3. Ik Eet Nog Liever Mieren
21 JUNI
De dagen in Caelia wisselden elkaar sneller af dan ik verwacht had. Dat had ik vooral aan Beatrice te danken, die me telkens weer wist op te vrolijken. Ze was nooit te verlegen om naar me te zwaaien tijdens het eten, en ze had al meerdere keren met haar ogen gedraaid wanneer Emilio me weer wist te vinden. Wat de hele tijd leek te gebeuren. Ik had geen idee hoe hij er telkens weer in sloeg, maar hij weigerde me alleen te laten. Het irriteerde me mateloos, maar de strenge blikken van mijn oma zorgden ervoor dat ik stilzwijgend meeging in al zijn plannen.
"Je ziet er prachtig uit."
Mijn moeder gaf me een bemoedigend kneepje in mijn arm. Haar blik gleed tevreden over mijn lichtgroene jurk, en er verscheen een glimlach op mijn gezicht. Ik voelde me ongemakkelijk in mijn kleed, maar ik weigerde het te tonen. De stof trok zwaar aan mijn schouders, en hoewel de jurk op maat gemaakt was, leek hij toch voor iemand anders bedoeld te zijn. Ik haatte het om jurken te dragen, maar de uitnodiging was duidelijk geweest. Het Zuidbal was dit jaar exclusief toegankelijk voor mannen in kostuums en vrouwen in elegante avondjurken. Het irriteerde me mateloos dat de Caeliaanse uitnodiging het onderscheid maakte. Ik wist wel zeker dat er mensen waren die zich niet thuis voelden in de tweedeling, en ik had geen idee of ik in hun plek wel zou willen gaan. Als ik de kans had om te weigeren, dan had ik het gedaan. Ik schudde lichtjes met mijn schouders om te wennen aan de jurk. Mijn moeder leek door te hebben waarmee ik bezig was, en gunde me haar brede glimlach. Ik haalde kort mijn schouders op, en rechtte ze dan. Ik zou me niet laten kennen door de ouderwetse Caeliaanse kledingnormen. Mijn moeder deed hetzelfde, en plots was ze weer op en top koningin. Mijn eenvoudige tiara viel in het niets bij de zware, gouden kroon die mijn moeder droeg. De grote smaragd in het midden was ongetwijfeld de blikvanger van het juweel, en hij werd omringd door honderden glasheldere diamanten. De kroon paste perfect bij mijn moeder, en hoewel ik wist dat ik hem op een dag van haar zou erven, had ik geen idee of ik hem ooit even elegant zou kunnen dragen als haar.
"Helemaal klaar om het Zuidbal te bestormen."
Ze knipoogde terwijl ze voor de zware eiken deuren van de balzaal stopte. Ik knikte, maar voelde me plots toch nerveus. Ik wist dat er pers aanwezig was in die zaal, en ik voelde me allesbehalve op mijn gemak. Mijn moeder leek het te merken, en ze draaide zich naar me toe.
"Het komt helemaal goed. Je danst een keer met Emilio, praat met wat edelen, en geniet van de avond."
Ik knikte, maar was niet helemaal overtuigd. Ik voelde me allesbehalve klaar. Ik viel in het niets naast het beeld dat mijn moeder uitstraalde. Haar goudblonde haren zaten in een elegante knot, allemaal perfect op hun plek, en deden haar zachte gezicht mooi uitkomen. De lachrimpels om haar ogen waren de afgelopen jaren een beetje dieper geworden, maar ze hadden haar nog mooier gemaakt. Ik voelde me meer dan ooit een matige variant van haar. Mijn moeder leek te merken wat er in me omging, en schudde streng haar hoofd.
"Je ziet er geweldig uit, mijn lieve Victoria. Ik ben trots op je, en ik ben er zeker van dat je vanavond aan iedereen zal kunnen laten zien wat je in je mars hebt."
Ze gaf me een kneepje in mijn schouder, en ik glimlachte. Ik voelde me al een stuk kalmer, en was plots blij dat ze hier bij me was.
"Laten we gaan, voor je oma zich ongerust begint te maken."
Ik fronste, maar knikte toch. Mijn moeder trok me de zaal binnen, in het feestgedruis, en ik hapte naar adem.
