Hoofdstuk 8

'Hallo dames,' zegt Stephan met een glimlach als hij ons aan ziet komen lopen. 'Lang niet gezien.' Linkon geeft hem een por in zijn zij en zegt iets onhoorbaars.

'Wat is het probleem?' vraagt Linkon met een rustige stem.

Ik zie dat Darlene wil gaan praten, maar snel praat ik over haar heen, voordat we uren verder zijn. 'De auto is vastgezet door de politie. We kunnen niet meer thuiskomen. Dus we vroegen ons af of we...'

Nog voordat ik mijn zin af kan maken antwoordt Stephan al. 'Wat een toeval!' roept Stephan uitbundig. 'Fijn dat wij ook net weg willen.'

'Stephan, houd eens op!' zegt Linkon streng. 'We rijden jullie wel even naar huis,' zegt hij met een onschuldige glimlach.

Darlene en ik kijken elkaar opgelucht aan, maar ik ben toch een beetje gespannen. De jongens staan op en lopen in een rustig tempo richting de parkeerplaats. Darlene en ik draaien ons om, maar we houden een beetje afstand. 'Is dit verstandig?' vraag ik zacht.

'Tuurlijk!' zegt ze. 'We krijgen een lift van een stel knappe jongens! Dat gebeurt alleen in films!' jubelt ze zacht.

De talloze waarschuwingen van mijn moeder galmen door mijn hoofd. "Ga niet zomaar met vreemden mee!", "Wees altijd op je hoede! Je weet niet wat ze van je willen!", "Niet iedereen is te vertrouwen!" hoor ik mijn moeder roepen.

'Echo?' fluister ik. 'Gaat er iets gebeuren?' Ik luister, maar ik hoor niets. Echo blijft stil. Ik weet niet of dat een goed teken is, of een slechte. Vaak zegt Echo het wel als er iets onverwachts gebeurt, of als ik iets niet moet doen. Nu ze niets zegt, wordt het alleen maar verwarrender. Ze zou me toch wel waarschuwen als het niet pluis is, toch?

'Skye?' sist Darlene. 'Treuzel niet zo. Er gaat heus niets gebeuren!' zegt ze en ze trekt me aan mijn arm mee. Dan pas dringt het tot me door dat ik stil heb gestaan om na te kunnen denken.

'Maar...' begin ik.

'Niets gemaar... laat zoiets nou voor een keer in je leven gebeuren. Hoe vaak zullen zulke knappe jongens je nou een lift aanbieden? Nooit! Dus doe nou niet zo dom en kom mee.'

'Oké, oké,' zeg ik en laat me door haar meetrekken.

De jongens, die een stukje verderop lopen, draaien zich om, om te zien of we nog achter hen lopen. 'Komen jullie nog?' roept Stephan naar ons. Darlene knikt heftig. Ik haal mijn schouders op en laat me door Darlene meetrekken.

'Ja, we komen!' roept Darlene met een zoete stem terug. 'Skyes veter zat los!'

Ik kijk naar mijn voeten en kijk terug naar Darlene. 'Wat doe je nou?' sis ik. 'Ik draag helemaal geen schoenen!' zeg ik met een blik op mijn slippers gericht.

'Weet ik, maar wat moest ik dan zeggen?' sist Darlene terug.

'Maakt niet uit,' zeg ik, terwijl ik met stevige passen doorloop naar de parkeerplaats. We lopen tussen de rijen auto's door, langs Darlenes geblokkeerde auto helemaal naar achter, tot de jongens bij een oudere pick-uptruck stoppen.

'We zijn er,' zegt Stephan met een amusant lachje. Darlene en ik kijken elkaar secondenlang aan. Ik weet precies wat ze wil gaan doen. 'Orion!' schreeuw ik, net voordat Darlene het schreeuwt.

Haar gezicht vertrekt. 'Ah, kom op!' zegt ze, terwijl ze met haar voet op de grond stampt van frustratie. 'De vorige keer was jij ook sneller. Laat mij nou eens voorin zitten!' zeurt ze. De jongens kijken ons aan alsof we gek zijn.

