Hoofdstuk 26
Alex reageert bliksemsnel. Hij zet zich hard af, springt. Hij slaat de loop van het geweer weg met zijn mes, om direct daarna uit te halen naar de persoon daarachter. Een kreet, van zowel schrik als pijn, en Alex voelt zijn mes door vlees gaan. De jongen struikelt achteruit en direct richt Alex zijn geweer. Hij is sneller dan de tegenstander, die het geweer nog wel vast heeft, maar niet op tijd heeft kunnen richten.
'Gooi het weg.'
De jongen heeft geen andere keuze en doet wat hij zegt. Zijn andere arm heeft hij tegen zijn borst geklemd. Er zit een diepe, lange, bloedende snee in.
'En je andere wapens ook. Gooi je rugzak naar me toe.'
Deze jongen ziet er al net zo sterk uit als de vorige, maar de rollen zijn nu omgedraaid. En het dringt nu ook tot Alex door dat er maar één is. Dat heeft zijn leven gered, maar betekent het Lysannes dood?
Hij kan daar nu echter niets aan doen. 'Heb jij of heeft een van je vrienden een geneesmiddel?'
De jongen smijt hem de rugzak toe. 'Waarom kijk je zelf niet?'
Alex blijft naar de jongen kijken terwijl hij de rugzak naar zich toetrekt. Met één hand openmaakt. Een stekende pijn in zijn hand, iets ontploft in zijn gezicht, overal is dikke rook en hij ziet niets, terwijl zijn ogen tranen en branden. Hij tast blindelings rond in de tas, voelt vlees, metaal, en dan iets ronds. Hij trekt zijn hand hoestend terug, schietend in de richting van waar de jongen was. Rent het rookgordijn uit. En ziet niemand.
De jongen had een boobytrap in de tas gemaakt, waarschijnlijk opende hij het altijd op een speciale manier om het niet af te laten gaan. Maar het was slechts een rookbom, niets wat zijn spullen kon beschadigen.
Een bloedspoor gaat verder, naar de volgende bocht. De jongen is gevlucht. Wanneer de rook weg is, ziet hij dat hij net de tijd had gehad om twee van zijn wapens mee te nemen. Een pistool en mes liggen er nog.
Het ronde voorwerp in zijn hand is sterk aanwezig, als een zwaar gewicht. Hij durft er nauwelijks naar te kijken, bang teleurgesteld te worden.
Hij kijkt.
En herkent de verpakking van het geneesmiddel dat hem heeft gered. Met trillende handen draait hij het deksel los.
De witte vloeistof is het mooiste wat hij ooit heeft gezien. Hij kan een vreugdekreet niet onderdrukken. En lacht.
Hij weet niet of de wetenschappers Scarlet gewoon langer in het spel willen houden, willen voorkomen dat een misdadiger een heldendood sterft of dat het gewoon puur toeval is. Maar het maakt ook niet uit. Het enige wat belangrijk is, is dat Scarlet zal leven.
Zodra de eerste vreugde voorbij is, begint hij terug te rennen, ondertussen nog regelmatig achterom kijkend of hij gevolgd wordt. Maar de jongen waagt het er niet op met zijn wond. En Alex gaat hem nu niet achtervolgen, ook al is dit een kans om een sterke tegenstander uit te schakelen. Hij moet dit middel zo snel mogelijk bij Scarlet krijgen. Elke minuut zou immers haar laatste kunnen zijn!
Zo snel als hij kan rent hij terug over de rotsen en door het bos. Hij blijft op zijn hoede voor tegenstanders, maar komt hen niet tegen. Hij weet dat Lysanne ook teruggaat naar de grot als ze haar achtervolgers heeft afgeschud, en hoopt haar daar te vinden. Hij denkt aan zowel Lysanne als Scarlet, dat ze allebei nog leven, alsof er zo hard mogelijk aan denken het waar kan maken. Zijn schurende ademhaling, brandende longen en oververmoeide benen kunnen hem niet doen ophouden. Integendeel, het is het bewijs dat hij alles doet om Scarlet te redden. En dat ze het dus ook gaat redden.
Hij weet niet hoeveel tijd er verstreken is, als hij eindelijk de grot ziet. Hún grot. De grot waar zij is. Hij stormt naar binnen, happend naar lucht, direct op zijn knieën vallend. Hij negeert alle geluiden om hem heen, en drukt het geneesmiddel meteen in Zoey's handen, terwijl hij naar Scarlet kijkt. Ze leeft nog steeds. Gelukkig. Ze ziet er nog slechter uit dan doen hij vertrok, maar ze leeft. En Zoey verspilt geen seconde, haalt het verband weg en smeert het kostbare goedje op de wond.
