Hoofdstuk 2 ~ Nieuwe herinneringen

~POV Elize~
'Je hebt een wat?!' roept Stefan verbaast uit. 'Een relatie met Remus,' zeg ik, terwijl er een bom van vlinders in mijn buik ontploft. Jezus, ik ben echt heel erg verliefd. 'Hoe lang?' vraagt Niek. Ik haal mijn schouders op. 'Dat weet ik niet, maar waarschijnlijk komt dat nog wel,' mompel ik. In stilte lopen we verder en uiteindelijk komen we bij de Great Hall aan. Het is rond etenstijd, dus het is een grote kans dat al onze vrienden daar zijn. Voor we naar binnen kunnen lopen, houdt Niek ons tegen. Hij wilt wat zeggen, maar lijkt niet uit zijn woorden te komen. Uiteindelijk vraagt hij zachtjes:' zouden wij meedoen met het pesten van Snape?' Stefan en ik weten niks te zeggen, want we weten het oprecht gewoon (nog) niet. 'Daar kunnen we op twee manieren achterkomen,' begint Stefan. Afwachten kijken we hem aan en dan gaat hij verder. 'We wachten tot onze geheugens uit deze tijd helemaal terug zijn of we gaan het vragen aan onze vrienden.' Vrienden klinkt echt heel vreemd, want ik snap nog steeds niet hoe ik al die herinneren heb van de afgelopen vier en een half jaar hier op Hogwarts. Ik weet zeker dat Niek, Stefan en ik hier nog nooit zijn geweest. 'Laten we het tweede maar doen,' besluit ik, waarmee ze instemmen. Ik wil de deuren van de Great Hall opengooien, als ik weer word tegengehouden, maar dit keer door Stefan. 'Nog even over jouw relatie met Lupin. Als je het niet meer wilt, moet je eerlijk tegen hem zijn,' zegt hij en Niek knikt als teken dat hij het ermee eens is. Ik begin te lachen en zeg dan:' jullie willen niet weten hoe stapelgek ik op die jongen ben. Wanneer ik aan hem denk, krijg ik al kriebels in mijn buik.' Opgelucht blazen ze hun adem uit en ook ik moet zeggen dat ik opgelucht ben, want ten eerste weet ik niet eens hoelang we überhaupt een relatie hebben en misschien is het wel al een jaar of zo en ten tweede Remus is echt een veel te lieve jongen om te dumpen, omdat ik me niet kan herinneren dat we een relatie hebben. Als niemand iets zegt, besluit ik om de deuren van de Great Hall open te gooien en dat gaat met wat kabaal, waardoor iedereen onze kant op kijkt. Niet alleen bijna alle leerlingen zitten aan de vier afdelingstafels, maar ook alle professoren zitten aan hun tafel en staren ons aan. Het ziet er nog indrukwekkender uit in het echt, dan dat we in de films gezien hebben. We kijken de zaal door en als mijn blik bij de tafel van Slytherin blijft hangen, word ik boos aangestaard door Snape, Avery en Mulciber en even verderop spot ik ook de blik van Regulus Black, het broertje van Sirius. Tussen de Hufflepuffs zitten niet echt bekende, maar bij de tafel van Ravenclaw spot ik Gilderoy Lockheart en toch vraag ik me nog steeds af hoe hij in Ravenclaw is gekomen. Dan gaat mijn blik over de tafel van Gryffindor en daar herken ik veel mensen. Natuurlijk James, Remus, Sirius, Peter, Lily en Alice, maar ook Frank Longbottom en anderen. Dit duurde hooguit een minuut en omdat nog steeds iedereen aan het staren is, roep ik hard:' hallo, wat een welkom is dit!' Niek en Stefan beginnen te lachen en nog wel meer mensen moeten lachen. Sommige kijken ook gewoon weg of kijken me boos aan, maar eerlijk gezegd boeit het me niet. Samen lopen we richting een lachende Sirius en James, die naar ons aan het zwaaien zijn. Remus, Alice en Lily zitten aan de ene kant en hebben een gesprek en tegenover hun zitten Sirius, James en Peter. Gelukkig is iedereen weer bezig met iets anders en kunnen we ongestoord lopen. Als Lily merkt dat we er zijn, schuift ze met een lach op, zodat ik tussen haar en Remus kan zitten. Glimlachend kijk ik haar en Alice aan. Niek en Stefan gaan naast Sirius zitten en geven me een blik die "what the hell" zegt. Ook ik moet eerlijk bekennen dat, doordat we nog niet alles weten het best vreemd is om hier te zitten, maar tegelijkertijd voelt het weer heel vertrouwd. Remus slaat een arm om me heen en ik draai mijn hoofd zijn kant op. Een glimlach omringt zijn lippen en dan drukt hij een kus op de mijne. Weer ontploft er een bom van vlinders in mijn buik. We trekken terug en dan vraagt James:' waar is jullie gewaad?' Nu ik mezelf eens bekijken, zie ik dat ik nog steeds de kleren aanheb die ik heel de dag al thuis aanhad. Een zwarte jeans met gaten en een zwarte trui van 5 Seconds of Summer. 'Ja, die hebben we verwisselt, want bij mij zat dat verdomde rokje echt verschrikkelijk,' zeg ik, voordat ik er erg in heb. Niek en Stefan geven me een zoveelste verbaasde blik en deze wordt opgemerkt door Sirius. 