Deel 12
Ze had het tot het uiterste moment uitgesteld.
Maar op 31 oktober 1981 stond Lucy voor het schuiladres van de Potters.
Ze wist niet wat er ging gebeuren als ze binnenstapte, maar ergens hoopte ze dat het allemaal een droom was geweest en dat Riley gewoon lachend bij Sirius op schoot zat, in plaats van in een lege kamer in de Malfoy manor waar haar broer Riley de gehele maand al vasthield.
Ze had niets meer van Alex gehoord.
Ze negeerde alle brieven die Remus of Sirius naar haar stuurde en haalde Riley in stilte op als ze daar was, waarna ze in stilte wegging.
Ze zei niets meer tijdens de order vergaderingen en Dumbledore had haar gevraagd of het misschien te veel voor haar werd.
Hij wist het.
Lucy wist diep in haar gedachten dat hij het wist.
Het allemaal.
En hij wist ook dat Lucy nu voor hun deur stond en zich realiseerde dat ze een pion in zijn spel was.
Hij was nu vast aan het bedenken hoe hij Lucy kwijt kon raken zonder enkele mensen die opkijken.
Maar dat werd makkelijk als Lucy James en Lily had vermoord.
Ze opende de deur en liep naar binnen.
De hal was leeg, behalve drie jassen. Twee grote en een kleine.
Lucy liep door en klopte zacht op de keukendeur.
"Kom binnen?"
James.
Lucy liep voorzichtig binnen en glimlachte zacht. James keek haar verbaasd op en deed zijn toverstok weg.
"Lucy? Ik dacht dat niemand behalve Peter ons adres wist?" Vroeg hij terwijl Lucy haar schouders ophaalde en James haar een knuffel gaf.
Lucy verstijfde en probeerde niet gelijk te beginnen met huilen.
Hij verwachtte niets.
Niets.
En toch moest Lucy wel.
Anders deed hij het, met haar en Riley erbij.
"Wat is er? Kwam je ons vrolijk Halloween wensen?" Vroeg hij waarna Lucy zacht knikte en glimlachte. "Ik kwam kijken hoe het met jullie ging. Het leek me erg lastig om altijd maar verborgen te zitten en niet weg te mogen." Zei ze waarna James haar gelijk gaf.
"Wil je een kop thee? Ik ging net eentje naar boven brengen voor Lily." Vroeg hij waarna Lucy zacht knikte. "Harry slaapt de laatste nachten niet. Het lijkt bijna alsof hij iets slecht voelt aankomen." Zei hij terwijl de waterkoker klikte en hij twee glazen inschonk.
Zelfs Harry wist het al.
Doe het gewoon.
Nee.
Lafaard.
Ik kan ze toch niet zomaar vermoorden?
Je moet wel.
Maar ik wil het niet.
Nutteloos wezen.
"Lucy gaat het wel? Je bent erg bleek." Zei James terwijl hij haar thee neerzette en tegenover haar ging zitten. "Ja hoor. Het gaat prima. Ik heb gewoon een beetje veel op mijn bordje de laatste tijd." Mompelde ze zacht waarna ze glimlachte en James een hand door zijn haar haalde.
"Dumbledore denkt dat ze achter ons aankomen. Omdat Harry misschien een eind kan maken aan de oorlog. Alleen maar omdat hij in July is geboren!" Zei hij terwijl Lucy zuchtte.
Het was een tijdje stil.
Lucy nam af en toe een slokje van haar thee en bedacht wat er zou gebeuren als ze gewoon vredig hier bleef zitten en ze hun niets aandeed.
Dan zou hij komen en jou ook vermoorden.
Lucy merkte niet dat haar handen zo hard hadden geschud dat ze haar theemok om had laten vallen en schoot pas uit haar trans toen James "Au!" Riep en opstond. Lucy stond ook op en keek geschrokken naar James. "Sorry. Sorry, wacht kom hier." Mompelde ze terwijl ze zijn toverstok pakte en een spreuk mompelde.
De brandplek verdween van zijn been af en zijn broek werd weer droog. Hij keek dankbaar naar Lucy en stak zijn hand uit zodat hij zijn toverstok terug kon pakken. "Dankjewel. jeetje zonder jou of Lily zou ik niets eens kunnen leven." Zei hij terwijl hij opkeek naar Lucy die schuldig naar de vloer keek. "He, het was niet jou fout Luce. Mag ik misschien mijn toverstok terug?" Vroeg hij terwijl Lucy naar het stukje hout in haar handen keek en zacht haar hoofd schudde.
James lachte zacht. "Lucy het is niet echt tijd om spelletjes te spelen." Zei hij terwijl Lucy nog steeds geen beweging maakte om zijn toverstok terug te geven. "Lucy? Mag ik hem alsjeblieft terug?" Vroeg hij, nog steeds zacht lachend maar nu iets nerveuzer. "Lucy? Kom op je laat me denken dat er iets mis is." Zei hij, nu niet meer lachend. Hij keek haar nerveus aan en Lucy keek op.