Pas als het erop zit en Scarlet opnieuw is verbonden, laat hij zich achterover vallen. De rotsen boven hem vertonen zwarte vlekken en draaien. Hij keert zijn hoofd opzij, maar ook met het onscherpe beeld ziet hij dat Lysanne er niet is.
'Is Lysanne er nog niet?' krast hij, met een stem die meteen duidelijk maakt hoe vermoeid hij is.
'Nee,' antwoordt Luan.
'Maar ze komt wel,' voegt Esmée er vol vertrouwen aan toe. Alex glimlacht zwakjes bij die woorden. Ergens weet hij dat hij haar moet gaan zoeken, maar zijn lichaam wil niet meer luisteren. Zijn gedachten worden overmand door slaap en zijn ogen vallen dicht.
Zijn lichaam voelt loodzwaar, alsof er gewichten aan elke ledemaat hangen. Koude rillingen lopen over zijn rug, zweet staat op zijn voorhoofd en het kost hem moeite om zijn ogen open te krijgen. Als het eindelijk lukt en zijn beeld scherp wordt, duizelt alles hem. Zijn hoofd bonkt. Hij weet dat hij ziek is, en dat was ook te verwachten nadat de afgelopen, uitputtende dagen zijn weerstand verzwakten en hij vervolgens urenlang in de regen rondliep.
Nu ligt hij in een slaapzak, zijn natte kleren liggen uitgespreid te drogen en hij draagt alleen ondergoed. Hij heeft het nog altijd koud, maar niet meer zo koud als eerst. Hij komt meteen overeind, wacht even tot de zwarte vlekken verdwijnen. Hij ziet Scarlet, nog altijd diep in slaap, maar ze heeft weer kleur op haar gezicht en haar ademhaling klinkt gewoon. Zoey ziet hem kijken, glimlacht. 'Ze geneest. Je hebt haar gered.'
Nu kijkt hij de rest van de grot rond. Geen Lysanne. Buiten begint het juist licht te worden. Hij pakt zijn shirt van de grond en trekt het over zijn hoofd. Het is droog.
'Ik ga Lysanne zoeken.'
'Maar je bent ziek,' werpt Zoey tegen.
'Niet te ziek om te lopen.' Hij onderdrukt de opkomende angst als hij aan Lysanne denkt. Hoe kon hij in slaap vallen? Waarom is hij haar niet gaan zoeken zodra hij het geneesmiddel had afgegeven? Wat als Lysanne buiten zwaargewond in de regen ligt dood te gaan?!
'Wij gaan haar zoeken,' zegt Esmée, met een vriendelijke, zelfverzekerde glimlach. 'Luan en ik. Zodra het licht is. Jij moet uitrusten.'
Even voelt Alex iets van genegenheid voor het meisje. Het was duidelijk haar idee om Lysanne te gaan zoeken, zij heeft het voorgesteld aan Luan.
Wat kan er met haar gebeurd zijn dat ze er nog steeds niet is? Alex denkt dat hij gek wordt als hij daar over nadenkt, dat hij hier niet kan blijven wachten. 'Bedankt, Esmée. Maar ik ga ook. Als we opsplitsen, vinden we haar sneller.'
'Dan moet er iemand met je mee,' zegt Zoey, hem bezorgd aankijkend. Ze weet dat ze hem niet kan overhalen te blijven. 'Voor het geval je instort en we jou ook moeten zoeken.'
Eelco zit bij de ingang en houdt de wacht. Als Luan en Esmée weggaan, moet hij Zoey en Scarlet beschermen. Wat betekent dat er niemand met Alex mee kan. Hij zegt niets. Het is binnen een kwartier licht. Dan gaat hij naar buiten, of Zoey het er nou mee eens is of niet. Gelukkig regent het niet meer, het heeft alleen haar geur en een heleboel nattigheid achtergelaten. Rotsspleten en kuilen buiten zijn overstroomd. Na de regen lijkt alles weer nieuw en fris, een nieuw begin. Daar buiten is Lysanne ergens.
Alex trekt zijn broek aan, bindt zijn wapens om. Eet wat, wetend dat hij het nodig heeft voor zijn zoektocht. Hij gaat naast Scarlet zitten, veegt wat haar uit haar gezicht en legt zijn hand op haar voorhoofd. Het voelt normaal aan.