De zaal was prachtig versierd. Het hoge, gebolde plafond dat ingewerkt was met schilderijen, en nooit minder indrukwekkend zou worden, werd verlicht door honderden kroonluchters. De gouden versiering glansden in het licht. Er waren al veel mensen aanwezig, die er allemaal piekfijn uitzagen. Er bewogen honderden bedienden met dienbladen vol champagne tussen de gasten. De zonnewende werd hier duidelijk goed gevierd. Alles was tot in de details aangepakt. Zelfs de gordijnen, waar in gouden stiksel zonnen opgenaaid waren. Ik keek van de gordijnen naar de tafellakens, die van dezelfde stof gemaakt leken te zijn naar... Mijn blik bleef hangen op Beatrice, die aan het praten was met haar moeder.
"Hare majesteit, koningin Elene van Breienbach, en hare hoogheid, prinses Victoria d'Emeralde."
Beatrice vond mijn blik, helder en stralend, en ik vergat abrupt waar ik was. Ze zag er prachtig uit in haar witte jurk. Er zaten honderden zachtroze bloemen op vastgenaaid. Ze had een zilveren tiara op haar hoofd die ingewerkt was in haar haren. Er hingen twee donkere krullen los die haar ronde gezicht omkaderden. Ik vergat dat ik verder moest wandelen. Mijn moeder trok me zachtjes met zich mee, en het was genoeg om me uit mijn peinzen te wekken. Ik keek geschrokken weg van Beatrice, en kwam tot de conclusie dat we al bij mijn oma aanbeland waren. Ze zag er geïrriteerd uit, en ik vroeg me af wat ik nu al fout gedaan kon hebben om dit te veroorzaken.
"Jullie hebben ook jullie tijd genomen."
Mijn vader haalde diep adem en schudde zijn hoofd.
"Ze zijn nog prima op tijd, moeder."
Mijn oma negeerde hem. Mijn vader stak zijn hand uit naar mijn moeder, die hem dankbaar accepteerde. Ze glimlachte breed naar hem en ging dicht bij hem staan. Mijn oma zuchtte diep, alsof ze doorhad dat ik haar doelbewust ontweek. Ik richtte mijn blik op haar, en kwam tot het besef dat haar bruine ogen kritisch en helder stonden. Ik vroeg me plots af of mijn vader ooit al dezelfde blik had gehad in de ogen die hij overduidelijk van oma geërfd had.
"Recht je schouders, Victoria. De toekomstige monarchie rust erop."
Ik beet op mijn lip, en deed wat ze van me vroeg. Ze leek nog steeds niet tevreden te zijn, en schudde haar hoofd.
"Ik vraag me soms toch echt af hoe je Breienbach moet gaan leiden met die houding van je."
Mijn wangen werden warm van schaamte. Ik voelde me plots heel erg bekeken door de edelen die in onze buurt stonden, en wenste dat ik in de grond kon verdwijnen.
"Jij ziet eruit als iemand die hulp kan gebruiken."
Ik draaide me geschrokken om, en keek recht in de scheve grijns van Emilio. Hij bewoog ongeduldig met zijn uitgestoken vingers. Net wat ik nodig had. Kiezen voor Emilio was niet meteen waar ik om gewenst had, maar als het me kon redden van mijn oma, dan deed ik het maar al te graag. Ik glimlachte beleefd in een poging om de irritatie voor mijn oma te onderdrukken. Ik accepteerde Emilio's hand, die zich meteen warm en zweterig om de mijne sloot. Ik deed mijn best om niet te fronsen, maar dat was moeilijker dan ik wilde.
"Het ziet ernaar uit dat ik juist op tijd was."
"Net op tijd voor wat?"
Emilio glimlachte breed en trok me de dansvloer op, tussen enkele andere edelen die ons plots wel heel erg interessant leken te vinden.
"Om je te redden natuurlijk."
Ik draaide met mijn ogen. Dat ik hem boven mijn oma verkoos, wilde nog niet zeggen dat ik hulp nodig had. Daarnaast, de enige reden waarom ik met hem danste, was om een diplomatieke rel te voorkomen.
"Ik ben prima in staat om mezelf te redden."
