Hoofdstuk 1

Door mijn mobiel word ik wakker gemaakt. Gapend kom ik overeind. Waar ligt mijn mobiel?! Wie belt er nou om 10 uur in de ochtend . Met een zucht neem ik op. 'Hoi lieverd.' Zegt mijn moeder aan de andere kant van de telefoon. 'Goedmorgen mam.' Zeg ik nog half slapend. 'Je komt Hope om 12 uur halen toch?' Vraagt ze. 'Ja dan zal ik er zijn. Tot zo!' Ik hang op. Dit was de eerste keer dat ik had uitgeslapen. Mijn moeder is een echte schat. Ze wou  dat Hope bij haar kwam logeren zodat ik even kon slapen. Met een moe hoofd stap ik mijn bed uit. Langzaam loop ik de keuken in om even een broodje te eten. Het voelt wel raar dat Hope er nou niet is. Het is de eerste keer in 8 maanden dat ze niet bij me is. Toen ze geboren werd voelde ik me best wel ongelukkig. Maar nou kan ik niet meer zonder haar. Mijn maag begint heel hard te knorren. Snel neem ik een hap van mijn broodje. Er zit best veel hagelslag op. Maar hagelslag is gewoon lekker. De deur bel gaat. 'Even wachten.' Roep ik met volle mond waardoor het nauwelijks verstaanbaar is. Half rennend ga ik naar de deur toe. 'Hallooooo ben je thuis?' Roept een bekende stem door de brievenbus. Ik doe de deur open. 'Hannah!' Hannah glimlacht blij. 'Goedemorgen em' blij vlieg ik mijn bff om de hals. Hannah knuffelt me terug. 'Altijd fijn om jou te zien.' We laten elkaar weer los. 'Ga je mee Hope halen?' Vraag ik. Hannah knikt. 'Ja goed.' Onhandig pak ik mijn jas van de kapstok. De hele kapstok valt. Even staren we er naar. Dan beginnen we alle twee tegelijk te lachen. 'Wat ben je toch weer onhandig.' Lacht Hannah. 'Tja You know me.' Zeg ik terwijl ik buk. Voorzichtig zet ik hem weer neer. 'Laten we snel gaan voordat je weer iets laat vallen.' Plaagt Hannah. 'Goed plan.' Zeg ik. 'Mijn plannen zijn altijd goed.' Zegt Hannah alsof ze de beste is. Ik geef haar een duwtje. 'Niet altijd hoor.' Hannah moet lachen. We lopen richting het park. Dat is de kortste weg om naar mijn moeder te gaan. 'Hoe gaat het nou eigenlijk met je?' Vraagt Hannah. 'Ja gaat wel goed eigenlijk.' Zegt ik. Het lijkt alsof Hannah nog iets wil zeggen maar zich dan bedenkt. Het is best wel druk in het park. Er lopen vooral veel gezinnetjes rond. Met een verdrietige blik kijk ik er naar.Hannah ziet het. Ze kent me gewoon te goed. 'Je zit er nog steeds mee.' Zegt ze. Somber knik ik. 'Het voelt zo raar dat Hope waarschijnlijk nooit haar vader leert kennen en dat we nooit een gezin zullen zijn. Want hij weet niet eens dat ze bestaat.' Troostend legt Hannah haar hand op mijn schouder. 'Voor mezelf is het ook zo raar. Ik weet wel hoe hij heet, maar ik ken hem niet eens. We waren dronken.' Zeg ik met verdriet in mijn stem. 'Gebeurd is gebeurd. Je kan het toch niet meer ongedaan maken.' Sust Hannah. Dankbaar kijk ik haar aan. 'Je bent een echte vriendin Han.' 'Weet ik toch.' Zonder dat we het wisten waren we al bijna bij mijn moeders huis aangekomen. De deur gaat al open voordat we kunnen aanbellen. 'Hallo kom binnen!' Zegt mijn moeder vrolijk. We lopen naar binnen toe. Het is een niet te groot huis. Maar het is ook niet een te klein huis. We gaan op de bank zitten. 'Slaapt Hope?' Vraag ik. Mijn moeder knikt. 'Ja ze slaapt net. Dus laten we eerst even thee doen.' Zonder op antwoord te wachten gaat ze thee zetten. Hannah bekijkt de woonkamer. 'Er is iets veranderd.' Mompelt ze. 'We hebben een nieuwe bank.' Zeg ik. 'Dat is het!' Zegt Hannah terwijl ze de bank bekijkt. 'Vind je hem mooi?' Vraag ik. 'Ja mooi paars.' Er klinkt gestommel van uit de keuken. Dan komt mijn moeder weer aangelopen met een dienblad in haar handen waar thee kopjes op staan. Ze zet ze neer op de tafel. Dan gaat ze op een schommel stoel zitten. 'Dus Emily heb je die Jake nog een keer gezien?' Vraagt ze uit het niets. Ik werp haar een boze blik toe. Het ligt een beetje gevoelig. 'Want Hope heeft haar vader nodig.' Zegt mijn moeder. 'Mam, hij weet niet
Eens dat ze bestaat. Zelf ken ik hem ook niet eens. Het enige wat ik weet is dat hij Jake heet.' Zeg ik een beetje boos. Hannah nipt ongemakkelijk van haar thee. 'Wil je hem dan niet leren kennen? Ook al is het maar voor Hope.' Zegt mijn moeder. Hannah zet haar thee weer neer. 'Dat is geen slecht idee Em. Je hoeft niet persee een relatie met hem. Maar dan weet je wel wat voor persoon hij is.Ook heeft hij het recht om te weten dat hij een dochter heeft.' Oké Hannah en mam hebben wel gelijk. 'Ik weet niet eens waar hij woont.' Zeg ik om er nog onder uit te kunnen komen. 'Maar je weet wel waar hij uitgaat.' Zegt Hannah. Even schieten er allemaal gedachtes door mijn hoofd heen. Het zou wel leuk zijn om hem te leren kennen. Als het het dan toch klikt heeft Hope haar vader. Maar het is wel een beetje raar als ik hem dan tegen kom , om gelijk te zeggen van: Hey! Ken je me nog? Nou ik was dus zwanger van jou en heb een kind van je. 'Hoe moet ik het aanpakken?' Vraag ik. Hannah kijkt nadenkend naar haar voeten. Mijn moeder heeft ook haar nadenk gezicht. Dan glimlacht Hannah. 'Ik heb het!' Zegt ze blij. Ik en mijn moeder kijken haar nieuwsgierig aan. 'Vrijdag gaan we gewoon uit naar de plek waar je hem hebt ontmoet. Je gaat dan gewoon proberen om zijn nummer te krijgen. Daarna kan je hem bellen of hij zin heeft om aftespreken. Dat doe je dan bijvoorbeeld een maand lang. Zodat je elkaar beter leert kennen.' Legt Hannah uit. 'Dat is wel een goed plan.' Zeg ik. Mijn moeder knikt ook. 'Ik heb altijd goeie plannen.' Zegt Hannah trots.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top