Heeft het redden van de één de ander het leven gekost?
Nee, niet aan denken!
Hij ziet iets kleins en ronds in haar zak, en haalt het eruit. Als hij het dopje er af haalt, ziet hij dat het Scarlets eyeliner is, maar dan zo dik als lippenstift. Een glimlachje glijdt over zijn gezicht en hij steekt het in zijn zak. Vanaf nu zal Scarlet rondlopen zoals zij allemaal. Hoewel ze geen eyeliner nodig heeft om haar donkere ogen vervaarlijk te doen glanzen, een moorddadige grijns op haar gezicht te toveren. Waarschijnlijk ziet ze er alleen normaal uit wanneer ze slaapt, zoals nu, maar toch is het een verbetering.
'Wat is er gebeurd vannacht?' vraagt Luan. 'Hoeveel van hen lopen er nog rond?'
'Eén is dood en één gewond. Van de andere twee weet ik het niet.' En dan legt Alex uit wat er is gebeurd, terwijl hij ondertussen zo snel mogelijk eet en kijkt hoe het donker buiten verdwijnt. Hij kauwt en slikt, proeft niet wat hij eet, het glijdt zwaar door zijn keel en hij heeft moeite met elke hap, want hij is misselijk. Van de griep. Hij gaat zodra hij klaar is, het is niet nodig om te wachten tot het helemaal licht is. Dat was het ook niet toen ze op zoek gingen naar Scarlets geneesmiddel.
Hij is juist uitgepraat en begint aan het laatste stukje vlees, als er een klap klinkt. Iets ketst tegen de rotswand binnen en valt op de grond. Zijn brein registreert de bom op het moment dat Luan hem naar buiten schopt. Hij ontploft in de lucht en door de klap valt Luan tegen de muur en schuift Eelco een meter achteruit, maar hij weet te blijven staan. Hij schiet, en er ontploft weer iets. Hij heeft een bom in de lucht kapot geschoten.
'Rennen!' schreeuwt hij. 'Ik dek jullie!'
Een verrassingsaanval in de schemering. Wat betekent dat Lysannes achtervolgers nog leven. Alex wil niet denken aan wat dat nog meer betekent, maar handelt snel. Terwijl Eelco en Luan schieten, grijpt hij Scarlet onder de oksels en trekt haar in één beweging uit de slaapzak. Hij gooit haar over zijn schouder, terwijl de meiden de rugzakken en elk een slaapzak over hun schouders slingeren, de wapens pakken die van hen en Scarlet zijn.
'Klaar?' zegt Luan, zonder om te kijken. Het had allemaal slechts een paar tellen geduurd. 'Jullie gaan naar rechts, daar zijn veel rotsen die beschutting bieden. Wij dekken jullie en vechten met ze, jullie vluchten. Jullie blijven bij Alex en hij beschermt jullie. Ja?'
Het zit Alex niet lekker dat Luan en Eelco meer gevaar lopen dan hij, maar Luan heeft gelijk, iemand moet Zoey, Esmée en Scarlet beschermen. Voordat Luan schreeuwt dat ze kunnen rennen, ziet hij nog dat Zoey er bleek maar dapper uitziet, inmiddels beter om kan gaan met gevaar. In tegenstelling tot Esmée, die met een panische blik uit haar opengesperde ogen kijkt. Alex hoopt maar dat ze Luan heeft begrepen.
'Nu!' schreeuwt Luan, en op dat moment beginnen hij en Eelco te schieten, terwijl de rest de grot uitglipt en naar de volgende rotsen sprint.