Ik zei het stilletjes, en hield mijn gezicht in een neutraal masker. De lenzen van hoog-aangeschreven fotografen waren ondertussen al op ons gericht, en ondertussen leek ook de rest van de zaal door te hebben dat we zouden dansen. Emilio's ogen trokken een beetje samen, maar hij plooide zijn mond in een brede glimlach. Hij trok me dicht tegen zich aan -te dicht- en schudde bruusk zijn hoofd terwijl de eerste tonen van een traditionele Caeliaanse dans klonken.
"We weten allemaal dat je niet liever hebt dan dat ik aan je zijde sta, mijn allerliefste."
Ik kreeg de kans niet om te reageren op zijn woorden. Hij draaide zonder waarschuwing uit, en trok me meteen weer terug. Mijn hoofd draaide nog van de tol, en zijn hand belandde weer op mijn rug, lager dan voordien, terwijl hij zijn blik op onze verstrengelde handen richtte. Hij gaf er een kneepje in en glimlachte breed, zich duidelijk van geen kwaad bewust.
"We passen goed bij elkaar."
Er klonk zacht applaus van de zijlijn. Ik drukte me dichter tegen Emilio aan in een poging om zijn hand van me af te schudden, maar dat had niet het gewenste effect. Zijn glimlach werd breder, en hij bracht zijn gezicht dichter tegen het mijne.
"Als ik zo brutaal mag zijn..."
Hij was nog niets anders geweest. Het was ronduit vervelend. Ik hield mijn hart vast in de hoop dat hij niets doms zou zeggen, maar ik wist diep vanbinnen ook dat dat verloren moeite was.
"Je zou een ideale huwelijkspartner voor me zijn."
Ik schoot in de lach, maar realiseerde me te laat dat hij het gemeend had. Zijn gezicht vertrok in een boze frons, en de grip om mijn hand werd een stuk strakker.
"Waarom lach je, Victoria? Je zou blij moeten zijn met een aanbod zoals het mijne. Als troonopvolger van Breienbach heb je weinig te bieden, om nog maar te zwijgen over het feit dat je al vierentwintig bent."
Zijn opmerking deed mijn bloed koken. Ik wilde me losmaken uit de dans, maar zijn grip was ijzersterk.
"En dan mag je van geluk spreken dat ik bereid ben om je uiterlijk te negeren."
Hij staarde uitdrukkelijk naar mijn gezicht, alsof ik niet wist dat ik acné had. Ik was echter niet van plan om me er voor te schamen. Dat had ik al zo lang gedaan, en ik wist wel beter nu. De rode tekeningen op mijn gezicht waren er geen waar ik van hield, maar dat moest ook niet. Dit was mijn lichaam, mijn gezicht, en ik weigerde me er slecht om te voelen. Mijn acné was maar een klein deeltje van wie ik was, en ik hield genoeg van mezelf om te weten dat de puistjes me niet minderwaardig maakten. Zeker niet minder dan een onbeschofte prins. Ik trapte zo hard ik kon op zijn voet. Hij fronste gepijnigd, en ik sloeg verbaasd mijn hand voor mijn mond. Victoria met haar twee linkervoeten, wat een zonde. Emilio wilde iets zeggen, maar ik gaf hem de kans niet. Hij had al genoeg gezegd vanavond, en ik zou niet langer naar hem luisteren.
"Geloof me, ik ben meer dan gelukkig dat ik niet elke dag van mijn leven met jou moet doorbrengen. Ik eet nog liever mieren dan dat ik met jou zou trouwen."
Hij stopte abrupt met dansen, en liet me eindelijk los. Zijn gezicht werd rood van woede, en had bijna dezelfde kleur als het jasje dat hij droeg. Hij leek nog iets te willen zeggen, maar hij kreeg de kans niet. Iemand greep mijn hand vast en trok me mee. Emilio kon alleen maar nakijken met een ziedende blik in zijn ogen. Ik voelde alleen maar opluchting toen de zware deuren achter me dichtvielen.
