Hoofdstuk 21
Het modderige water van de beek is kniehoog en spat alle kanten op wanneer ze er doorheen stormen. Lysanne struikelt en valt, Alex trekt haar direct uit het water, trekt haar naar de overkant. De beek is een twintigtal meters breed. Struikelend bereiken ze de oever. Buiten het bereik van de hongerige vlammen. Lysanne op handen en knieën, nog steeds snikkend. Alex slaat zijn armen stevig om haar heen, ondertussen naar het vuur kijkend dat pijn doet aan zijn ogen. Nathan moet nu al dood zijn, denkt hij verdoofd. Hij hoopt dat het snel is gegaan.
Hij weet niet hoe lang hij en Lysanne zo zitten. Wanneer haar tranen stoppen met vloeien, blijft hij haar vasthouden. Het vuur aan de overkant is dan nog maar een schim van wat het was, bijna uitgeraasd. Er is niets romantisch aan de manier waarop ze elkaar vasthouden. Het is meer als twee mensen die zich aan elkaar vast blijven klampen na een afschuwelijke ervaring. Nadat de derde gestorven is en ze nog maar met z'n tweeën over zijn, en ze niet nog iemand willen verliezen. Hun gedachten zijn bij Nathan.
Eindelijk laat Alex haar los. Lysanne kijkt niet naar hem, ze staart nog altijd naar de verwoeste overkant. Een lege, vermoeide blik in haar ogen. Ze lijkt op dat moment ineens jaren ouder.
'Ik ga Zoey zoeken,' zegt Alex, zijn schorre stem klinkt slechts als gefluister.
'Hij had niet dood hoeven gaan,' zegt Lysanne met een stem zonder emotie. 'We hadden hem kunnen redden.'
'Dat konden we niet,' zegt Alex, die haar de rug toekeert. Hij moet Zoey vinden en weet dat Lysannes schuldgevoelens alleen natuurlijk zijn, gebaseerd op heftige emoties en straks over zullen gaan. Hij wil nu niet praten over Nathans dood. 'Er was niet genoeg tijd.'
'Hoe weet je dat?' Lysannes stem klinkt fel van achter hem, ze is opgestaan. 'Hoe weet je dat er niet genoeg tijd was om hem te redden? We hoefden niet ver meer en we zijn ook tijd verloren toen jullie besloten hem achter te laten. Als we waren doorgerend hadden we het kunnen redden!'
'Nee, dat konden we niet!' schreeuwt Alex, die zich naar haar omdraait. Lysannes boze, felle stem doet al zijn opgekropte emoties bovenkomen en maakt hem nog kwader dan zij is. 'Wij hebben het op het nippertje gered, het vuur haalde ons aan alle kanten in! Denk je dat ik hem achter had gelaten als ik had gedacht dat we nog een redelijke kans hadden? Denk je dat Nathan de moed had gehad die keuze te maken als hij dacht dat hij het kon overleven? Denk je dat ik zo makkelijk iemand dood laat gaan? Het was een keuze tussen één dode of drie!'
Lysanne kijkt hem aan met vlammende ogen, dan kijkt ze weg, haar vuisten gebald, haar kaken op elkaar geklemd. 'Nee, ik denk niet dat jij dacht dat hij nog een kans had. Maar ik weet zeker dat er wel een kans was. Je had naar mij moeten luisteren.'
'Misschien is dat wel het probleem,' zegt Alex, die een paar stappen naar haar toe doet en dan recht voor haar staat. 'Misschien is het probleem wel dat jij altijd denkt dat iedereen nog een kans heeft, je leven waagt en er uiteindelijk aan dood zult gaan. Eigenlijk vraag ik me af of je überhaupt wel probeert om dit te overleven.'
'Je denkt dat ik het niet probeer?' zegt Lysanne, de woede is terug in haar stem en ze kijkt hem weer aan. Ze wijst op zichzelf. Ze zit onder de modder door de val in het water, zwarte vegen in haar gezicht, modderig haar dat langs haar gezicht valt, schrammen en verwondingen overal. 'Wat heb ik dan de afgelopen dagen gedaan? Ben ik niet door die hel blijven gaan? Als ik het had opgegeven, was ik ook gestopt met rennen!'