Het geluid van geweren die afgaan en kogels die op rotsen slaan, vult Alex' oren terwijl hij naar voren rent. Hij heeft geen idee wat er gebeurt, enkele kogels zijn vlakbij, maar de meesten achter hen. Ze zijn net bij de eerste rotspartij als de wereld explodeert. Dit keer was de bom dichterbij dan vannacht in het bos. Hij wordt erdoor opgetild en meters verderop neergesmeten, knalt tegen rotsen en rolt een paar keer om. Proeft bloed. Overal is rook, en ergens in de chaos heeft hij Scarlet losgelaten. Ze ligt twee meter verderop. Roerloos op haar zij. Alex maakt gebruik van de rook, hij weet niet hoe hij het zo snel doet met zijn gebroken lichaam, maar dan heeft hij Scarlet alweer vast en duikt hij achter een nieuwe rotspartij. Zoey is eentje verder, vlakbij, kijkt hem doodsbang aan en drukt zich plat tegen de rots. Esmée is nog een stukje verder, hij ziet alleen haar rug die beeft als een rietje. Voor Alex beseft wat ze doet, komt ze vanachter de beschutting vandaan en stormt ze naar het bos. Een zelfmoordactie, ze is drie seconden lang een levende schietschijf. Dan is ze tussen de bomen verdwenen, de eerste kogels slaan in de bomen. Esmées actie was zo stom, dat het zelfs de vrijwilligers, of juist de vrijwilligers, had verrast. En dat heeft haar leven gered. Voor even. Want ze mag dan denken dat ze door het bos kan ontsnappen, de vijand is daar ook, en ze rent nu recht in hun armen. Luan schreeuwt iets, wil haar waarschijnlijk volgen, maar kogels dwingen hem op zijn plek te blijven.
'Die meid is gevaarlijk.' Scarlets stem galmt in zijn oren. 'Ze denkt alleen maar aan de dood, is niet helder, te emotioneel en laat zich beheersen door angst.'
Alex zet Scarlet met haar rug tegen de rots. Haar hoofd valt slap opzij. Dit zou een goed moment voor haar zijn om wakker te worden en te doen waar ze goed in is; de vijand doden. Maar dat gebeurt niet. Dit keer staan ze er alleen voor.
Hij moet achter Esmée aan, maar is niet van plan haar op dezelfde manier te volgen; de vijand zal zich niet twee keer laten verrassen. Het is ook mogelijk om beschermd het bos in te komen, het duurt alleen twee minuten langer, maar die moet Esmée dan maar zien te overleven, want hij is niet van plan voor haar te sterven.
Hij rent naar de volgende rots. 'Blijf hier,' zegt hij tegen Zoey, die daar achter zit. 'Laat niet merken dat je hier bent. Tenzij ze op je schieten, dan schiet je terug.' Zoey knikt, en dan is hij alweer bij de volgende rots. Gebukt rent hij verder. Hij wordt nu opgemerkt, kogels ketsen af op gesteente. Maar het meeste geweervuur is nog steeds achter hem, bij Eelco en Luan, die in staat zijn de vijand bezig te houden. Hij is zich niet bewust van wat daar gebeurt, kan het alleen horen. Hij wacht even, en overbrugt dan het laatste stuk naar de bomen, naar waar Esmée verdween. De kogels zijn weer te laat, slaan in de grond wanneer hij de beschutting heeft bereikt.
Hij hoort haar gillen, en dan ziet hij haar plotseling opduiken tussen de bomen. En twee vrijwilligers van links en rechts uithalen met hun steekwapens.
Er klinken tegelijkertijd twee luide klappen. Esmée ligt op de grond, en Alex torent boven haar uit, met gespreide armen. In elke hand ligt een lang mes, dat de uithalen van beide vrijwilligers heeft opgevangen.
'Maar goed dat ik mijn beide handen vrij heb,' zegt hij met een glimlach, omdat Esmée haar geneesmiddel dus niet voor niets aan hem had opgeofferd. Een neppe glimlach, want hij voelt zich alleen maar wanhopig. Hij weet dat hij niet van twee vrijwilligers tegelijk kan winnen.
Esmée en de tegenstanders doken zo plotseling en snel voor hem op, dat hij geen tijd had om te richten en ze allebei neer te schieten, daarvoor waren ze al te dichtbij, hij zou bijna tussen hen zijn doorgerend. Hij had net de tijd om zijn eigen steekwapens in de strijd te gooien en een draai te maken in de hoop op tijd tot stilstand te komen.
'Waarom messen?' zegt hij, zonder iets van die wanhoop te laten blijken. Hij hoopt dat Luan snel komt.
'We zijn zuinig met onze kogels,' zegt een van de twee. 'Die verspillen we niet aan een Loriaan.' Met die woorden haalt hij opnieuw uit, Alex blokkeert deze stoot ook vliegensvlug.
'Esmée, pak het geweer!'
Nu vallen ze allebei aan, hij weet zich als een geest tussen de messen door te bewegen, er klinkt weer wapengekletter. Dan is er een schim die vliegensvlug achter hem langs beweegt, een andere stoot opvangt.
'Twee tegen één?' klinkt een diepe stem. 'Is dat niet oneervol?'
Alex herkent hem vanuit zijn ooghoeken. Dean! Hij staat nu tegenover één vrijwilliger, Alex tegenover de andere.