De zachte hand om mijn pols behoorde toe aan Beatrice. Mijn hart maakte een blij sprongetje terwijl ik haar zonder twijfel de paleisgang in volgde. Elke gedachte aan Emilio verdween uit mijn hoofd terwijl we bediende na bediende passeerden, tot we uiteindelijk tot stilstand kwamen bij een paar grote deuren met glas-in-lood-panelen in prachtige kleuren. Beatrice wierp me een afwachtende blik toe. Ik knikte. Ik had geen idee wat ze van plan was, maar ik nam niet de moeite om me er vragen bij te stellen. Ze glimlachte breed en liet me los. Mijn hand ging een beetje omhoog in een poging om haar hand weer in de mijne te nemen, maar ik hield mezelf net op tijd tegen.
"Ik heb dit vanochtend ontdekt. Ik dacht dat je het wel zou kunnen appreciëren."
Ze duwde de deuren open. Ik keek met grote ogen naar de binnenkoer die erachter verstopt zat. Er waren struiken vol oranje bloemen, die hun zoete geur verspreidden in de vallende schemer. In het midden stond een slanke boom met bloedrode appels. Het was stil in de binnentuin, op het zachte gezoem van de insecten na.
"Wow, dit is..."
"Prachtig."
Beatrice maakte mijn zin af, en knikte enthousiast. Ze trok me mee naar de appelboom, waar een houten bank onder stond. Ze ging zitten en keek afwachtend naar me op. Ik aarzelde even, en keek snel om ons heen. We werden ingesloten door hoge, witte muren die volgegroeid waren met klimop. De gangen achter de muren waren stil en donker, en het voelde plots alsof we de laatst overgebleven personen in Caelia waren.
"Mogen we hier wel komen?"
Ze draaide speels met haar ogen en trok me zachtjes naar beneden tot ik naast haar zat. Ik glimlachte naar haar, en ze haalde haar schouders op.
"Pff, zolang niemand het te weten komt, kan niemand ons het verbieden. Daarnaast, ik denk dat je Emilio liever niet meer ziet vanavond."
Ik begroef mijn gezicht in mijn handen bij de gedachte aan Emilio. Ik realiseerde me nu pas volledig wat ik gedaan had.
"Oh, heb je gehoord wat ik gezegd heb? Ik heb geen idee wat me overkwam."
Beatrice haalde haar schouders op, en staarde omhoog naar de blaadjes van de appelboom. Ze wierpen een warme schaduw over ons heen.
"Hij verdiende het."
Ze had een punt, dat wist ik ook wel. Hij had zich ongepast gedragen, en ik had elk recht gehad om me te verdedigen. Maar ik wist ook dat als mijn oma hiervan zou horen, ze me nooit meer gerust zou laten.
"Wil je me even helpen?"
Beatrice zat plots met haar rug naar me toe. Ze leek niet door te hebben dat mijn twijfels me bijna verslonden, en keek over haar schouder naar me. Ik probeerde niet te hard naar haar blote rug te kijken, maar kon niet voorkomen dat mijn blik toch naar beneden dwaalde. Haar huid contrasteerde prachtig met de witte stof van de jurk. De sproeten die haar gezicht tekenden, stonden ook op haar rug, en ik moest me inhouden om mijn vingers er niet over te laten glijden. Beatrice wees naar haar kroon en glimlachte breed. Het zware zilveren juweel met dieprode edelstenen erin straalde in het laatste beetje zon.
"Wat bedoel je?"
Beatrice trok een van haar benen op, en leunde met haar hoofd op haar knie.
"Die kroon stoort me al een hele avond. Het wordt maar eens tijd dat hij eraf gaat."
Wat? Ze kon toch niet zomaar... We zouden nog moeten terugkeren, en zonder kroon gaan, was geen optie. Ik keek met grote ogen naar haar, of eerder naar de achterkant van haar haren, en schudde verward mijn hoofd. Beatrice leek mijn aarzeling te merken, en keek over haar schouder naar me.
"Niemand zal ons missen, Vie. Emilio gaat nog wat herrie schoppen omdat hij zijn zin niet kreeg en daarmee alle aandacht trekken. Niemand gaat zich afvragen waar we zijn."
Ik stopte abrupt met protesteren bij het horen van de bijnaam die ze me gegeven had. Vie. Ik had nog nooit een bijnaam gekregen. Zelfs Mariama noemde me altijd bij mijn volledige naam. Ik slikte en probeerde mijn hart rustiger te doen kloppen. Het had echter een eigen wil, en stuiterde bijna uit mijn borst.