Ik zie hun blik en lach ongemakkelijk. 'Het is hetzelfde idee als Shotgun. Wie het snelst "Orion" roept krijgt het voorrecht,' leg ik uit. 'In dit geval voorin zitten.'

Linkon trekt zijn wenkbrauw op en kijkt me doordringend aan. Dan haalt hij zijn schouders op en zegt: 'Ik zeg niets.' Hij loopt naar de auto en doet de deur open. Met een handgebaar zegt hij: 'Stap in.'

Ik loop langs hem heen en stap voorin. Linkon slaat de deur dicht, loopt om de auto heen en gaat achter het stuur zitten. Darlene gaat achter mij zitten en Stephan gaat naast haar zitten. 'Iedereen riemen vast?' vraagt Linkon. Niemand zegt "nee", dus Linkon start de auto en rijdt de parkeerplaats af. Het is stil in de kleine cabine. Linkon rijdt de snelweg op. Ondertussen kleurt de lucht rood. Het is nog niet heel laat, maar de zon zakt al wel. Ook de temperatuur is gedaald van achtentwintig graden naar vijfentwintig. De ramen staan open, waardoor mijn haar alle kanten op vliegt.

'Waar wonen jullie?' vraagt Linkon, terwijl als hij een kleine, blauwe Peugeot inhaalt. Ik kijk Darlene aan via de achteruitkijkspiegel, maar Darlene heeft al een antwoord klaarstaan.

'Tja, we wonen niet in hetzelfde huis, als je dat soms dacht,' zegt Darlene bijdehand. Stephan begint te lachen. 'Het is vrij duidelijk dat jullie geen zussen zijn!' roept hij uit. Linkon en ik kijken elkaar in stilte aan. Ik glimlach, waardoor hij glimlacht.

'Hij vindt je leuk, jullie zitten op dezelfde lijn,' zegt Echo. Mijn wangen beginnen te gloeien. Ik ben blij dat de lucht rood is, daardoor valt het minder op. Het voelt echt alsof ik een tomaat ben. Snel kijk ik in de spiegel van de auto, maar het valt wel mee. Ik ben blij dat Darlene Stephan leuk vindt en niet Linkon, anders zou het ontzettend ongemakkelijk worden.

We rijden nog een aantal kilometers verder. Dan zie ik de juiste afslag. 'Sla hier af,' zeg ik, wijzend naar de afrit. Linkon knikt en stuurt de afrit af, het dorp in.

'Waar zal ik jullie afzetten?' vraagt Linkon nog eens. Ik hoor dat Darlene met Stephan in gesprek is, dus zij zit niet op te letten. Snel bedenk ik een geschikte plaats waar Darlene en ik naar huis kunnen lopen. 'Zet ons maar af in het park, vanaf daar kunnen we wel naar huis lopen,' zeg ik tegen Linkon.

'Is goed,' zegt Linkon, terwijl hij een rotonde neemt. Ik luister naar het gesprek dat zich achterin de cabine afspeelt. Stephan vraagt iets over school, waar Darlene luidt lachend op reageert. Het gesprek wisselt constant van onderwerp. Dan gaat het over school en dan weer over werk of familie. Linkon en ik zijn vooral stil en genieten van de late middag. Linkon slaat nog een paar keer af en zet dan de auto stil. 'We zijn er,' zegt hij, met een scheve lach naar mij. Ik blijf nog even zitten en bedenk wat ik moet zeggen. Uiteindelijk komt er niet meer uit dan een "dank je".

'Dank je wel,' zeg ik zacht. 'Voor het ijs en de rit naar huis.' Ik doe de deur open en sta op het punt uit te stappen, maar Linkon houdt me tegen. 'Hé,' zegt hij en hij legt zijn hand op mijn arm. Ik draai me om en kijk recht in zijn prachtige bruine ogen. Ik voel weer mijn wangen branden, maar ik negeer het. Linkon pakt een papiertje en krabbelt er iets op. 'Hier is mijn nummer.' Hij geeft me een briefje met tien cijfers erop.

'Dank je,' zeg ik verlegen. Hij glimlacht als ik het papiertje aanneem.