'Eer is een luxe,' zegt Deans tegenstander. 'Het gaat nu alleen nog om leven en dood. En wij zijn degenen die in de minderheid zijn.'
Daarop beginnen zij te vechten, en dat is ook het startsein voor Alex en de jongen tegenover hem. Hij haalt uit en blokkeert, merkt dat deze jongen nog beter is dan die in het maïsveld. Of lijkt dat alleen maar zo omdat zijn spieren nog altijd slap aanvoelen door de griep?
'Waar is Lysanne?' vraagt hij, wanneer hun gevecht even stilhoudt voor een nieuwe krachtmeting. 'Het meisje van vannacht?'
Hij ziet de jongen glimlachen. 'Dood.'
De grond valt onder zijn voeten weg, terwijl het laatste woord in zijn gezicht geslingerd wordt en als vuur door zijn huid en lichaam brandt. Hij gilt en in de volgende uithaal zit veel meer kracht, waardoor de jongen even achteruit gedwongen wordt, maar dan vecht hij even hard terug. De emoties die Alex dreigen te overspoelen, mee te sleuren en verdrinken geven hem misschien even meer kracht om te vechten, maar tegelijkertijd kan hij niet meer nadenken. En daar maakt zijn tegenstander handig gebruik van. Een stekende pijn in zijn bovenarm als metaal er diep in wegzinkt. Hij voelt het warme bloed stromen als het wordt teruggetrokken. Hij weet niet hoe en waardoor, maar een van zijn messen vliegt opeens de lucht in en klettert op de grond. Hij verwisselt de andere van hand. Maar ondertussen wordt de jongen tegenover hem om de beurt wazig en weer scherp. Alex' uithalen worden zwakker en als hij blokkeert, wordt hij achteruit gedwongen. Het kost hem moeite om zijn arm omhoog te houden, laat staan om de jongen terug te duwen. De jongen merkt het. 'Je bent ziek.' Hij grijnst. 'Lucky me.'
Voor hij weet wat er gebeurt, ligt hij op de grond en raakt zijn mes de grond een seconde later. De jongen is boven hem, knijpt met één hand zijn keel dicht en met de andere heft hij zijn hand op om hem in het hart te steken. Hij herinnert zich niet hoe dat zo opeens gekomen is.
Een klik. Een haan wordt gespannen. Vaag beseft Alex dat er iemand achter de jongen staat en een pistool op zijn rug richt. 'Lysanne?' schiet het door zijn versufte brein. Nee, dat was vannacht, toen ze nog leefde. Dit is Esmée. Haar ogen zijn wijd opengesperd en staan verwilderd. Ze is weer hysterisch.
'Je gaat mij in de rug schieten?' zegt de jongen. 'Dat is laag.'
'Liever laag dan dood!' gilt Esmée en ze haalt de trekker over. Meerdere keren. Tot ze er zes heeft afgevuurd en het magazijn leeg is. De jongen is dan al op Alex gevallen, hij voelde het lichaam schokken. Een kogel had door hem heen kunnen gaan en hem kunnen raken, maar dat is niet gebeurd. Alex wacht even, bang dat Esmée in een reflex op hem zal schieten als hij zich plotseling beweegt. Ze is duidelijk zichzelf niet. 'Esmée?' zegt hij, terwijl hij de jongen van zich afduwt. Achter hem gaat het gevecht tussen Dean en de andere vrijwilliger of lijfwacht door. Alex ziet hoe Esmée nieuwe kogels in haar pistool stopt en op de vechtende figuren richt. Niet om Dean te redden. Waarschijnlijk om hen allebei te doden, het zijn allebei tegenstanders in dit spel. Dus duwt Alex het wapen weg. 'Niet schieten,' zegt hij dringend. 'Dean staat aan onze kant. Hij helpt ons juist.'
Esmée kijkt hem met een wilde blik in haar ogen aan, hij weet niet of ze hem hoort of zelfs herkent. Opnieuw Scarlets stem uit zijn herinnering: 'Pas op voor haar.'
Maar dan laat ze het pistool vallen, terwijl de tranen over haar wangen stromen. Alex slaat zijn armen om haar heen om haar te troosten. Hij maakt zich geen illusies, hij weet dat Esmée de jongen zojuist vooral heeft gedood voor zichzelf. Alex was vooral een goede afleiding. Maar ze koos er wel voor om hem te doden voor hij Alex zou vermoorden, en dat is nog iets waard. Ze was toch helder genoeg om aan hem te denken in haar hysterie.
