Hoofdstuk 11
De bel voor het tweede uur gaat en wij staan nog maar op het schoolplein. Snel zetten we onze fietsen in het fietsenhok. Ik vergeet bijna om hem op slot te doen. 'Schiet op, Darlene,' zeg ik. 'Straks komen we nog te laat!'
'Rustig aan,' zegt Darlene. 'Het is bio maar. We hebben heus geen toets, of zo.' Ik sleep Darlene mee naar binnen. Ik hang mijn jas voor deze keer op aan de kapstok en ren met Darlene naar boven. Het is een eind lopen, maar we komen vlak voor de tweede bel aan bij het goede lokaal. We gaan het biologielokaal in en zien de tafels in toets opstelling staan. Op elke tafel liggen twee papiertjes. 'Wat zei je over "geen toets hebben, of zo"?' fluister ik boos.
'Sinds wanneer hadden wij een toets vandaag?' fluistert Darlene in paniek. 'Wist jij dit?' vraagt ze.
'Nee,' antwoord ik. Echo blijft ook stil. Vaak als ik het niet weet, weet zij het wel. Nu ze stil is, denk ik dat ik er die les niet bij was. Ik loop naar een leeg tafeltje en laat mijn tas op de grond zakken. Darlene gaat achter me zitten. Ze hangt naar Maya, een klasgenoot. 'Zeg Maya,' zegt Darlene. 'Wist jij dat we een toets hadden vandaag?'
'Eh ja,' antwoordt ze, alsof het overduidelijk was dat we een toets hadden. 'Meneer Thorne had het er vorige week nog over.' Ze kijkt ons aan met zowel een vragende blik als een meesmuilende blik. Darlene wendt zich van haar af.
Ik draai me om. 'Vorige week was ik er niet,' zeg ik. 'Je zei dat we niets hadden.'
'Sorry hoor, dat zijn lessen slaapverwekkend zijn!' zegt Darlene geïrriteerd. 'We kunnen er nu toch niets aan doen.'
Meneer Thorne komt binnen met een dikke stapel proefwerken. 'Goedemorgen,' zegt hij. 'Vandaag hebben jullie een korte toets over zenuwcellen. Jullie krijgen tachtig minuten. Gebruik je tijd goed. De toets begint pas als iedereen een blaadje heeft. Succes allemaal.'
Ik zucht diep. Dit gaat helemaal niet goed komen. Ik pak een pen uit mijn etui en schrijf mijn naam, het vak, de datum en mijn klas bovenaan op het papiertje. Ik staar naar het lege papiertje en tik zenuwachtig op mijn tafel. Ondertussen deelt meneer Thorne de papiertjes uit.
'Doe niet zo nerveus,' zegt Echo. 'Het komt wel goed. Ik sleep je er wel doorheen.'
Ik frons mijn wenkbrauwen. 'Dat mag helemaal niet,' zeg ik zo zacht mogelijk. 'Dat is valsspelen.'
'Weet ik, maar als jij een onvoldoende krijgt... man, dan breekt de hel los.' Ik lach kort. Eindelijk komt meneer Thorne bij mijn tafel. Hij geeft me een toets en zegt: 'Succes.'
'Bedankt,' antwoord ik. 'Dat zal ik nodig hebben,' zeg ik als hij al weer weg is.
'Goed, heeft iedereen een toets?' vraagt meneer Thorne. 'Ja? Goed, dan mogen jullie nu beginnen. Succes allemaal.' Overal in het lokaal klinkt geritsel van papiertjes en krassende pennen. Ik lees de instructies op de voorkant. Geen hulpmiddelen, tachtig minuten, alles inleveren. Niets nieuws. Dan begin ik met de toets. Het eerste dat me opvalt is de grote hoeveelheid tekst. Ik zucht. Dit gaat een lange toets worden.
