Hoofdstuk 23

Alex legt Lysanne op een slaapzak, en legt vervolgens een andere slaapzak over haar heen. Hij zou verder niet weten wat hij voor haar moet doen, behalve wachten tot ze wakker wordt. Daarom keert hij zich nu naar Zoey, die er nog precies zo bij zit als toen hij haar achterliet.

Luan tikt hem op de schouder, als Alex omkijkt reikt hij hem een fles gevuld met water aan. Alex had geen water bij zich. Natuurlijk had hij water mee willen nemen toen hij uit de rivier kwam, maar hij had niets om water in te doen. Tijdens het avondmaal enkele uren geleden hadden ze van Scarlets waterflessen gedronken, die er inmiddels twee had veroverd. Was dat echt nog maar enkele uren geleden? Het voelt als een compleet andere wereld.

'Dank je,' zegt Alex, die de fles aanpakt. Opnieuw knikt Luan hem alleen toe zonder iets te zeggen.

Alex gebruikt het water om het bloed uit Zoey's gezicht te vegen. Haar handen zijn echter het ergste, maar als Alex de pijp van zijn spijkerbroek afscheurt, lukt het haar ze schoon te vegen. De stof is te ruw om echt als verband te kunnen dienen, maar wel goed genoeg om schoon te maken.

Tegen de tijd dat Alex klaar is, is de fles bijna leeg, ook al was hij zo zuinig mogelijk geweest. Waarschijnlijk was het onverstandig om drinkwater op deze wijze te verbruiken, maar hij kan Zoey niet zo laten.

Het volgende probleem is echter haar kleding. Alex heeft geen idee wat hij aan moet met al het bloed op haar shirt. Er is nou niet bepaald een reserve in de buurt.

'Zoey?' zegt hij nogmaals, terwijl hij de fles nu wegzet en zijn handpalmen tegen haar gezicht houdt. 'Hé, Zoey, alsjeblieft, kijk me aan. Kun je me horen?'

Er komt geen enkele reactie.

Alex gaat naast haar zitten en houdt haar in zijn armen, terwijl Lysanne aan de andere kant van hem ligt. Hij kijkt van Zoey naar Lysanne en heeft het gevoel dat hij het nu allemaal echt niet meer aan kan. Hij wordt overspoeld door emoties en de tranen zitten achter zijn ogen. 'Wat moet ik doen, Luan?' zegt hij, en hij merkt dat zijn stem haast wanhopig klinkt. 'Wat moet ik doen?'

'Ik denk dat je niets anders kunt doen dan wachten,' zegt Luan zacht. 'Lysanne zal wakker worden. En Zoey ook. Ze komt wel weer terug.'

'Maar ik weet niet eens hoeveel tijd we nog hebben. Ik snap het doel van dit level niet meer. Sinds we het maïsveld uit zijn, terug in het bos, heb ik het gevoel dat we terug zijn in het eerste level. Maar ze moeten toch iets anders hebben verzonnen, en ik heb echt geen flauw idee.'

'Het heeft geen zin om daar nu over te piekeren,' zegt Luan. 'We moeten leven met het moment, elk moment dat we niet hoeven te vechten nuttig gebruiken. Houd je nu eerst bezig met hen, en ik met m'n zusje.'

'Ga je weg als het licht wordt?' vraagt Alex.

'Ik ga haar zoeken, ja. Maar ik hoop dat we bij elkaar kunnen blijven. Wie weet zijn er meer groepen gevormd, het is gevaarlijk alleen.'

'Ik hoop dat we überhaupt in staat zullen zijn mee te zoeken,' fluistert Alex, en hij begraaft zijn gezicht in Zoey's krullen.

De dag breekt aan, en de wereld is er nog steeds. Alex denkt dat hij misschien zelfs even in slaap is gevallen, uitgeput van alle emoties. Niet lang nadat het licht is geworden, komt er eindelijk beweging in Lysanne. Pas dan laat Alex zijn zusje even los, om zich helemaal naar Lysanne om te draaien. Die opent eindelijk haar ogen en knippert vervolgens hard tegen het licht. Ze kijkt recht in Alex' gezicht, dat boven haar is. Hij glimlacht. 'Hé.'

'Hé,' zegt Lysanne zacht, en als ze overeind komt, grimast ze van pijn en drukt kreunend haar handen tegen haar achterhoofd. Haar gezicht is nog ziekelijk wit.