Hij ziet de zes gaten in de jongen en denkt aan Zoey, hoe ze die andere jongen in paniek vermoordde, keer op keer raakte met haar mes. En nu ook Esmée, keer op keer met haar kogels.
'Alex?' Esmées snotterende stem. 'Het spijt me dat ik je angst heb aangejaagd. Dat ik wegrende en je in de steek liet. Ik... ik kan niet helder denken als ik zo bang ben. Maar ik kwam weer terug. Ik zou nooit op jou hebben geschoten.' Hij had niet eens gemerkt dat ze was weggerend. Hij ziet nu dat Esmée naar hem kijkt, maar om de een of andere reden is haar gezicht wazig, zijn zicht troebel. Hij heeft haar nog steeds vast. En dan beseft hij dat hij haar niet vast heeft om haar te troosten, maar om zich ergens aan vast te klampen. Dat hij huilt.
En niet om de reden die Esmée denkt.
Lysanne.
Hij staat wankel op en loopt in de richting van Dean, die het duidelijk zwaar heeft, de twee zijn aan elkaar gewaagd en hebben allebei al enkele steekwonden. Hij heeft hulp nodig.
'Niet doen!' roept Dean. 'Dit is mijn gevecht, bemoei je er niet mee. Ik win dit eerlijk! Houd die meid uit de buurt!' Hij heeft gezien wat Esmée heeft gedaan.
Alex pakt Esmée bij haar arm. Er klinken verderop nog steeds schoten. 'Kom op, we moeten de rest gaan helpen.' Veel hulp kunnen ze niet nodig hebben, er is er nog maar één over. De lijfwachten en vrijwilligers mochten dan betere vechters zijn, ze hebben verloren omdat ze in de minderheid zijn. Maar toch gaat Alex erheen, alles, alles om zichzelf af te leiden en niet aan Lysanne te hoeven denken. Hij weet niet wat er gebeurt als hij alle emoties toelaat die nu tegen de binnenkant van zijn hoofd drukken. Hij veegt zijn wangen droog, maar het geeft geen zin, de tranen lopen gewoon over zijn handen terwijl hij dat doet. Hij heeft Esmée nog steeds vast wanneer ze in de richting van het geweervuur lopen.
En dan ziet hij hen tussen de bomen. De jongen die hij vannacht had verwond is uit zijn schuilplaats gedreven. Nu staat hij met opgeheven geweer in het midden van een kring van vijanden. Vier geweren zijn op hem gericht, vijf wanneer Alex zijn wapen opheft. De jongen kijkt om zich heen, maar weet dat het hopeloos is. Hij heeft zijn wapen op Luan gericht.
'Laat het vallen!'
Dat doet hij niet. Hij weet dat hij wordt doodgeschoten zodra hij het loslaat. Alex ziet zijn gezicht, herkent het gezicht van iemand in doodsnood die op het laatst zoveel mogelijk mensen met zich mee wil sleuren. Schreeuwend haalt hij de trekker over, maar op hetzelfde moment wordt hij door een zee van kogels geraakt. Zijn lichaam schokt onder al die kogels, nog veel meer dan toen Esmée die andere jongen doodschoot. De kogel die voor Luan was bestemd mist ruimschoots. Dan valt hij op de grond, bloedend uit vele wonden.
Alex weet niet wie er geschoten heeft, of hij geschoten heeft. Ze laten allemaal hun geweer zakken, maar waarschijnlijk hebben alleen Luan en Eelco de trekker over gehaald. Hij ziet het Zoey en Lysanne niet zo snel doen.
Wacht... Lysanne?
Het is geen geestverschijning. Het is haar echt. 'Lysanne?!' gilt hij dan, en hij moet Esmée en zijn wapens hebben losgelaten, want het volgende wat hij weet is dat hij haar in zijn armen houdt. De tranen zijn in de tussentijd niet gestopt met vloeien en doen dat nog steeds niet wanneer hij haar voelt. Warm. Levend.
'Alex!' roept ze eveneens blij en opgelucht, en ze houdt hem stevig vast. 'Je bent veilig!'
'Ik dacht dat je dood was!' roept Alex, als hij haar loslaat, en hij lacht en huilt tegelijk. 'Dat zei-.' En dan dringt het tot hem door hoe stom hij was. Die jongen had gelogen om hem te verzwakken. Zodat hij beheerst zou worden door emoties en het gevecht zou verliezen. Dat en zijn ziekte betekenden bijna zijn dood.