"En hoewel ik weet dat je geen hulp wil, wil ik je ook even zeggen dat ik je maar al te graag verdedig als hij tegen de pers gaat lopen zeuren."
Mijn hart klopte nog een beetje harder in mijn borst, en ik voelde mijn wangen warm worden. Ik gaf me gewonnen en schoof dichter naar Beatrice zodat ik bij haar tiara kon. Beatrice gunde me een tevreden blik, en leunde achterover zodat ik er beter bij kon. Het zorgde ervoor dat ik haar parfum kon ruiken. De geur van rozen en vanille kwam me tegemoet, en ik kon me plots niet meer herinneren wat ik aan het doen was.
"Je mag beginnen, als je wil. Ik bijt niet."
De tiara! Ze knipoogde over haar schouder heen, duidelijk op de hoogte van mijn verstomming. Ik schoot meteen weer in actie, en probeerde voorzichtig het juweel los te maken uit haar kapsel. Haar haren zaten echter zodanig om de kroon gewikkeld, dat het me niet zou lukken om ze niet in de war te brengen.
"Beatrice, ik wil je haren niet—"
Ze zwaaide losjes met haar hand.
"Maakt niet uit. Mijn haar heeft al wel wildere dagen gekend."
Daar had ze wel een punt. Beatrices haren leken altijd een eigen wil te hebben. Mijn oma had er al vaak opmerkingen over gemaakt, maar ik kon het stiekem wel waarderen. Niet dat ik dat ooit aan iemand toe zou geven. Ik trok voorzichtig een speld los uit haar lange haren, en keek toe hoe een deel van haar kapsel loskwam. Het hing onder haar tiara uit, maar het was nog niet genoeg om hem los te krijgen. Mijn vingers gleden door haar zachte, dikke haren, op zoek naar de volgende spelden, en ik ging verder met mijn taak. Ik trok nog enkele spelden los, en plots leek het alsof er een waterval aan haren loskwamen. Beatrices lange golven belandden op haar rug. Ze rilde kort door de aanraking, en hief tevreden de tiara van haar hoofd. Ze stond op van het bankje, en draaide enkele keren rond met het juweel losjes in haar hand. Ik keek met grote ogen op naar haar. Ze giechelde, een zacht geluid dat over de koer wervelde, en gebaarde dat ik met haar mee moest doen.
"Ik denk dat ik nog een dans tegoed heb van je."
Ik schudde glimlachend mijn hoofd. Beatrice trapje haar schoenen uit, en liet ze achter in een verloren hoopje achter haar. Ze kwam op me afgestapt met een pruillip, en haar blote voeten piepten onder de rand van haar jurk.
"Kom op, Vie. Niemand kan ons zien."
Ik probeerde te negeren wat die bijnaam met me deed, maar het lukte me niet. Mijn wangen werden warm, gevoed door Beatrices blik. Ik keek snel om me heen om te garanderen dat we echt alleen waren, maar de gangen waren nog steeds doods. Beatrices wenkbrauw schoot uitdagend omhoog, en het was genoeg om haar hand vast te nemen. Ze trok me overeind, en liet haar hand om mijn middel glijden. Ze wiegde me zachtjes de koer over, haar gezicht zo dicht bij het mijne dat onze neuzen elkaar bijna raakten. Mijn blik schoot onbewust naar beneden, tot ze op haar lippen belandden. Ik probeerde me te herpakken, en keek terug omhoog, recht omhoog in haar heldergroene ogen, en plots leek het alsof de wereld rondom ons niet meer bestond. De appelboom was mijlenver weg, en het Zuidbal nog oneindig keren verder. De wereld was vernauwd tot Beatrices wilde lokken, en haar zachtroze lippen. Ik wilde iets zeggen, of misschien iets vragen, maar ik wist niet meer hoe ik woorden moest vormen. Beatrice leunde een beetje voorover, tot haar voorhoofd het mijne raakte, en twijfelde even. Haar blik schoot naar beneden, en de stille vraag in haar ogen was niet te missen. Het was genoeg voor me om moedig te zijn, of misschien wel onhandig. Misschien wel alles tegelijk. Hier in Beatrices armen deed het er niet langer toe. Ik leunde voorover tot mijn lippen de hare raakten.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top