Deel 8

Lucy maakte zich klaar om te sterven en sloot haar ogen. 

Maar ze voelde niets.

Ze werd niet geraakt.

Ze opende haar ogen en keek in horror naar het levenloze lichaam van Evan Rosier wat voor haar voeten lag.

Waarom zou hij in hemelsnaam voor haar springen?

Ze keek naar Voldemort wiens onleesbare blik op de jongen was gericht. 

"Jammer. Hij had net zo goed als zijn broer kunnen zijn. Laat dit een les zijn Black. Nog een foute stap en je bent er geweest. Begrepen?" Zei hij waarop Lucy slikte en knikte.

Ze lette voor de rest niet meer op.

Het enige in haar gedachten was waarom Evan Rosier in hemelsnaam voor haar sprong en zijn eigen leven gaf voor haar.

~

"Ahh!"

"Ahh!" 

James keek geschrokken naar Lily die in zijn hand kneep en zijn blik schoot richting de dokters. 

"Nog een keer mevrouw Potter." Zei eentje terwijl Lily nog een keer hard in zijn hand kneep en het van de pijn uitschreeuwde.

Ze liet James hand los en James viel uitgeput in de stoel naast het bed.

James vond het zo al zwaar om een baby te krijgen, laat staan hoe zwaar het was voor Lily.

"Gefeliciteerd meneer en mevrouw Potter. Jullie hebben een zoon." Zei een van de dokters die de baby aan Lily gaf.

Een zoon.

James was vader.

Hij begon te huilen van blijdschap en was snel gevolgd door Lily die ook moest huilen. "Moeten we iemand bellen?" Vroeg een van de dokters waarop Lily zacht knikte. 

"Kunt u misschien een aantal mensen bellen? Haar ouders, meneer en mevrouw Evans en onze beste vrienden, Remus Lupin, Sirius Black, Peter Pettigrew en Marlene McKinnon?" Vroeg James waarop de dokter knikte. "Nog iemand anders?" Vroeg hij waarna Lily knikte. "Ja, Lucy Black als het kan." Zei ze waarna James haar een beetje verbaasd aankeek.

De dokter knikte en liep de kamer uit. 

Na minder als een kwartier was de kamer gevuld met meneer en mevrouw Evans, Peter, Remus en Marlene.

Marlene en Lily waren enthousiast aan het praten met elkaar terwijl meneer en mevrouw Evans Lily en de baby overspoelde met cadeautjes. Remus was aan het grinniken terwijl James huilend aan het praten tegen hem over hoe eng, maar leuk, maar bijzonder, maar eng het was om een zoon te krijgen. Peter observeerde iedereen in stilte en zei soms iets tegen James.

De deuren vielen open en iedereen werd stil terwijl Lucy slikte en zacht glimlachte. Ze gaf de motorhelm terug aan Sirius die achter haar stond en keek kort naar de mensen die in de kamer waren.

Remus, Marlene, James, Lily, en twee oudere mensen van wie ze dacht dat het Lily's ouders waren. 

"We hebben cadeautjes?" Zei Sirius terwijl hij glimlachte en de twee naar binnen liepen.

Lucy glimlachte breed en gaf Lily een grote knuffel terwijl Sirius vragend naar James keek die nog steeds aan het huilen was. "Gaat het wel Prongs?" Vroeg hij terwijl James hem aankeek en knikte. 

Sirius gaf hem de stapel cadeautjes aan en liep richting Lily waarna hij haar een lange knuffel gaf.

"Sirius, zou jij de peetvader willen zijn?" Vroeg ze waarna Sirius haar verbaasd aankeek en niet wist hoe snel hij moest knikken. Nu begon hij ook te huilen en grinnikte Lucy zacht.

"Hoe hebben jullie hem genoemd?" Vroeg ze waarna Lily richting James keek.

"Harry. We hebben hem Harry genoemd."

~~

Een jaar later.

Een jaar later en het leven is gewoon doorgegaan.

James en Lily hadden met aandrang van Dumbledore een nieuw safehouse gekregen en de kleine Harry was al een jaar geworden.

Lucy had een dochter gekregen. Ze had haar Riley genoemd.

Ze had groen-blauwe ogen net als Lucy, maar de rest liet Lucy alleen maar denken aan Regulus.

Riley was nu bij Remus en Sirius, haar peetvaders.

En Lucy zat opgescheept in het bijzijn van dooddoeners.

"Welkom terug iedereen. Vandaag hebben we een extra vergadering omdat we informatie hebben gekregen van onze zeer nuttige spion." Hij keek kort naar Lucy die haar best deed om niet haar ogen te rollen.