'Ik denk dat je het liefst een heldendood wilt sterven. Dat je denkt dat je het toch niet overleeft. En als je dan toch dood moet, dan het liefst terwijl je iemand probeert te redden. Heb ik soms ongelijk? Is dat niet wat je denkt? Heb je niet een doodswens?'
Een moment zegt Lysanne helemaal niets, kijkt ze hem alleen maar aan. Een paar stille seconden gaan voorbij. Dan zegt ze: 'Als ik moet sterven, dan het liefst op de manier die jij beschrijft. Maar ik heb geen doodswens en ik heb het helemaal niet opgegeven. Ik probeer nog altijd om te overleven.'
'Dan waarom?' zegt Alex. 'Als je het niet opgegeven hebt, waarom ben je dan zo roekeloos? Wáárom probeer je de hele tijd mensen te redden als die duidelijk geen enkele kans hebben?! Of ben je gewoon zo onrealistisch en naïef dat je denkt dat alles altijd goed komt?!'
'Volgens mij heeft die houding jou al twee keer gered!' schreeuwt Lysanne, woorden die meteen raak slaan. 'Ik heb meerdere mensen gered en het is altijd gelukt! Dat bewijst dat ik de overlevingskansen van mensen wel kan inschatten!'
'Altijd gelukt?' roept Alex. 'En hoe zit het dan met die jongen die in jouw plaats gestorven is aan het einde van het tweede level? Met jouw beeld van de realiteit zou jij zonet gestorven zijn met Nathan! Ja, je hebt levens gered. Ja, je hebt mij twee keer gered. En ja, ik ben je er dankbaar voor, en je hebt toen de juiste keuzes gemaakt. Maar dat geluk blijft niet altijd bij je! Jij denkt dat als je het maar hard genoeg probeert, het ook altijd lukt. Maar laat je me wat vertellen, Lysanne, zo werkt het niet! Niet alles komt goed als je hard je best doet! Er is geen gelukkig einde! En als jij niet gauw een realistisch beeld krijgt van de werkelijkheid, zul je er snel aan doodgaan. Tenzij dat natuurlijk hetgene is dat je wilt bereiken.'
Alex draait zich om en loopt weg. Het bos in. De gedachte aan Lysanne die zichzelf binnenkort de dood injaagt, maakt hem vanbinnen kapot. Meende Lysanne het toen ze zei dat ze helemaal geen doodswens heeft? Of is het soms onbewust?
Hij probeert de afschuwelijke gedachten te verdringen. De gedachten aan Nathan, aan Lysanne. Hij moet Zoey vinden. En zelfs de gedachte aan Zoey maakt hem misselijk. Als zij maar niet omgekomen is in dat vuur. Of... eerder... die gil.
Hij hoort dat Lysanne hem volgt. Ze zegt helemaal niets, blijft enkele meters achter hem.
Er verstrijken enkele uren waarin ze niemand tegenkomen. Alex' woede ebt langzaam weg, maar de spanning en angst nemen toe. Het begint donker te worden. Straks zal Riona weer de doden opnoemen. Straks zal hij misschien Zoey's naam moeten horen.
'Blij dat we jullie gevonden hebben voor de sporen onleesbaar waren geworden in het donker,' klinkt er een stem achter hem, een stem die Alex uit duizenden herkend. Hij draait zich om, glimlacht. Hij had nooit verwacht dat het vinden van Scarlet zo'n blijde reactie bij hem kon veroorzaken, gegeven de afschuwelijke omstandigheden waarbij een glimlach totaal niet op zijn plaats is. Scarlet grijnst ook. 'Je hebt mazzel dat ik het ben. Een ander had jullie doodgeschoten zonder dat jullie het merkten. Jullie moeten echt beter op jullie omgeving letten.'
Scarlet is niet alleen, ziet Alex nu. Luan is bij haar.
'Jullie hebben onze sporen gevolgd?' vraagt Lysanne.
Scarlet knikt. 'Ik ken jullie inmiddels goed genoeg om te weten dat het jullie sporen zijn. We moesten wel opschieten om jullie nog in te halen voor het donker werd.'
'En je bent met Luan,' spreekt Alex zijn verbaasde gedachten uit. 'Sinds wanneer werken jullie vrijwillig samen?'