'Je hebt zeker geen pijnstillers?' kreunt ze.

Alex schudt zijn hoofd. Plotseling lijkt Lysanne zich alles weer te herinneren, want ze draait zich met een ruk om naar Zoey. 'Hoe gaat het met haar?' vraagt ze zacht, maar aan haar gezicht te zien is wat ze ziet wel duidelijk genoeg. 'Is er enige reactie geweest sinds...'

Alex schudt opnieuw zijn hoofd. Lysanne weet duidelijk niet wat ze moet zeggen, is even stil. Kijkt dan weer om zich heen. 'Waar is Scarlet?'

'Weg. Ze komt niet meer terug.'

Lysanne knikt alsof ze daarmee instemt.

'Lysanne, hoe voel je je?'

'Alsof ik met m'n hoofd tegen een steen ben geslagen.' Lysanne glimlacht flauwtjes. 'Ik kom er wel weer bovenop.'

'Hé.' Alex gaat op zijn hurken tegenover haar zitten en legt een hand op haar schouder. 'Dank je. Je hebt Zoey gered.'

Er verschijnt een blos op Lysannes wangen en ze slaat haar ogen neer. 'Dus tot zover je speech dat ik niet zo vaak meer m'n leven moet wagen om anderen te redden?' zegt ze dan met een plagende grijns.

Alex glimlacht terug. 'Deze ene keer laat ik het rusten. Lysanne, echt, bedankt, ik ben je heel wat verschuldigd.'

Lysannes glimlach sterft weg als ze weer naar Zoey kijkt. 'Maar het gaat niet goed met haar, of wel?'

'Ik praat al uren tegen haar, maar er komt steeds geen reactie.'

'Dat komt wel weer,' zegt Lysanne. 'Geef het wat tijd.' Maar haar gezicht verraadt hoe erg ze zich zorgen maakt.

Er gaan meer uren voorbij met niks doen. Scarlet laat zich inderdaad niet meer zien. Luan kamt de omgeving uit om te zien of zij of andere vijanden zich misschien verborgen houden, of dat er misschien sporen van Esmée zijn. Maar hij vindt niets. Alex is blij dat hij nog niet bij hen weggaat om zijn zusje te zoeken. Maar waar zou hij ook moeten beginnen? Esmée kan nu overal rondlopen, en dan is het misschien maar goed om op één plek te blijven, voor als ze uiteindelijk deze plek bereikt. Misschien vindt ze hen.

Alex is onmiddellijk alert als hij eindelijk beweging in Zoey voelt. Hij heeft haar bijna geen moment losgelaten, is op haar in blijven praten, wrijvend over haar arm of rug. Urenlang zonder resultaat. Maar nu is er beweging, misschien wordt ze wakker.

'Zoey?' zegt hij. 'Zoey, alsjeblieft, wordt wakker.'

Er gaat een huivering door haar heen. 'A-A-ll-an-an?' Haar stem klinkt onherkenbaar, schor, gebroken, bang.

Ze maakt haar gezicht los van zijn schouder, staart hem aan, en dan naar haar handen, maar die zijn schoon. Ze begint te beven over haar hele lichaam. 'Het was geen nachtmerrie, of wel?' zegt ze terwijl de tranen onmiddellijk over haar wangen beginnen te stormen. 'Ik heb-. Ik heb-.'

'Ja,' zegt Alex zacht, die haar recht aankijkt en een hand tegen haar gezicht legt. 'Je was bang, je had jezelf niet meer onder controle. Het had iedereen kunnen overkomen.'

Zoey trekt zijn hand weg en schudt heftig haar hoofd. Haar lichaam schokt en er komen hartverscheurende geluiden uit haar keel, alsof ze er haast in stikt. 'N-nee, nee, dat zeg je alleen maar omdat ik je zusje ben. Maar-.'

'Zoey.'

'De wetenschappers hebben me in een monster veranderd,' fluistert Zoey terwijl ze achteruit kruipt. 'Raak me niet aan!' gilt ze, wanneer Alex opnieuw naar haar toekomt. 'Ik verdien geen medeleven!'

Ze botst met haar rug tegen Lysanne. 'Zoey,' zegt zij ook, 'Het is menselijk om te bezwijken na wat er allemaal is gebeurd. Na wat jij hebt meegemaakt vannacht, is het misschien alleen maar natuurlijk. Iedereen wordt gedwongen te doden tijdens deze show.'