'Jullie doen vreemd. Moeten jullie ons iets vertellen of zo?' vragend kijkt hij ons aan, maar er zit duidelijk ook een bezorgde blik in zijn ogen, net als bij de rest van ons groepje. Het liefste wil ik tegen ze zeggen dat er niks is, maar ik weet van binnen donders goed dat we moeten praten. Niek lijkt dezelfde gedachten te hebben, want hij zegt:' we moeten na het eten praten met zijn negenen en het is echt belangrijk.' Iedereen wisselt een blik en als ik weer naar Remus kijk, heeft hij echt een hele bezorgde blik in zijn ogen. 'Het is niets ergs,' verzeker ik hem, waarna ik een kus op zijn wang druk. Zijn blik wordt minder bezorgt en allemaal beginnen we eten op te scheppen. Ik raak in gesprek verzeild met Lily en Alice en af en toe meng ik me in het gesprek van de jongens. Wanneer iedereen is uitgegeten, staan we allemaal op en lopen we de Great Hall uit. Tijdens onze weg richting de toren van Gryffindor, op de zevende verdieping, kijk ik mijn ogen uit, maar ergens weet ik dat ik dit al zo vaak heb gedaan. Ook bedenk ik me dat Niek, Stefan en ik al weten wat er gaat gebeuren in de toekomst, doordat wij in onze eigen wereld Harry Potter hebben gelezen en gezien. Zonder dat ik het zelf doorheb, begin ik Wake Me up Before You Go-Go te zingen van Wham! Iedereen behalve Niek en Stefan kijken me vreemd aan, want dit nummer kennen ze natuurlijk niet. We zitten hier net in 1976, als ik het goed heb, en wij komen uit 2019. Bij het portret van The Fat Lady aangekomen, herinner ik het wachtwoord weer. 'Drakenei,' mompel ik en The Fat Lady gaat opzij. We komen in de Common room terecht en dan zegt Alice:' wij gaan ons even omkleden en dan komen we naar jullie.' Zonder op reactie van de jongens te wachten, trekt ze Lily en mij mee naar de meidenslaapkamer. Binnen in onze slaapkamer, zie ik drie bedden staan en net als in de Great Hall, komen er hier ook weer een deel van mijn herinneringen terug. Lily loopt naar het middelste bed en Alice naar het linker. Ik loop zelf naar de rechter en als de meiden niet naar hun bedden waren gelopen, had ik ook wel kunnen raden dat deze van mij is. Mijn hutkoffer trek ik onder het bed vandaan en ik gris er een joggingsbroek en een trui uit. Blijkbaar een Gryffindor trui van Remus, want op de achterkant staat Lupin. Omdat de anderen nog niet klaar zijn, begin ik maar in mijn hutkoffer te zoeken, zodat ik misschien sneller mijn hele geheugen terugheb. Op mijn bed zag ik mijn uniform van een witte blouse met lange mouwen, hoge zwarte sokken, een zwart rokje, een zwarte trui met lange mouwen en een rood/goud randje, een goud met rood gestreepte stropdas en mijn Gryffindor gewaad al liggen. Nog voordat ik überhaupt mijn hutkoffer heb kunnen doorzoeken, vraagt Alice:' kunnen we gaan?' Lily en ik knikken en met zijn drieën lopen we onze slaapkamer uit. Mijn telefoon, AirPods en het ding heb ik in mijn broekzak gedaan. Al snel staan we voor de deur van de slaapkamer van de jongens. Op het bordje staan niet normaal hun namen, maar er staat groot "The Marauders" op. Lily klopt aan en al gauw roept iemand binnen. Snel doen we de deur open en meteen als de jongens merken dat wij het zijn, slaat James zijn arm om Lily haar schouders en vraagt hij blij:' Lilyflower, wil je met me uit?' Lily slaat zijn arm snel weg en doet een stap in onze richting. 'Nee, Potter, ik wil niet met je uit. Hoe vaak moet ik dat nog zeggen!' roept ze boos. James gezicht betrekt en ik begin zachtjes te lachen, net als Alice. Door een boze blik van James begin ik nog harder te lachen, waardoor uiteindelijk iedereen moet meelachen of ze het nou grappig vinden of niet. In de kamer van de jongens staan zes bedden en het is echt een zooitje. Met zijn negenen gaan we op de grond zitten en Remus slaat een arm om me heen. Ik druk een kus op zijn lippen en daarna vraagt Peter:' wat moeten jullie ons vertellen?' Niek, Stefan en ik geven elkaar een blik die alleen wij elkaar kunnen geven. Dit gaat een lang verhaal worden.

Hii, hier is hoofdstuk 2. De eerste vijf hoofdstukken zullen vooral hoofdstukken zijn om alles uit te leggen en dan gaat het verhaal eigenlijk pas "echt" beginnen. Natuurlijk moet je deze hoofdstukken ook hebben in een boek, omdat je er anders niet veel van snapt, maar ik hoop dat jullie het tot nu toe leuk vinden. Zaterdag komt er een nieuwe update🥳🥳!

Xx deslimmenerd ❤️❤️

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top