'Ik werk helemaal niet graag met haar samen,' zegt Luan duister. Hij zorgt er duidelijk voor dat er een zekere afstand tussen hem en Scarlet blijft. 'Maar ze kan beter sporen lezen dan ik en ik wil m'n zusje vinden.'
'Bovendien weet hij dat het zijn dood wordt als hij iets tegen me probeert,' zegt Scarlet met een zweem van een glimlach die zowel duivels als plagend is.
'Je onderschat me,' zegt Luan geïrriteerd.
'Ben je nog meer sporen tegengekomen?' zegt Alex voor ze aan een heftige discussie beginnen die Scarlet alleen maar zal vermaken. 'Die van Zoey?'
'We zijn wel meer sporen tegengekomen, maar die van Zoey zaten er niet bij. Anders had ik ze wel herkend.'
'Hoe zit het met die gil in het maïsveld vanmiddag?' vraagt Alex door. 'Was jij het?'
'Als het klonk als een strijdkreet zou ik het best geweest kunnen zijn.'
'Hij bedoelt gegil als van iemand die doodsbang is,' zegt Luan, ondertussen Alex aankijkend. 'Het zit mij ook dwars. Was jij het?' vraagt hij aan Lysanne, maar die schudt eveneens haar hoofd.
Er valt een stilte. Het is duidelijk dat die gil van Zoey of van Esmée moet zijn geweest. 'Ik ga haar blijven zoeken,' zegt Alex, die weer begint te lopen. 'Ik wil haar vinden voor het donker wordt.'
'Ik ga ondertussen wel jagen,' zegt Scarlet. 'Voor als het donker is. We hebben sinds vanochtend niets meer gegeten.
Alex is echter te misselijk om ook maar aan eten te denken. Ze lopen flink door en Luan loopt zwijgend naast Alex. Het is alsof er een bepaalde band tussen hen ontstaat. Ze zitten allebei in dezelfde situatie en alleen zij weten precies hoe de ander zich voelt.
Op het moment dat Riona's stem klinkt, blijven ze allebei tegelijkertijd als standbeelden staan. 'Tijd voor onze vierde update!' kraait ze vrolijk. 'Ik moet zeggen dat we merken dat de besten inderdaad overblijven. Vandaag vielen de minste doden, hoewel er toch een heleboel gevaarlijke situaties zijn geweest. Ik moet zeggen dat het geweldig was om te zien wat jullie allemaal kunnen om die te overleven. Hoe verder we komen, hoe beter de show wordt. En dan nu de lijst met doden, want ik zie dat er mensen zijn die de spanning niet meer aankunnen!'
Alex sluit zijn ogen. 'Blijven in en uitademen,' denkt hij, terwijl ergens achter zijn ogen iets begint te bonken. Hij concentreert zich op zijn snelle ademhaling. 'De eerste is de tragische dood van nummer eenentwintig: Nathan Slohan.' De rest hoort Alex niet meer, met een zucht laat hij zich op zijn knieën vallen. Ze leeft. Zoey leeft nog!
Luan is nog steeds in spanning, zijn gezicht kan Alex niet zien, hij kijkt recht vooruit, maar het spreekt uit zijn hele houding. Weer is Alex ontzettend dankbaar dat Zoey de derde en niet het laatste nummer is, zoals Esmée. Luan moet altijd de hele lijst afwachten tot hij het weet.
Nummer zesentwintig is echter de laatste die wordt genoemd. Er zijn vandaag drie doden gevallen. Wat Riona dan ter afsluiting zegt, hoort geen van allen nog. Luan slaakt een kreet van vreugde en opgelucht slaan beide jongens een arm om elkaar heen en kloppen elkaar op de rug. Dan wordt Alex omhelsd door een blijde Lysanne.
'Drie doden vandaag,' zegt Scarlet, wanneer de eerste vreugde voorbij is. 'Twee van de lijfwachten en vrijwilligers, en Nathan. Nathan was te verwachten, hij was al dood toen hij in zijn been geschoten werd. Waarschijnlijk was hij niet snel genoeg voor het vuur.'