'Probeer het niet goed te praten!' schreeuwt Zoey, die nu omkijkt. 'Het valt niet goed te praten! Ik werd niet gedwongen hem te doden! Ik heb hem niet netjes doodgestoken uit zelfverdediging! Nee, hij was vastgebonden en ik heb keer op keer-. Ik was zo bang voor hem, ik wilde alleen maar dat hij me geen pijn meer kon doen, en ik was zo bang dat ik bleef steken zodat ik helemaal zeker wist dat hij niet gevaarlijk meer was.'

'Dat weten we, Zoey, je was bang.'

'Zelfs Scarlet besloot dat ik een monster was!' schreeuwt Zoey. 'En als iemand als Scarlet dat al denkt-!'

'Hé.' Terwijl Zoey met haar gezicht naar Lysanne staat, slaat Alex van achteren opnieuw zijn armen om haar heen. 'Je kunt niet ongedaan maken wat er is gebeurd, en het ook nooit vergeten. Maar je kunt vanaf nu weer jezelf zijn en weer het goede doen.'

Zoey pakt zijn handen en haalt ze vervolgens van zich af. 'Nee,' zegt ze achterom kijkend, haar ogen glanzend van tranen, maar met iets van vuur in haar ogen. 'Na dit kan ik nooit meer mezelf zijn. Laat me nu alsjeblieft alleen.'

'Je kunt niet alleen het bos ingaan,' zegt Alex, als ze wegloopt.

'Ik zal niet ver gaan.'

'Het is gevaarlijk.'

'Interesseert me niet!' Ze verdwijnt tussen de bomen. Alex wil haar volgen, maar Lysanne pakt zijn arm. 'Ik denk dat je haar het beste even alleen kunt laten,' zegt ze zacht.

'Het is gevaarlijk,' herhaalt Alex.

'Ze blijft vlakbij. We zullen het horen als er iets gebeurt.'

'Als ze dan nog niet dood is.'

'Even maar,' zegt Lysanne, 'ze heeft het nodig, Alex.'

Alex geeft zich met tegenzin gewonnen. 'Goed dan, even.'

Hij laat zich weer tegen dezelfde boom zakken. Lysanne gaat naast hem zitten en legt haar hand op zijn arm. 'Ze is uit haar shock,' zegt ze. 'Dat is goed nieuws. Ze zal het nu heel moeilijk hebben, maar uiteindelijk zal ze ermee om leren gaan en het een plaats geven.'

'Maar ze zal nooit meer dezelfde zijn, of wel?' zegt Alex bitter.

Lysanne schudt haar hoofd. 'Ze is haar onschuld verloren. Waarschijnlijk plotseling volwassen geworden.'

Alex zegt niets. Hij wacht alleen maar, zijn blik voortdurend gericht op de plek waar Zoey verdween. Luan is zijn wapens aan het slijpen, ondertussen de omgeving in de gaten aan het houden, duidelijk gespitst op elk geluid en elk teken dat van Esmée zou kunnen zijn.

Alex weet niet hoeveel tijd er is verstreken, maar uiteindelijk kan hij het niet meer uithouden en gaat hij achter Zoey aan. Lysanne houdt hem nu niet tegen.

Gelukkig vindt hij haar inderdaad vlakbij. Ze zit op de grond, temidden van een heleboel rotzooi. De aarde is omgewoeld, planten en bladeren liggen kapot overal verspreid, te midden van afgerukte takken. Zoey's gezicht is gezwollen, haar ogen rood.

Zonder iets te zeggen slaat Alex opnieuw zijn armen om haar heen. 'Laten we teruggaan,' zegt hij zacht.

Zoey geeft geen antwoord, maar ze loopt wel met hem mee.

Het is al halverwege de middag. Alex begrijpt niet waarom er zo lang niets is gebeurd. Maken de anderen soms een heleboel actie mee waardoor de wetenschappers geboeid zijn? Of genieten ze van het drama waar Zoey nu doorheen gaat? Het is natuurlijk wel iets wat de onderzoekers zo graag wilden bestuderen, kijken hoe mensen kunnen veranderen. Wie weet is Zoey nu niets meer dan een interessant studieobject. En hij eveneens, kijken hoe een familielid reageert. De gedachte vervuld hem met woede. Zoey's leven geruïneerd voor een belachelijk onderzoek. Zij zien het vast als een doorbraak. De actie is waarschijnlijk ergens anders gaande. Misschien proberen de wetenschappers op dit moment alles uit de kast te halen om Scarlet eindelijk te vermoorden en te kijken hoe lang ze weet te overleven, nu haar missie toch gestrand is. De gedachte aan Scarlet vervult hem opnieuw met woede, maar het beeld van haar, stervend en alleen, maakt hem misselijk.