'Bingo!'' schreeuwt Echo in mijn hoofd, zodra ik de deur heb dichtgeslagen. Ik sta met mijn rug naar de auto toe. Ik kan het niet helpen om te glimlachen, wat al snel over gaat in een korte, vreugdige lach. Hoe is dit gebeurt? Ik ken hem niet langer dan een dag! Ik wil dansen van geluk, maar ik houd me in.

Achter me praten Darlene en Stephan nog luid met elkaar. Ik hoor wel vijf keer een afscheidsgroet, maar elke keer komt er weer een gesprek op gang. Darlene omhelst Stephan kort en zegt nog eens "doei!", maar Stephan houdt haar tegen.

'Stephan!' roept Linkon ongeduldig vanuit de auto. 'Stap in de auto, man!'

Ik besluit hetzelfde te doen als Linkon. 'Darlene?' vraag ik. 'Ga je mee?' Darlene en Stephan kijken me aan alsof ik net hun date heb verstoord.

'Wacht even,' zeggen ze tegelijk. Ze schieten in de lach en zeggen iets over dat ze gelijk zijn. Linkon stapt uit en gaat naast Stephan staan.

'Gast, we moeten nog naar huis! En dat is een eind rijden. Ik heb geen zin in een kwade moeder.' Hij zucht.

'Wacht nog even,' antwoordt Stephan. 'We zijn zo weer weg. We komen heus op tijd.' Stephan gaat ongestoord verder met het gesprek.

Nu is het mijn beurt om te zuchten. Ik heb ook geen zin in een kwade moeder. Ik zie Linkon naar me staren. Hij haalt zijn schouders op en zegt geluidloos: 'Duurt lang.' Ik lach en knik. Hij lacht terug. Dan grijpt Linkon Stephan bij zijn arm en ik grijp Darlene. 'Kom op, Darlene,' zeg ik. 'Het is echt tijd om afscheid te nemen.'

'Doei!' roept Darlene. Ze rukt zich los uit mijn greep en rent naar hem toe. Ze omhelst hem stevig en loopt dan met mij mee een stukje achteruit. We wachten tot de jongens in de auto stappen en weg rijden. We zwaaien de jongens uit en lopen dan richting huis. 'Stephan is zo leuk!' roept Darlene, terwijl ze een pirouette maakt. 'Hij is geweldig! Hij is grappig en lief. En ook nog slim!' Darlene kijkt naar de avondzon. 'Jij en Linkon passen ook goed bij elkaar, ik zag je wel staren, hoor! Hoe geweldig is dat? Beiden een jongen die bevriend zijn met elkaar!'

'Ja, vind ik ook,' zeg ik niet al te overtuigend.

'Wat is er? Waarom ben je niet blij?' Ze grijpt me vast en laat me haar aankijken. Ze schudt me door elkaar.

'Ik ben wel blij! Echt waar!' zeg ik, proberend overtuigend te klinken. 'Ik moet er nog zo aan wennen.'

'Komt wel,' zegt ze blij. 'Straks wil je niet anders!' Ze glimlacht. 'Ik moet naar huis. Ik zie je in ieder geval maandag weer. Misschien app ik je morgen wel. Tot maandag!' roept ze, terwijl ze de andere kant op loopt dan ik.

'Tot maandag!' roep ik. Ik zwaai haar uit en draai me om. Het is een best eindje lopen naar huis. Als ik geluk heb, ben ik voor negenen thuis. Als ik nog meer geluk heb, zal mam het niet eens merken dat ik zo lang ben weggeweest. Waarschijnlijk merkt ze het wel en zal ze wel weer hartstikke boos worden. Ze zal wel roepen dat ik niet verantwoordelijk genoeg ben en dat ik moet oppassen met mijn "conditie". Meestal luister ik niet.

Ik loop onder de bomen naar huis. Er waait een briesje, dat mijn haar doet wapperen. Mijn slippers schrapen over de tegels en flipfloppen tegen mijn hielen. 'Dat was een geslaagde dag,' zegt Echo.

'Ja. Ja, dat vond ik eigenlijk ook wel!' zeg ik terug. Ik begin steeds meer te wennen aan het idee dat Linkon mij leuk vindt. In ieder geval hadden we een klik.