Er valt een stilte, Alex en Lysanne kijken elkaar niet aan. Dan schraapt Lysanne haar keel. 'Maar het scheelde nauwelijks,' zegt ze zacht. 'Je hebt gelijk, hij is omgekomen in het vuur.'
'Jullie waren erbij?' zegt Scarlet, en dan Lysanne verbaasd aankijkend: 'Waarom leef jij dan nog?'
Er flitst een schaduw over Lysannes gezicht als Scarlet Alex' eerdere veronderstellingen onderstreept, dan klemt ze haar lippen op elkaar en keert hen de rug toe, terwijl ze doorloopt.
'Jij hebt haar zeker meegesleurd?' zegt Scarlet tegen Alex, wanneer ze verder lopen, haar blik op Lysannes rug gericht. Ze is buiten gehoorsafstand. Alex knikt alleen maar. Scarlet zucht. 'Alex, ik zou maar aan het idee wennen dat die meid het niet gaat redden. Ze heeft bijna net zo weinig kans als jij en ik.'
Alex geeft geen antwoord. Dan zegt hij: 'Ik ga me nu concentreren op het vinden van Zoey.'
'En je kunt je voortaan maar beter op Zoey concentreren. Naar mijn mening is zij de enige van de goeien die nog een kans maakt.'
Het is inmiddels donker. Alex weet dat ze elk moment moeten stoppen en hun kamp opslaan, hij verwacht dat Scarlet dat elk moment zal zeggen. Maar hij hoopt dat Zoey misschien iets van een vuurtje maakt waarmee ze haar kunnen vinden. Of misschien ook niet, want dan zouden anderen haar ook kunnen vinden. Alex weet niet wat hij moet hopen.
Een gigantische explosie, rechts van hen. De hele omgeving wordt een moment fel verlicht, Alex ziet rook op een berghelling enkele kilometers verderop. Dit is een andere berg dan waar ze tegenop waren gereden, deze is lager, in een rotsachtig gebied. Dan wordt het weer donker, horen ze stenen vallen.
Alex en Luan wisselen een korte blik, dan beginnen ze te rennen, in de richting van de explosie.
'Wat is er gebeurd met die rugzak?' roept Alex naar Scarlet, die vlak achter hen aankomt.
'Weet ik niet, hij was weg toen ik wakker werd.'
Alex weet wat dat betekent. De rugzak met granaten is met iemand anders gestrand, hoogstwaarschijnlijk iemand uit hun groepje. Zoey of Esmée heeft de rugzak, en die explosies zijn waarschijnlijk afkomstig van de bommen uit die rugzak. Terwijl hij dat denkt, ontploft er opnieuw iets.
Het is zo donker, dat het eigenlijk te gevaarlijk is om te rennen. Enkele keren verzwikt Alex bijna zijn enkel, hij struikelt over boomtakken, bladeren slaan in zijn gezicht, brandnetels doen zijn schenen branden. Luan struikelt één keer daadwerkelijk. Maar uiteindelijk zijn ze nog met z'n tweeën, alleen zij blijven als gekken door het bos sprinten. Lysanne kon het niet bijhouden en Scarlet waagde zich er niet aan zoveel risico te nemen door als een blinde stier in de duisternis te rennen. Maar hoe meer granaten ze horen afgaan, hoe harder ze gaan.
Wanneer ze na zo'n drie kilometers eindelijk de berghelling bereiken, is er nog steeds niets te zien. Er is iets meer licht, omdat ze het bos uit zijn, maar het is nog steeds te donker om erg ver te kunnen kijken. De berghelling is vrij steil, het is gekkenwerk om daar in het donker tegenop te klimmen. En toch heeft Zoey of Esmée dat gedaan.
Hijgend blijven de jongens staan, Alex' longen branden. Ondertussen kijkt hij om zich heen, probeert te bedenken wat hij nu moet doen. Hij ruikt de rook van de granaten, ziet de vele gaten in de berghelling, de gevallen stenen. De laatste paar minuten heeft hij geen granaat meer gehoord. Betekent dat dat het gevaar voor de bommenwerper is geweken? Of...