Nee, denkt hij hard, het kan hem niets meer schelen wat er met Scarlet gebeurt.

Zijn aandacht wordt afgeleid als Luan plotseling opstaat, zijn geweer richt en op de bomen afsluipt.

'Niet schieten!' klinkt een jongensstem.

'Luan?' Een meisjesstem, en onmiddellijk laat Luan zijn geweer zakken en hij begint te stralen. 'Esmée?'

Een flits als iemand tussen de bomen vandaan stormt, recht in Luans armen. Luan omhelst zijn zusje alsof hij haar nooit meer los zal laten. Haar metgezel komt nu ook naar hen toe lopen, op een normaal tempo. Met een schok herkent Alex de jongen die Nathan achterop de motor heeft genomen. Zijn pistool hangt aan zijn riem.

'Bedankt,' zegt Luan, wanneer hij zijn zusje loslaat. 'Dat je Esmée onder je hoede hebt genomen en haar hier hebt gebracht.'

De jongen glimlacht breed. 'Geen dank. Je denkt toch niet dat ik een klein meisje alleen laat terwijl het zo gevaarlijk is?'

'Wat je naam?'

'Eelco.'

'Eelco, ontzettend bedankt.' Hij richt zich weer tot Esmée. 'Is alles in orde? Ben je niet in gevaar geweest? Hoe lang was je alleen?'

'Ik kwam Eelco al tegen in het maïsveld,' antwoordt Esmée. 'We hebben verder niemand ontmoet, alleen mensen ontweken wanneer we sporen of rook zagen.'

Luan haalt opgelucht adem. 'Ik ben echt blij dat je in orde bent.'

'En ik ben blij dat ik jou eindelijk heb gevonden!'

Esmée heeft ontzettend veel geluk gehad, denkt Alex, met een mengeling van blijdschap en jaloezie. In tegenstelling tot Zoey.

'En bij jullie? Is hier iets gebeurd?' Esmée heeft Zoey's vlekkerige gezicht gezien.

'Zoey heeft een afschuwelijke en enge nacht gehad,' zegt Luan, en Alex werpt hem een dankbare blik toe.

'En wie zijn jullie?' vraagt Eelco, die nu naar voren komt lopen. 'Ik herken jullie gezichten, maar weet jullie namen niet. Hoewel...' Hij kijkt naar Alex. 'Jij bent de verzetstrijder, Alex. Als je een van de eerste deelnemers bent word je wel onthouden. En dat is je zusje, weet ik nog. Wat is je naam?'

Zoey geeft geen antwoord, heeft niet opgekeken en blijft naar haar knieën staren. 'Dit is Zoey,' zegt Alex daarom maar voor haar.

'En ik ben Lysanne,' zegt Lysanne met een vriendelijke glimlach, en Eelco glimlacht terug. 'Zou ik me voorlopig bij jullie mogen voegen?' vraagt hij dan opgelaten. 'Ik bedoel, het is echt niks om alleen te zijn tijdens dit spel. En ik weet inmiddels maar al te goed hoe dat is.'

'Natuurlijk mag je dat,' zegt Alex, 'hoe meer mensen hoe sterker we zijn.' Hij herinnert zich dat Nathan hem vertelde dat Eelco mee wilde doen met het voornemen om de wetenschappers te vermoorden. Daarnaast heeft hij Nathan gered en Esmée geholpen, hij heeft hun vertrouwen al lang gewonnen.

'Top,' grijnst Eelco, één en al opluchting. 'Bedankt.'

'Ik had niet verwacht je nog terug te zien, nadat je met die lijfwachten en vrijwilligers de berg in ging,' zegt Alex, wanneer Eelco gaat zitten.

'Ik had ook niet verwacht dat ik het zou redden,' zegt Eelco met een glimlachje. 'Ik heb ontzettend veel geluk gehad.'

'Hoe was het? Of-. Sorry dat ik zo nieuwsgierig overkom,' zegt Lysanne. 'Je hoeft geen antwoord te geven.'

