Het was 1 dag later, je dwaalde door mijn gedachtes, je mooie blauwe ogen en je lange haar dat altijd vrolijk achter je aan danste.
Wat was er aan de hand?, wat had ik verkeert gedaan?

Ik lag in mijn bed, ik kon niet slapen en ik besloot om naar buiten te gaan.

Het was stil buiten, je hoorde enkel mijn voetstappen die me naar ons plekje brachten.
Ik leunde tegen de boom aan waar jij me gisteren verlaten had, de tranen stroomden geluidloos over mijn wangen.
Na een lange tijd besloot ik naar huis te gaan.
Ik kroop in mijn bed en bereide me voor op een slapeloze nacht.