Alex rent naar de berghelling en begint die te beklimmen. Sommige stukjes zijn te lopen, andere stukken moet hij zich met handen en voeten omhoog werken en trekken. Luan volgt hem. Alex haalt zijn handen en knieën opnieuw open, steentjes rollen onder zijn voeten naar beneden. Hij begint alles wat enigszins begaanbaar is af te zoeken. Sommige wegen zijn onbegaanbaar door stenen of doordat er een krater in is geslagen, maar alles wat enigszins te beklimmen is, beklimt hij ook. En Luan is al even vastberaden. Er is echter niemand te bekennen. Luan roept Esmées naam, en Alex schreeuwt die van Zoey als hij bedenkt dat ze zich misschien heeft verstopt en niet tevoorschijn durft te komen.
'Alex, Luan!' Scarlets stem, van ver weg. 'Ze zijn al weg!'
Alex staat stil, luistert. 'Volgens de sporen zijn ze hier niet meer!'
Ze? Wie is ze? Zoey en degene die haar aanviel?
Het duurt voor zijn gevoel een eeuwigheid tot hij eindelijk beneden is, een paar tellen na Luan. 'Wat zie je?' zegt hij meteen dringend.
'Ik heb een heleboel gezien terwijl jullie als idioten die berg opgingen. Zo te zien heeft iemand één van jullie zusjes proberen te vermoorden. Ze is achtervolgd, meerdere keren gevallen, klem gezet, heeft bommen gegooid, met haar nagels over de grond geschraapt. Ik heb wat bloed gezien, een afgebroken nagel-.'
'Scarlet,' onderbreekt Lysanne haar. 'Die details hoef je niet te vertellen.'
'In elk geval heeft ze gevochten, meerdere keren zelfs, maar op de één of andere manier is ze ontsnapt. De ander is haar gevolgd. De sporen gaan die kant op.'
Zodra Scarlet een richting opwijst, willen zowel Alex als Luan weer wegstormen, maar Scarlet grijpt Alex' arm.
'Alex,' zegt ze dan dringend, en Alex kijkt om als hij een toon in haar stem hoort die hij niet vaak heeft gehoord. Het klinkt als medeleven. 'Ik denk dat het Zoey is. Ik herken haar sporen.'
Een moment lang bevriest alles en staat de tijd stil. Iets flitst achter Alex' ogen. Dan veegt hij Scarlets hand weg en begint opnieuw te rennen, weer het bos in. Hij wist de hele tijd dat er vijftig procent kans was dat het Zoey was, daarom was hij ook zo roekeloos. Luan is vlak achter hem, die waarschijnlijk niet helemaal op Scarlets woorden af durfde te gaan. Alex weet dat hij opgelucht is ten koste van hem.
Een geweerschot. En nog één. Alex voelt elke kogel tot diep in zijn ziel. Elke kogel kan het einde van Zoey's leven betekenen. Of misschien is zij wel degene die schiet. Hij weet het niet, hij weet alleen dat hij haar moet vinden, dat hij sneller moet gaan, de tijd stil zou moeten kunnen zetten tot hij daar aankomt. Hij weet niet hoe lang hij blijft rennen, terwijl hij zijn lichaam naar de knoppen werkt. 'Alex!' Een stem, Luan. Hij was nog altijd vlakbij. Alex blijft staan, kijkt om. Dan ziet hij haar, tussen de bomen.
Ze staat er een moment als een spookverschijning, dan stormt ze snikkend op hem af, terwijl Alex ook naar haar toe rent en haar in de armen sluit. Hij houdt haar stevig vast, terwijl ze hevig schokt in zijn armen. Ze huilt hartverscheurend, niet in staat ook maar iets te zeggen. Ze zakt door haar trillende knieën en Alex laat zich met haar op de grond zakken, ondertussen sussende woordjes in haar oor fluisterend en haar heen en weer wiegend. Hij weet niet wat er is gebeurd, er is geen woord uit Zoey te krijgen. Het is in elk geval duidelijk dat hij haar bijna kwijt is geraakt. Ze is zojuist door een hel gegaan.
'Wat doe je?' Scarlets stem, gevolgd door Lysannes opgeluchte: 'Je hebt haar gevonden!'
Over Zoey's krullen heen ziet Alex nu met een schok dat Luan een bewusteloze jongen aan een boom vastbindt.