Ik zet mezelf ertoe om te beginnen met lezen. De eerste vraag is maar kort en maar twee punten waard. Vraag één: noem drie verschillende soorten neuronen. Ik begin bijna te stressen. Hoe moet ik dat weten? Ik haal diep adem en pak mijn Binas erbij. Ik blader door het handige informatieboekje en zoek de goede tabel op. Ik zie een plaat met verschillende zenuwcellen. Is dit wat ze bedoelen?
'Zenuwcellen en neuronen zijn hetzelfde,' zegt Echo. 'Het antwoord op vraag één is: sensorische zenuwcel, schakelneuron en motorische zenuwcel.' Snel pen ik het antwoord op en ga door naar vraag twee: Leg het verband uit tussen MS en de beschadiging van myeline.
Ik zucht. Dit wordt nog een lange toets.
Tachtig minuten later sta ik weer op de gang. Darlene komt bezweet uit het lokaal. 'Hé, hoe ging het?' vraag ik.
'Verschrikkelijk! Als ik geen één heb, weet ik het ook niet meer. Bij jou?' vraagt ze.
'Best wel goed, eigenlijk.' Ik voel me een beetje schuldig. Eigenlijk is het niet eerlijk wat Echo en ik hebben gedaan, maar het zou ook raar zijn als ik niet de extra hulp zou gebruiken.
'Je hebt het zeker helemaal op eigen kracht gedaan,' zegt Darlene met een opgetrokken wenkbrauw.
'Misschien heb ik een beetje vals gespeeld, maar ik heb ook veel zelf gedaan.'
'Als jij het zegt.' Darlene loopt de trap af. Snel ga ik haar achterna en struikel daarbij bijna over mijn eigen voeten. We zijn halverwege als Darlene ineens blijft staan, midden op het plateau tussen de begane grond en de eerste verdieping. 'Oh. Mijn. God!' schreeuwt ze uit.
'Wat?' vraag ik, terwijl ik naast haar ga staan. 'Wat is er?' Allerlei gedachten schieten door mijn hoofd, maar ik heb geen idee waar Darlene op doelt.
'Kijk dan!' zegt ze, wijzend op een flyer. Ik kijk naar de flyer waar Darlene naar wijst. Het is een klein papiertje met een silhouet van een paar dansende mensen erop. 'Het bal,' zeg ik. 'Is dat waar je je zo druk om maakt?' vraagt ik.
'Het zómerbal,' zegt Darlene. 'Nee, ik maak me er niet druk om, maar het is toch geweldig!' roept ze. 'Ik ga Stephan mee uit vragen,' jubelt ze. 'Oh! Jij móét Linkon vragen. Iedereen gaat echt stomverbaasd kijken om jou te zien met zo'n hunk!' Volledig overdonderd kijk ik Darlene aan. Ik ben nog nooit naar een bal gegaan. Ik vond het niets aan, allemaal zwetende tieners in een kleine ruimte. En daarbij, niemand vroeg me mee en ik had niet zo'n zin om zelf iemand te vragen, aangezien geen enkele jongen me ooit zag staan. Tot Linkon.
'Dus?' vraagt Darlene. 'Wat denk je ervan? Zullen we naar het zomerbal? Met de jongens?'
Ik twijfel. Ik kan helemaal niet dansen. Hoe moet ik dan ooit het zomerbal overleven? Ik wil me absoluut niet voor schut zetten tegenover Linkon.
'Kom op!' moedigt Echo me aan. 'Doe eens impulsief! Ga uit je comfortzone. Het wordt leuk. Vertrouw me.'
Nog altijd twijfel ik. Veel mensen in een kleine ruimte... luide muziek... drank... dansen... niet bepaald de dingen waar ik echt van houd.
'Toe?' zeurt Darlene. 'Doe het voor mij. Please... zeg ja.' Ze gaat al bijna door haar knieën.
Ik zucht. 'Oké, goed dan. We gaan naar het zomerbal.'