'Zie je, als je mij maar vertrouwt komt alles goed,' zegt ze vol zelfvertrouwen. Het blijft even stil. 'Je kunt hem vertrouwen,' zegt Echo. 'Maar je moet wel rustig aan met hem doen. Hij vindt je leuk, maar loop niet te hard van stapel,' waarschuwt Echo.

'Is dat niet iets wat je tegen een jongen zou moeten zeggen?' Ik frons. Vanuit een zijstraatje doemt een silhouet op. Met grote ogen kijk ik naar een oudere man die zijn hond uitlaat. Ik wend mijn blik af, maar ik kon nog net zien dat hij raar naar me keek. Ik trek mijn gezicht in de plooi en doe alsof er niets aan de hand is. Met ferme passen loop ik door en wacht met praten totdat hij ver genoeg weg is. Ik kijk nog snel even rond of er niemand in de buurt is. 'Ja, maar als jij meteen vertelt hoe je echt bent en over mij vertelt, flipt hij helemaal. Als je rustig aan doet en hem eerst aan je laat wennen, komt het wel goed. Als de tijd rijp is, zal ik je helpen,' zegt Echo als de kust veilig is.

'Je zult wel moeten!' zeg ik. 'Jij hebt me hier ook ingebracht dus sleep je me er ook doorheen.' Ik hoor Echo grinniken, maar ze zegt niets terug. Ik neurie een liedje, terwijl ik verderloop. Na ruim veertig minuten ben ik bij de laatste straat en kan ik mijn huis zien staan. Ik loop de oprit op en doe de deur open. Snel ga ik naar binnen, schop mijn slippers uit en loop de woonkamer binnen. Mam zit voor de televisie met een dampende kop thee in haar handen, naar een renovatieprogramma te kijken. Ik plof naast haar neer en leg mijn voeten op de tafel. Mam doet de tv uit en kijkt me aan. Ik verwacht een hele tirade, maar die komt niet. In plaats daarvan vraagt ze: 'Hoe was je dag?'

'Super,' zeg ik, afvragend wanneer ik de klap krijg. 'We zijn naar het strand gegaan, hebben wat gezwommen en ik heb een leuke jongen ontmoet,' zeg ik, toch op mijn hoede.

'Oh?' zegt mam. 'Leuk, hoe heet hij?' vraagt ze meteen. Ze gaat verzitten. Ze kijkt me nieuwsgierig aan en ze heeft een vreemde glimlach op haar gezicht. Waarschijnlijk is dit het moment waarop ik De Praat krijg.

'Hij heet Linkon,' zeg ik. 'Hij is lang, heeft zwart haar en bruine ogen.' Mam kijkt naar me, knikkend.

'Leuk,' zegt ze. 'Het is goed dat je mensen ontmoet buiten school.'

In de hal hoor ik de voordeur opengaan.

'Hoor ik iets over mensen ontmoeten?' vraagt een stem vanuit de gang. Een lange man in een overhemd en een nette broek komt de kamer binnenstappen.

'Hé pap!' roep ik vrolijk. 'Ik wist niet dat je vanavond thuis zou komen?' zeg ik vragend, terwijl ik opsta en om de bank heenloop.

'Oh, de dienst was vroeg afgelopen. En het is zaterdag, ik wil mijn kleine meid graag zien!' Hij gooit zijn spullen op de grond en rent naar me toe, alsof ik een vierjarige ben. Hij tilt me van de grond en draait rondjes. 'Jemig wat ben je zwaar!' roept hij, terwijl hij me op de grond terugzet.

'Noem je me nou dik!' gil ik uit. 'Pahap!'

'Pahap? Wat pahap? Mag ik mijn kleine prinsesje niet even door de lucht zwieren?'

'Ik ben bijna zeventien, hoor! En ik ben helemaal niet zwaar,' voeg ik er snel aan toe. Ik sta opstandig met mijn armen over elkaar tegenover pap.

'Als jij het zegt,' zegt hij zacht. 'Hallo Esmée, hoe was je dag?' hij buigt over de bankrand en geeft mijn moeder een kus.

'Ik ga naar boven, moet nog dingen doen en zo...' Ik loop schuifelend achteruit en laat mijn ouders alleen.

'Dat was een beetje ongemakkelijk,' zegt Echo, terwijl ik de trap op loop.