'Die jongen loog.'
'Het duurde even tot ik ze had afgeschud. Ik heb me urenlang verstopt en durfde niet tevoorschijn te komen. Ik ben nog in slaap gevallen. Zodra ik wakker werd, ben ik op weg gegaan naar jullie. En toen ik de schoten en explosies hoorde, rende ik zo hard als ik kan. Maar ik was laat.'
Nogmaals herinnert Alex zichzelf eraan hoe stom hij was, terwijl hij haar van top tot teen bekijkt. Ze is niet gewond. Ze ziet er alleen net zo grieperig uit als hij.
'Hoe is het met Scarlet?' Het brandde al de hele tijd op haar tong, ze durft het bijna niet te vragen, ziet hij. Haar afwezigheid is natuurlijk een slecht teken. 'We kunnen nu kijken of een van hen het geneesmiddel heeft,' voegt ze eraan toe, alsof ze zich vastklampt aan een beetje hoop.
'Ik heb het al,' zegt Alex, en hij grijnst. Grijnst, omdat hij zowel Scarlet als Lysanne nog heeft. 'Ik heb het vannacht gevonden. Ze wordt beter! Ik heb haar verstopt achter een rots.'
Lysanne slaakt een enorme zucht van verlichting en laat zich op de grond zakken, alsof alles wat haar tot nu toe op het been hield in één keer uit haar wegvloeit.
'Waar zijn de andere twee?' vraagt Luan. Esmée is bij hem, duidelijk overstuur, maar hij bekommert zich niet om haar voor hij weet dat het voorbij is.
'Eén is dood. De andere vecht met Dean. Hij wil niet dat iemand zich ermee bemoeit.'
'Dan wachten we tot het gevecht voorbij is en doden we die vrijwilliger als hij heeft gewonnen,' zegt Luan nuchter.
Alex gelooft niet dat Dean zal verliezen. Alles is de laatste paar uur goed gegaan, het geluk is bij hen. Iedereen die hem dierbaar is leeft nog. En de vrijwilligers zijn al verslagen, of Dean wel of niet wint. Hun oorlog is voorbij.
Alsof hij weet dat ze het over hem hebben, komt Dean tussen de bomen tevoorschijn. Hij hijgt en is nat van het zweet, gewond. Maar hij heeft gewonnen, dat is duidelijk. Hij heeft een zelfvoldane grijns op zijn gezicht, die van een overwinnaar. 'Dat was de moeilijkste tot nu toe,' zegt hij schor, maar duidelijk ook verheugd. Alex begrijpt dat hij van uitdagingen houdt en naar een tegenstander als deze op zoek was.
Nu neemt Zoey opeens de leiding. 'Wie is er gewond? Ik zal iedereen die gewond is proberen te behandelen.'
'Ik zal Scarlet halen,' zegt Alex, waarop hij direct in de richting rent waar hij haar had achtergelaten. Hij hoopt niet dat er toevallig een bom bij haar is ontploft.
Maar ze ligt nog precies zoals hij haar had achtergelaten, en opnieuw tilt hij haar op en loopt hij terug naar de anderen. 'Ze lijkt inderdaad een stuk beter,' zegt Lysanne met een glimlach.
'Hopelijk wordt ze voorlopig nog niet wakker,' zegt Luan, met een half zuur en half geamuseerd lachje. Ondertussen is Zoey bezig Eelco te verbinden met wat er nog over is van het shirt dat hij eerder kapot had gescheurd. Twee kogels liggen naast hem in het gras, zo te zien is hij in zijn arm geraakt.
'Het komt wel goed,' zegt Zoey geruststellend. 'Gelukkig kun je nog steeds schieten met die arm.'
'Jij bent hier na,' zegt ze met een blik op Dean, die enkele diepe wonden heeft. Maar die schudt zijn hoofd, Alex ziet dat hij zelf al bezig is enkele ervan te verbinden om het bloeden te stoppen. Hij heeft blijkbaar zelf verband. 'Niks persoonlijks, maar ik vertrouw niemand en verzorg mezelf.'
'Dan is Luan,' zegt Zoey zakelijk, terwijl ze juist een paar blaadjes uitspuwt en het laatste verband vastknoopt. Opnieuw beseft Alex hoe volwassen Zoey in zo'n korte tijd is geworden.