'Yes!' schreeuwt Darlene. 'Dank je wel! Ik wist het wel!' Ze maakt een sprongetje van geluk. Ze omhelst me en lacht van oor tot oor. Als de bel niet was gegaan, had ze maar nu waarschijnlijk nog in haar knuffelhoudgreep. Ik heb Duits, Darlene heeft natuurkunde.
'Shit! Ik had boven les. Verdorie!' zegt Darlene zuchtend. 'Ik zie je zo wel,' zegt ze, terwijl ze naar boven loopt. 'Dank je!' roept ze nog.
Ik glimlach. In ieder geval heb ik Darlene blij gemaakt vandaag.
Na de laatste bel wacht ik beneden op Darlene. Ik sta aan een statafel in de hal. Ik zie haar de trap af komen, pratend met Wendy. 'Tot morgen,' zegt ze tegen haar en loopt mijn kant op.
'Zullen we gaan?' vraag ik, terwijl ik mijn tas van de grond oppak.
'Ja, is goed.' We lopen naar de kluisjes. Snel pak ik mijn jas, nog wat boeken en mijn gymtas uit mijn kluisje. Ik trek mijn jas aan en de rest prop ik in mijn tas. Daarna lopen Darlene en ik naar buiten. Ik haal mijn fiets van het slot, zadel mijn tas op mijn fiets en wacht tot Darlene eraan komt. 'We kunnen!' roept ze, als ze eindelijk klaar is. We stappen op en beginnen met fietsen. We moeten eerst nog langs mijn huis, want Darlenes spullen liggen daar nog.
Eenmaal thuis gekomen raapt Darlene al haar dingen nog bij elkaar. 'Morgen gaan we shoppen,' zegt ze als ze haar slaapzak oprolt en in de hoes duwt.
'Regel jij dan je auto?' vraag ik plagerig.
Darlene kijkt me aan met een moet-dat-nou? -blik. 'Ja, ik hoef alleen nog even naar het politiebureau te gaan. Dat heeft pap dan weer niet gedaan. Wel ophalen, maar niet betalen. Heel flauw! Maar goed, ik ga zo even langs.'
'Blijf beleeft,' waarschuw ik haar. We lopen de trap af, naar de deur.
Ze bindt haar slaapspullen op haar fiets. 'Ja baas,' zegt ze. 'Nou, tot morgen!' zegt ze terwijl ze opstapt en wegfietst.
'Tot morgen!' Ik zwaai haar uit tot ze niet meer te zien is en loop dan terug naar binnen. Ik schenk wat drinken in. Zou ik berichtjes hebben? In één slok drink ik het sap op en ren de trap op. 'Waar is mijn mobiel?' vraag ik aan een lege kamer. 'Waar ligt hij? Ik had hem op mijn tafel laten liggen.' Ik begin te paniekeren.
'Nachtkastje,' zegt Echo droog.
'Oh ja,' zeg ik met een ongemakkelijk lachje. Ik gris mijn mobiel van mijn bureau en zet hem aan. Ongeduldig wacht ik tot hij aan staat. Nul gemiste oproepen en geen appjes. Ergens ben ik teleurgesteld. Ik had gehoopt dat hij me had geappt, maar dat heeft hij niet gedaan. Dan moet ik het maar regelen. Ik open WhatsApp en staar naar mijn toetsenbord. Hoe begin je?
'Ga je nog wat typen of blijf je de hele tijd staren naar dit lege scherm?'
'Geef me even de tijd om na te denken,' zeg ik vinnig terug.
'Sorry hoor,' zegt ze semi-lachend. 'Misschien moet je maar beginnen met: "hoi"?'
'Kan ook,' zeg ik.
Skye: Hey!
Skye: Hoe gaat het?
Ik wacht, maar ik krijg niet meteen een antwoord terug. Ongeduldig ijsbeer ik door mijn kamer. 'Je bent wel een erg stereotype tiener, zeg,' zegt Echo als ik voor de derde keer naar mijn mobiel kijk.