'Nee, ik wil het best vertellen. De truc was om vooral niet op te vallen. Die andere jongens zijn nogal gebekt, echte kemphanen. Er werd veel geruzied, mensen ergerden zich bij het minste of geringste aan elkaar. Aan mij werd geen aandacht besteed, dus stond ik niet bovenaan de lijstjes om vermoord te worden. Maar het ging er hard aan toe.' Eelco valt even stil en kijkt naar de grond. 'De dingen waar sommige mensen toe in staat zijn. Het is-.' Hij schudt hard met zijn hoofd. Alex kijkt direct weer naar Zoey, die zich niet verroert, maar hard in haar lip bijt.

'Ik heb gewoon gezien dat iemand in zo'n laserstraal werd geduwd. En... Laat ik maar geen smerige details gaan vertellen, maar ik zie het nog steeds voor me.' Hij huivert. 'Iedereen richtte voortdurend de wapens op elkaar, liet die steeds over de hele groep glijden. Maar niemand durfde te schieten, want die zou dan het volgende slachtoffer kunnen worden. Hetzelfde bij de brug. Degene die over de brug liep, kon niet bepaald zijn wapens gebruiken. Maar diegene neerschieten, betekende dat je je wapen iets te lang op die persoon gericht hield en anderen je zouden kunnen neerschieten. Uiteindelijk durfde niemand een schot te lossen. Zowel tijdens het lopen door de grotten als in de boten hield iedereen elkaar onder schot.'

Alex bedenkt zich weer hoeveel geluk zij hebben om zich in een groep te bevinden waar het enige gevaar dat ze hoeven te vrezen van de wetenschappers komt, en niet ook nog van elkaar. Hij had er niet zo vaak bij stil gestaan en het gewaardeerd als zou moeten.

'Hebben jullie honger?' vraagt Luan. 'Ik heb strikken gezet en het één en ander gevangen.'

'Strikken?' zegt Lysanne verrast.

'Kogels maken te veel lawaai, en ik heb geen pijl en boog zoals Scarlet. En omdat we hier toch de hele dag bleven, kon ik net zo goed strikken zetten.'

Terwijl ze eten, leert Alex Eelco beter kennen. Hij is zestien jaar en komt van de akkers, wat ook duidelijk te zien is aan zijn spieren en gebruinde huid. Hij heeft nooit echt leren vechten, volgens Eelco is hij zover gekomen dankzij geluk, spierkracht, maar vooral door sluwheid en listen. Maar toch vooral door geluk, herhaalt hij weer.

Alex begint op zijn vingers te tellen, de eerste keer dat hij weer aan alle tegenstanders denkt. Normaal hoefde hij niet meer te tellen, omdat Scarlet elke dag wel het aantal noemde. Er zijn nog twaalf mensen over. Zes daarvan zitten nu hier. Scarlet en Dean lopen ergens buiten rond. Dat betekent dat er nog maar vier lijfwachten en vrijwilligers over zijn. Plus Dean betekent dat nog vijf vijanden. Plotseling voelt de hele situatie een stuk minder gevaarlijk. Het lijkt plotseling heel dichtbij en realistisch om de vijanden te doden. En dan zijn ze nog met zeven over. Wat dan? Alex heeft geen flauw idee. Hij ziet zichzelf nou niet bepaald de rest van deze groep vermoorden.

Plotseling is hij weer op zijn voeten, wapen in de aanslag, en Luan doet hetzelfde. Beiden hebben tegelijkertijd iets gehoord, en lopen naar de bosrand. Het is ongeveer twee uur na de aankomst van Eelco, als ze een nieuwe bezoeker krijgen. En deze houdt wel een geweer op hen gericht.

'Dean?' zegt Alex verrast.

'Alex,' zegt Dean. 'En...'

'Luan. Wat moet je hier? We zijn met z'n zessen, ik zou maar niets proberen.'

'Ik kom niets proberen,' antwoordt Dean. 'Ik wil met jullie praten. Maar dan moet ik eerst weten dat ik niet in gevaar ben.'

'Je kunt je wapen laten zakken,' zegt Alex, die zijn eigen woorden opvolgt. Luan aarzelt, maar dan doet Dean zijn wapen weg en doet Luan hetzelfde.

Alex maakt een uitnodigend gebaar naar het kamp. 'Wil je een groep vormen om de lijfwachten en vrijwilligers uit te schakelen?' vraagt hij, wanneer ze naar het kamp lopen.