'Pff, zeg dat wel,' mompel ik. Ik ga mijn kamer binnen, gooi de deur dicht en laat me op mijn bed vallen. In mijn zak hoor ik gekraak. Ik voel in mijn zak en haal het verfrommelde papiertje eruit. Vervolgens pak ik ook mijn mobiel en open WhatsApp. Met klamme vingers typ ik zijn nummer in. Ik staar een minuut naar het lege scherm. 'Wat moet ik zeggen?'

'Wat dacht je van "hoi"?' zegt Echo simpel. Ik knik en stuur een bericht.

Skye: Hé.

Ik leg mijn mobiel weg en kleed me om. Snel trek ik mijn pyjama aan en duik weer terug mijn bed in. Ik pak mijn mobiel van mijn nachtkastje en zie dat Linkon me terug heeft geappt.

Linkon: Hé, hoe gaat het?

Linkon: Veilig thuisgekomen?

Skye: Gaat goed!

Skye: En ik ben goed thuisgekomen. Er waren geen kidnappers op de weg naar huis.

Skye: En jij? Ben jij een beetje heel thuisgekomen?

Linkon: Haha. Mooi zo!

Linkon: Oh, ja hoor! Geen problemen op de weg. Het enige probleem was Stephan. Hij kon zijn mond niet houden over Darlene! Ik werd gek van die gast.

Skye: Met Darlene was het niet anders. Al dat geblaat over Stephan. Jemig! Ben blij dat ik thuis ben!

Skye: Was je moeder nog boos?

Linkon: Nuh. Ze wordt eigenlijk nooit boos. Het is alleen maar een middel om Stephan thuis te krijgen. Het werkt over het algemeen best wel goed.

Skye: Haha. Dat doe ik ook best wel vaak. Darlene denkt echt dat mijn moeder een heks is. Het valt in het echt wel mee.

Linkon: Klinkt als mijn moeder. Ze wordt alleen boos als ik de dieren niet goed verzorg.

Skye: Dieren? Hebben jullie een Ranch?

Linkon: Hoe wist je het? Was het de hoed? Ik had hem misschien thuis moeten laten.

Skye: Nee, dat had je niet moeten doen! Anders hadden we elkaar nooit ontmoet.

Linkon: Dat is waar.

Linkon: En ja: we wonen op een ranch. We houden paarden en koeien. Meestal houd ik de stallen schoon als ik op school zit. Mijn moeder verzorgt ze en geeft ze eten.

Skye: Cool! We hebben een hond Max. Hij is een Duitse Herder. Echt een schat van een hond.

Linkon: Gaaf! Wij hadden ook een herdershond. Ze was een Border Colli. Ze heette Mara, maar ze stierf drie jaar geleden.

Skye: Ah, dat is balen. Altijd vervelend om je huisdier te verliezen.

Dan blijft het een tijdje stil. Ik weet niet waarom Linkon ineens niet reageert en ik weet ook niet wat ik moet doen.

'Heb geduld,' zegt Echo. 'Het komt allemaal goed.'

'Hoezo? Wat gaat er gebeuren?' vraag ik lichtelijk in paniek, maar dan stuurt Linkon een bericht.

Linkon: Ik vond het vandaag best gezellig.

Skye: Ik ook!

Linkon: Het lijkt me leuk om je beter te leren kennen. Heb je zin om morgen een dag met mij te spenderen?

Skye: Eh... wat gaan we doen?

Linkon: Dat is geheim.

Linkon: En? Wat zeg je ervan?

Skye: Ja leuk, hoe laat?

Linkon: Ik haal je op om negen uur.

Linkon: 's Ochtends.

Skye: Oké, ik zie je dan!

Linkon: Tot morgen. Slaap lekker.

Skye: Wacht!

Linkon: Wat is er, Skyler?

Skye: Moet je niet mijn adres hebben?

Linkon: Slim...

Ik geef hem mijn adres en zeg nog eens welterusten. Ik lach kort om zijn onhandigheid. Dan berg ik mijn mobiel op en zet mijn wekker om acht uur. Ik kan echt niet te laat komen op mijn eerste afspraak! Met de waarschuwing van Echo en een beeld van Linkon in mijn achterhoofd, val ik in slaap.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top