"We weten waar de McKinnons zitten ondergedoken." Zei hij terwijl Lucy hem verbaasd aankeek en geschokt naar Peter keek die zelfvoldaan grijnsde.

Klootzak.

Hij had ze verraden.

Waarom vertrouwde iedereen hem?

Lucy wist niets en hij wist alles.

"Ik wil de McKinnons morgen dood hebben. Pettigrew, neem Black mee. En waag het om een stunt te flikken." Zei hij terwijl hij richting Lucy keek. Zijn ogen boorden door Lucy's brein en ze knikte kort.

Ze had nog nooit iemand vermoord.

En nu ging ze de familie van een van haar vrienden vermoorden.

Ze moest wel.

Voldemort wist waar zij en Riley woonde. Ze wilde haar niet in gevaar brengen.

Nooit.

Iedereen verdween maar voordat Lucy dat kon doen pakte Peter haar pols vast.

"Je waagt het om me tegen te zitten vanavond. Ik zal het lastige doen en haar ouders vermoorden." Zei hij met een wrede grijns op zijn gezicht terwijl Lucy naar de vloer keek. "Waarom? Omdat je te bang bent om Marlene in de ogen te kijken en dan te vermoorden?" Vroeg ze waarop Peter haar geïrriteerd aankeek.

"Denk wat je wilt Black, maar als je eenmaal begint met moorden blijft het je roepen." Zei hij waarna hij verdwijnselde en de woorden zich herhaalde in Lucy's hoofd.

Ze had nog nooit iemand vermoord.

Ze had zelfs nog nooit gedacht aan iemand vermoorden.

Niet eens haar broer.

En nu zou ze een van haar beste vriendinnen moeten vermoorden.

Ze kon het niet.

Natuurlijk kon ze het niet, Lucy was helemaal geen moordenaar.

En daarbij lieten Peters woorden haar denken dat als ze een iemand zou vermoorden ze nooit meer zou kunnen stoppen.

Lucy kon niet meer helder denken en kwam er tien minuten te laat achter dat ze het verkeerde huis binnen was gelopen.

Ze was naar het oude huis van de Potters verdwijnselt.

Haar thuis.

Ze zuchtte diep en liep naar binnen. 

Het was uitgestorven. 

Natuurlijk, ze waren veilig ondergedoken.

Lucy zuchtte en verdwijnselde naar haar eigen huis waar ze het eerste breekbare ding wat ze zag tegen de muur liet gooien. De stukken van de authentieke vaas knetterde op de grond, een paar tegelijk terwijl Lucy naar boven liep, geen zin om het op te ruimen.

Boven keek ze verbaasd naar het kleine, zwarte doosje wat op haar bed stond. 

Nieuwsgierig liep ze erheen en opende ze het doosje. Haar onderlip begon te trillen en de tranen verschenen in haar ogen. 

Ze dacht dat deze verbrand waren.

Dat was beter geweest, dan hoefde ze nu niet te huilen om nutteloze stukken papier. 

Ze haalde de bovenste brief eruit. 

Voor Lucy, van Regulus.

Er stond een roosje in de linkerbovenhoek van de enveloppe en Lucy was bijna zeker dat ze deze brief nog nooit gezien had.

Ze opende hem en Apollo sprong op het bed waarna hij haar een kopje gaf en op haar schoot ging liggen met zijn hoofdje.

Lucy gaf hem een paar aaitjes waarna ze de brief doorlas.

Hey Luce.

Ik wil dat je weet dat het mijn keuze was om zo dood te gaan.

Ik koos ervoor om een Gruzielement van Voldemort kapot te maken maar ik dacht er nooit over na hoe het zou zijn als ik weg was.

Hoe jij zou leven nu.

Je denkt nu vast wtf? Je bent dood waarom weet je dit allemaal? Nou ik heb Apollo met snoepjes geprogrammeerd om deze brief te geven aan jou als ik meerdere dagen niet kwam opdagen.

Ik wil dankjewel zeggen.

Voor alle geweldige tijden die we samen hebben gehad en voor alles wat we samen hebben mogen meemaken.

Dankjewel voor alles.

Je was echt het lichtpuntje in mijn leven e nik weet niet wat ik ooit zonder je moest.

Regulus.

Lucy legde de brief weg en begon te huilen terwijl ze Apollo aaide en hem een paar snoepjes gaf.

Godver want ja, dankjewel Regulus. Dit had ze ook echt nodig nu.

Niet dus.

~~~

A/N: :(

We gaan even negeren dat ik ongesteld ben en dus net ook gezellig moest huilen om de brief die ik letterlijk zelf heb bedacht :D

Maar dit was het wel weer want ja, mijn leven is saai.

Zucht.

Groetjes Caya! 1375 woorden


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top