Dean fronst zijn wenkbrauwen. 'Niet bepaald. Ik geloof dat ik dat zelf wel kan en je weet hoe ik over samenwerken denkt.' Hij bestudeert alle leden van de groep, en het is van zijn gezicht af te lezen wat hij ervan vindt dat er zoveel mensen bij elkaar zijn. 'Maar ik schijn bijna de enige te zijn die dat denkt. Behalve Scarlet hebben de overige spelers ook tijdelijk een groep gevormd om de rest uit te schakelen.'

Misschien is dat de reden dat ze zoveel vrijheid hebben gekregen nadat ze het maïsveld hebben verlaten, denkt Alex. De wetenschappers willen een oorlog.

'Ik zag jullie sporen en besloot te komen kijken. Je bent me immers nog steeds een plan verschuldigd, Alex Wright.'

Alex knikt. 'Laat ik het maar meteen voor je tekenen, wie weet waar we een volgend moment in terecht komen.'

'Een plan?' vraagt Luan.

'Ik zal het jou ook laten zien.'

Alex loopt terug naar het kamp en de anderen volgen hem. Dan begint hij stenen op elkaar te stapelen. 'Help me zoeken,' zegt hij, terwijl hij Nathans bouwwerk namaakt. Eelco komt nu ook aanlopen en zonder iets te vragen helpt hij mee met het zoeken van stenen.

'Jij doet nog steeds mee?' vraagt Alex, die zich herinnert dat Nathan het plan al aan hem had verteld.

'Yup,' knikt Eelco. 'Ik wil niets liever dan dat. Of het ook gaat lukken, echter...'

'Ik hoop dat het niet iets belachelijks is,' zegt Dean, wanneer de stenen hoop voltooid is en Alex een stok pakt om mee te tekenen. Hij maakt zowel bewegingen in de grond als er vlak boven, zodat als de wetenschappers zijn bewegingen volgen, ze niet kunnen ontdekken wat hij tekent. Zijn tekening lijkt aardig op dat van Nathan.

'Heeft er iemand een lucifer?' Wanneer Alex de lucifer naar beneden gooit, kijkt Dean door het gat. Alex wacht wat nerveus op zijn reactie, dat wel een eeuwigheid lijkt te duren, zo lang kijkt Dean. Dan heft hij eindelijk zijn hoofd op, ondertussen het gat afdekkend met zijn hand. 'Heb je alleen een voornemen, of ook al meer dan dat?'

'Alleen een voornemen,' zegt Alex, die weet hoe zwak het klikt.

'Dan is het nog geen plan te noemen. Alleen een droom die iedereen heeft. Het is volslagen krankzinnig. Hier is een briljant plan voor nodig, maar waarschijnlijk vooral hulp van buitenaf. Dat hebben we niet.'

'En als er een goed plan komt,' zegt Alex, 'zou je dan meedoen?'

'Als ik denk dat het een kans van slagen heeft, zou ik er graag mijn leven voor opgeven. Maar zo niet, dan zorg ik ervoor dat ik win.'

Dat klinkt redelijk. Als er nooit een plan komt, zal Alex er ook voor zorgen dat Zoey wint. 'Daarom probeer ik er ook zoveel mogelijk mensen bij te betrekken. Niet alleen hebben we zoveel mogelijk wapenkracht nodig, maar ook hoofden die kunnen broeden op een plan.'

'Doen er nog meer mensen mee?'

'Scarlet, Eelco. Het was Nathans idee. Verder heb ik het nog aan niemand laten zien.'

'Jullie hebben Nathan uiteindelijk toch achtergelaten in het vuur, of niet?'

Alex zegt niets.

'Een wijs besluit. En Scarlet... Ik zal haar nooit vertrouwen, maar gezien het feit dat ze niet kan winnen, geloof ik wel dat ze dit als de enige uitweg ziet.'

'En mag ik het ook zien?' vraagt Luan. 'Dan weet je of je nog een deelnemer hebt.'

'En ik.' Lysannes stem, ze staat achter hem. 'Ik was al bang buiten te worden gesloten van een of andere mannenbespreking.'

