdween en daar was de man die hij ooit geweest moet zijn: eenharde bibliothecaris met een veel te rechte snor.
'Jullie hebben me nooit verteld waarom jullie die spreuk nodig hebben. Ik hoopmaar dat er geen kwade bedoelingen mee gemoeid zijn. Nieuwsgierigheid over eenoud boek, ja, dat kan ik begrijpen. Maar jullie zijn niet zo onschuldig alsjullie eruit zien, niet? Al kon ik het wel geraden hebben aan dat blauwe haarvan jou.'
Hallo? Waarom denken volwassenen altijd dat ik niet te vertrouwen ben om mijn hàarkleur!
Hij stond op en vervolgde: 'Ik zou jullie nu willen vragen om te vertrekken. Ikheb nog veel te doen en mijn tijd is niet oneindig.'
'Maar we wouden nog-', probeerde Carter.
'Nee, alsjeblieft, ik sta er op dat jullie gaan.'
We durfden niet verder aan te dringen en volgden hem naar de deur. Voordat hijhem sloot, gaf hij ons nog een laatste waarschuwing: 'Zoek niet verder naarantwoorden en wees zo verstandig om het zo te laten. Geloof me vrij, je wilt nietvast raken te zitten in het eeuwige niets.'
De deur plofte dicht en we stonden weer in zijn ogenschijnlijk aardigevoortuin.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top