'Niet,' roep ik terug.
Echo lacht. 'Oh, jawel. Ik bedoel, kijk naar jezelf! Elke drie seconden kijken of je al bericht hebt. Laat die jongen toch. Hij heeft ook een leven!'
'Jij hebt makkelijk praten,' zeg ik terug. Dan vibreert mijn mobiel. Gretig pak ik mijn mobiel op en zie dat Linkon me een bericht terug heeft gestuurd.
Linkon: Hey Skye.
Linkon: Met mij gaat het goed. Met jou?
Opgelucht haal ik adem. Ik was me al bijna zorgen aan het maken.
Echo voelt mijn emoties en zegt: 'Je weet dat het te vroeg is om je zorgen te maken, hè? Hij is je vriendje nog niet eens en jij maakt je al zorgen.'
'Maakt het uit? Ik geef gewoon om mensen.'
'Hij reageerde ietsje later dan je hoopte. Geen reden om je zorgen te maken!'
'Weet ik ook wel,' antwoord ik. 'Ik kan er ook niet veel aan doen.'
'Pff...' zegt Echo. Ik doe actief mijn best om dat te negeren en app terug.
Skye: Met mij gaat het ook goed!
Skye: Ik wilde je iets vragen...
Linkon: Wat dan?
Skye: Binnenkort houdt school een zomerbal...
Linkon: Leuk...
'Oh oh. Hij is jaloers,' zegt Echo.
'Stil,' zeg ik. 'Dit is moeilijk voor me.'
'Je doet het goed. Ga door, anders loopt hij nog weg.' Ik volg Echo's advies op en ga verder met appen
Skye: Ik vroeg me af of je met me mee wilde gaan naar het zomerbal?
'Zo, ik heb het gevraagd,' zeg ik tevreden. Ik leg mijn mobiel weg en haal diep adem. 'Wat als hij "nee" zegt?' vraag ik, ietwat bezorgd. Ik ga op mijn bed zitten en staar voor me uit.
'Dat gaat hij niet doen,' antwoordt Echo.
'Wat als hij dat wél doet?'
'Simpel...' zegt Echo. 'Dan is hij jou niet waard.'
Ik lach. Typisch Echo. To the point, eerlijk en duidelijk. Ik pak mijn mobiel op. 'Tijd voor de waarheid,' zeg ik met een zucht.
'Het komt wel goed,' zegt Echo bemoedigend. Ik scrol naar beneden en zie zijn reactie.
Linkon: Ja, natuurlijk ga ik mee.
Linkon: Wanneer is het?
'Zie je nou wel? Hij zei geen nee. Dus is hij het waard.' Opgelucht haal ik adem.
Skye: Over tweeëntwintig dagen.
Linkon: Dat is best wel snel.
Skye: Ja, klopt. Mijn school en regelen gaan niet goed samen. Ze plannen dingen op het allerlaatste moment. Echt heel onhandig.
Linkon: Gelukkig deden ze dat bij ons niet.
Er valt een stilte. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Dan zie ik dat hij typt.
Linkon: Heb je zin om morgenavond naar het strand te gaan?
Linkon: Het wordt morgen zonnig...
Skye: Ah shit! Morgen moet ik jurken kopen met Darlene en zij doet er altijd heel erg lang over.
Linkon: Moet?
Skye: Oké, zij gaat jurken passen en ik moet mee.
Skye: Ondertussen moet ik ook nog een paar aan.
Linkon: Klinkt eerlijk.
Linkon: We kunnen ook een dag later, als je wil?
Skye: Lijkt me leuk! Verheug me er nu al op.
Linkon: Ik ook! Ik zie je morgenavond.
Linkon: Ik moet nog werken.
Skye: Succes met werken!
Skye: Tot overmorgen!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top