'Het is maar een schampschot,' zegt Luan, maar hij laat zich dan toch behandelen. En dan is de wond in Alex' arm aan de beurt en Lysannes bloederige schrammen worden ook onderzocht, maar die bloeden al niet meer en hebben daarom geen verband meer nodig. Zoey legt een hand op zijn voorhoofd, en dan op die van Lysanne. 'Jullie hebben allebei koorts,' zegt ze bezorgd. 'Jullie moeten uitrusten.'
En dat brengt hen meteen bij het volgende. Wat gebeurt er nu? Alex had er de afgelopen minuten al over nagedacht, en nu spreekt hij zijn gedachten uit. 'We moeten weer opsplitsen. We hadden een gezamenlijk doel dat ons verbond, maar de lijfwachten en vrijwilligers zijn verslagen. Nu zijn alleen wij nog over, wat betekent dat wij nu ook weer vijanden van elkaar zijn.' Hij ziet dat Luan en Dean het met hem eens zijn, Zoey slaat haar ogen neer maar zegt niets. 'Ik mag jullie stuk voor stuk graag,' gaat Alex verder. 'En ik vind dat iedereen het geweldig heeft gedaan vandaag. Ik wens jullie allemaal het beste toe. Maar hoe erg ik het ook vind, onder deze omstandigheden is het toch ieder voor zich. Mensen veranderen tijdens dit experiment en zijn tot alles in staat. We kunnen elkaar niet vertrouwen.'
'Dus Esmée en ik zijn weer samen,' zegt Luan.
'En Zoey, Lysanne en Scarlet vormen een groep met mij,' zegt Alex.
'Maar het is toch niet echt nodig?' zegt Eelco. 'Opsplitsen, bedoel ik? Ook als we opsplitsen gaan we elkaar toch niet daarna opzoeken en vermoorden? Ik zie het geen van ons in elk geval doen,' voegt hij er zwakjes aan toe.
Alex begrijpt waarom hij tegenstribbelt. Eelco blijft alleen over. Het is sneu voor hem, maar het is niet anders. 'Ik ben ook niet van plan met een van jullie te vechten tenzij het zelfverdediging is,' zegt Alex. 'En dat geldt waarschijnlijk voor jullie allemaal.' Behalve Dean, voegt hij er in gedachten aan toe. 'En als geen van ons aanvalt, gebeurt er niks. Dus ik verwacht dat de wetenschappers iets zullen verzinnen waardoor we toch tegen elkaar moeten vechten. Dat ze zullen vertellen wat we nu moeten doen. Toch?' zegt hij tegen de onzichtbare camera's.
'Ik denk dat het tijd is voor het laatste level,' zegt Dean. 'De arena. En dan moeten we wel, of jullie het nou willen of niet.'
Op dat moment klinkt er het geluid van een microfoon die ingeschakeld wordt. 'Heel goed!' klinkt Riona's stem, en Alex ziet aan de gezichten van de anderen dat als die kans er ooit komt, ze erom zullen moeten vechten wie Riona mag vermoorden. 'De lijfwachten en vrijwilligers zijn verslagen en helemaal geen doden aan jullie kant. Hoewel dat enigszins teleurstellend is, moeten we jullie toch complimenteren voor jullie samenwerking. Maar... die samenwerking wordt nu helaas verbroken.'
'Die verbraken we net al zelf, belachelijk stom mens,' zegt Eelco geïrriteerd.
'Want dat er geen doden aan jullie kant vielen vandaag, betekent meteen een nieuwe kans voor onze wetenschap,' ratelt Riona verder. 'Morgenavond staan er zes mensen in de arena. Er zijn er nu echter nog acht. Morgenochtend zullen er twee mensen afvallen op een manier die wij zorgvuldig hebben bedacht. Slechts vier hoeven daarvoor mee te spelen, de andere vier staan sowieso al in de finale.' Ze wacht even, zodat ze zeker weet dat de informatie aankomt. 'Eerst willen we dat jullie het rotspad volgen. Het hek is geopend, en over een uur zijn jullie bij jullie onderkomen waar jullie vandaag kunnen uitrusten. Meer informatie zal daar volgen. Vanaf nu is het verboden om nog te verwonden en te doden. Jullie moeten alle acht levend aankomen in het verblijf. Wij bepalen hoe de laatste twee mensen afvallen.'
Alex kijkt naar Scarlet, die uiteraard niet terugkijkt. Hij merkt dat meer mensen naar hen kijken, dat ze allemaal hetzelfde denken.
Vinden de wetenschappers het tijd om de twee misdadigers voorgoed uit te schakelen?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top