Dat had ze niet moeten doen.
James greep voor zijn toverstok maar Lucy weerde hem gemakkelijk af en brak zijn toverstok in tweeën. "Waar deed je dat voor? Lucy wat is er?" Vroeg hij terwijl hij langzaam naar achteren liep en tegen het keukenblad aanliep.
"Sorry." Fluisterde ze zacht. Zo zacht dat James niet hoorde wat ze zei. Maar dat hoorde hij wel, heel goed zelfs.
Lucy was de verrader.
"L-Lucy. Alsjeblieft dit kan ook anders." Zei James terwijl Lucy hem aankeek. Ze hief voorzichtig haar toverstok. Alle hoop was uit haar ogen verdwenen. Tegelijk met alle vrolijkheid, kattenkwaad. De twinkel in haar ogen die Lucy Lucy maakte was weg.
Dit was niet de Lucy waar James verliefd op was.
"Lucy. Alsjeblieft. Ik, ik hou van je dat weet je. Doe dit niet, we kunnen je helpen. Alsjeblieft." James keek haar hoopvol aan.
Waarom had hij nog hoop in haar?
Waarom had iemand überhaupt ooit hoop in haar gehad?
"I-ik. Ik kan niet anders James. Sorry. Ik heb echt geen keuze." Zei ze zacht terwijl ze weer naar de vloer keek en de tranen voelde opwellen in haar ogen. "Iedereen heeft een keuze L-Lucy." Mompelde hij terwijl hij dichter naar haar toestapte maar zij gelijk weer achteruit deinsde en hij weer vooruit stapte. Dit ging door tot Lucy tegen de muur aan was gedrukt en James voorzichtig zijn hand over haar wang haalde.
"Ik niet." Fluisterde ze zacht. Het hoefde ook niet hard want James stond dichtbij genoeg om hem te kussen. Maar dat ging ze niet doen.
Dat kon ze hem niet aandoen.
Of juist wel.
Dan zou hij blij doodgaan.
Er vormde zich weer een brok in Lucy's keel en ze snikte terwijl de tranen over haar wangen liepen. James haalde ze weg aan een kan en mompelde zacht "shh" terwijl Lucy richting de vloer zakte en ging zitten. James volgde haar.
"Wat heeft hij gezegd?" Vroeg hij zacht terwijl Lucy hem aankeek. "Hij heeft Riley. Als ik het niet doe doet hij het. En dan vermoord hij mij en Riley als bonus omdat ik niet loyaal was." Zei ze schokkerig terwijl hij haar tegen zijn borstkas aantrok.
Ze zaten zo een tijdje in stilte terwijl Lucy de woorden over en over in haar hoofd liet lopen.
Ze moest wel.
Ze dacht terug aan toen ze samen spaghetti hadden gemaakt in de keuken van James moeder. Toen Lucy in de regen in de speeltuin zat, te wachten op haar dood en James haar had geholpen.
Toen ze zelf op het randje van dood was geweest. Alles wat ze toen had gezegd.
"Dankjewel dat je mijn leven hebt veranderd. Ik houd veel meer van je dan woorden kunnen uitdrukken James. Vergeet dat nooit."
De woorden hingen nu zwaar in haar herinneringen.
Ze dacht weer terug aan toen ze voor het eerst hadden gekust.
Geen liefde, geen lust. Alleen Sirius die wist dat ze verliefd op elkaar waren voordat hun het zelf wisten.
Ze dacht terug toen ze in de zomer tussen haar vierde en vijfde jaar. Toen ze in de regen hadden gekust.
Ze ruzieden telkens. Hoe waren ze ooit verliefd geworden?
Sirius zou zeggen dat het zo had moeten zijn. Twee mensen die voor elkaar waren voorbestemd.
Maar dat waren ze niet.
De woorden herhaalden zich weer in Lucy's hoofd.
Ze moest hem vermoorden.
Ze moest wel.
En ze ging het doen.
"Het spijt me echt." Zei ze heel zacht. Haar keel was pijnlijk schor.
"Shh. Het is oke Lucy. Ik weet dat je geen keuze hebt. Het is oke." Mompelde hij zacht terwijl Lucy ruimte tussen de twee bracht en James voor de laatste keer kuste.
"Ik houd van je." Fluisterde hij waarna Lucy de vreselijke spreuk nog net fluisterde voordat ze in tranen uitbarstte en James levenloos tegen de muur zag vallen.
Hij was dood.
Lucy had hem vermoord.
Lucy had hem vermoord.
Lucy had hem vermoord.
Wat moest ze nu doen?
Lucy had hem vermoord.
"James! Kwam je de thee nog brengen?!" Hoorde ze Lily's stem vanboven roepen. "Ik kom eraan!" Riep Lucy terug. Lily merkte toch niet dat het James niet was die terugriep.
Wie was anders in het huis?
~~~
A/N:
Hier een plaats om te huilen:
1455 woorden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top