'Dat is het niet, ik denk alleen niet dat je mee zou willen doen,' zegt Alex. En Luan ook niet, maar hij bedenkt zich dat het misschien verstandig is niet meer te zeggen. Hoe meer hij zegt, hoe groter de kans dat het geraden wordt. Hij kijkt Luan aarzelend aan, hoe groot is zijn loyaliteit nog jegens zijn volk? Zal hij hen verraden? Dan knikt hij, met enige tegenzin. Hij kan het niet maken om nu nog 'nee' te zeggen. Wanneer Dean plaats maakt voor Luan, is Alex nog meer gespannen dan toen Dean aan de beurt was. Zijn maag kronkelt.

Als Luan zich losmaakt van het gat, zegt hij niets. Zijn hand bedekt het gat, wat een goed teken is. Iedereen staart hem aan.

'Ik begrijp het,' zegt hij dan, 'maar ik denk dat je ook begrijpt dat ik niet mee kan doen.'

Alex knikt, eigenlijk had hij het verwacht, maar hij is opgelucht dat Luan hen tenminste niet verraadt. Hoewel, zouden de wetenschappers het inmiddels niet geraden hebben? Maar om slechts een voornemen zullen ze zich wel niet druk maken.

Zwijgend loopt Lysanne dan naar het gat en neemt het over. Zij is echter al snel uitgekeken. 'Ik moord niet,' is het enige wat ze zegt, om riskante woorden te besparen, maar het is duidelijk genoeg.

Alex knikt. 'Ik had niets anders verwacht.' Hij wist de tekening uit.

'Ik dacht dat je nooit wilde samenwerken,' zegt Zoey, enkele uren later. Het wordt inmiddels donker. Alex heeft voortdurend naast haar gezeten, maar ze deelden een stilte. 'Als je een groep vormt, zal er altijd één bij zitten om iedereen in de slaap te vermoorden, toch?'

Alex knikt. Dean echter, degene om wie hij zich het meeste zorgen zou maken, is al vertrokken. Waarschijnlijk wil hij lijfwachten en vrijwilligers afmaken. 'Je hebt gelijk, je hebt gelijk, Zoey. Ik voel me veiliger dan ooit, maar het is natuurlijk een illusie. Toch kan ik het niet opbrengen om die illusie achter te laten en ervandoor te gaan.'

'Dus uiteindelijk krijg ik toch m'n zin,' zegt Zoey met een glimlachje. 'We werken samen. We staan nu sterk tegen de andere vijanden.'

'Tot die vijanden verslagen zijn,' zegt Alex, 'dan moeten we hier weg zijn.' Het doet pijn om dat te denken, maar het is de waarheid. Luan, Esmée, Eelco. Allemaal goede mensen, maar wanneer het straks ieder voor zich is...

Het wordt donker, het is tijd voor de vijfde update. Alex is opgelucht te horen dat er geen doden gevallen zijn vandaag. Opgelucht, terwijl iedereen die hem wat kan schelen in zijn zicht is. Geeft hij nog steeds om Scarlet? Nee, natuurlijk niet. Riona zegt teleurgesteld te zijn dat er zo weinig doden zijn gevallen, maar haar vrolijke kraaistem klinkt als het tegendeel. 'We willen natuurlijk ook niet dat de show te snel afgelopen is,' zegt ze. 'Ondanks het gebrek aan doden, was het toch een interessante dag. Laten we zeggen: een opbouw van spanning, zoals wanneer je naar een climax gaat.'

Riona herinnert Alex er opnieuw aan dat het niet alleen om de vier vijanden daar buiten gaat. Nee, de wetenschappers zijn hun vijand, wie weet doen ze iets om hun groep tegen elkaar op te zetten.

Nog twee uren later is Zoey in slaap gevallen. Op de twee personen na die de wacht houden, zit de rest wat te lummelen en te dutten. Ze hebben bedacht de groep in tweeën te splitsen en zo twee wachten aan te stellen. Hiermee wordt het sterkst laten zien dat iedereen Alex' wantrouwen deelt als het gaat om een groep. De ene wacht komt uit de groep bestaande uit Alex, Lysanne en Zoey, die elkaar vertrouwen. De andere uit de groep van Luan, Esmée en Eelco. Luan en Esmée vertrouwen Eelco net zo erg als de rest, maar twee wachters maakt het in elk geval veiliger. Zij kunnen elkaar ook in de gaten houden.

Alex weet niet of hij sliep of niet, maar hij is in elk geval klaarwakker als hij Luans stem hoort. 'Alex,' zegt hij. 'Scarlet is hier.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top