'Hij kwam een minuut na Zoey,' zegt Luan, als hij Alex' blik ziet. 'Je was te druk met Zoey bezig om hem te zien. Ik heb hem in een reflex neergeslagen.'
Bij die woorden maakt Zoey zich los van Alex' shirt en kijkt om. 'Dood hem!' gilt ze met een gebroken stem. 'Maak hem dood, maak hem dood, maak hem dood!'
'Waarom heb je hem niet gedood?' vraagt Scarlet tussen Zoey's gekrijs door. 'Wat heb je eraan hem vast te binden?'
'Hij stormde opeens langs me heen, ik sloeg hem neer in een reflex. Maar ik denk dat hij ons meer kan vertellen over de andere lijfwachten en vrijwilligers. Over hun wapens en technieken. We weten vrijwel niets over ze, en het zou ons kunnen helpen.
Scarlet knikt bedachtzaam, maar Zoey schreeuwt: 'Nee, dood hem! Hij is een monster, hij is gestoord, hij-. Hij-.' Haar stem breekt en gaat opnieuw over in gesnik. Ze is compleet hysterisch, en Alex houdt haar stevig vast. Hij zegt niets. Maar van binnen is hij razend. Razend op de jongen vastgebonden aan die boom. Hij heeft nog nooit een mens zo van streek gezien als Zoey nu, en dat is de schuld van die jongen. Het liefst had hij dat Luan hem had vermoord. Hij moet zich zelfs bedwingen om het nu niet zelf te doen. Maar de jongen is bewusteloos, en hem doodschieten als hij buiten bewustzijn is... Die jongen krijgt zijn verdiende loon als hij wakker wordt.
Tegen de tijd dat Zoey eindelijk een beetje tot bedaren komt, hebben de anderen het kamp al opgeslagen en het eten dat Scarlet heeft weten te vangen, gebraden. Zoey wil echter niets hebben.
'Wat heeft hij gedaan?' vraagt Alex, nu ze weer enigszins aanspreekbaar lijkt. Nu hij haar niet meer vasthoudt, kan hij haar ook bekijken. Bloed in haar haren, bloedvegen op haar armen en benen. Er zit modder onder haar nagels, in haar kleren, haar huid onder bloederige schrammen. Haar haren wild, haar gezicht wit en grauw, haar ogen bloeddoorgelopen en nog steeds groot en bang. Ze ziet er meer dood uit dan levend.
'Hij... hij heeft me uren achterna gezeten,' fluistert Zoey schor en met tranen in haar stem. 'L-lachend en roepend. Ik d-dacht h-heel vaak dat ik d-dood ging, zat meerdere keren in de v-val. Maar ik h-had steeds geluk. Ben m'n g-geweer wel kwijtgeraakt.' Zoey stopt met praten, krimpt weer ineen, klapt weer dicht.
'Sst,' zegt Lysanne, die haar over haar haren streelt. 'Rakel het maar niet allemaal weer op.'
Hij heeft haar urenlang opgejaagd, beseft Alex. Waarschijnlijk heeft hij er een spelletje van gemaakt, genoot hij ervan. Zoey heeft urenlang gerend en gevochten voor haar leven. Wie weet wat er allemaal is gebeurd.
'Je mag hem morgen vermoorden,' zegt Scarlet, die zijn blik ziet. 'Of Zoey mag het zelf doen,' voegt ze eraan toe met een blik op het meisje.
Een hysterische snik welt diep uit Zoey's binnenste op. 'Probeer te slapen,' zegt Lysanne meelevend. 'Je bent uitgeput.'
Zoey knikt, haar ogen staan glazig, en Alex vraagt zich af of ze het wel gehoord heeft. Hij helpt haar zelf. De ergste wonden hebben ze inmiddels verbonden, en hij pakt een slaapzak en helpt haar erin. Ze trilt van vermoeidheid, maar als ze ligt zijn haar ogen nog steeds wijdopen, alsof ze hem niet ziet, maar terug is in het verleden. De jongen aan de boom is nog steeds bewusteloos, maar uit het zicht. Zoey werd hysterisch van zijn aanblik.
'Morgen,' denkt Alex, terwijl hij Zoey over haar wang streelt. Hij heeft de eerste wacht, hij gaat proberen Zoey in slaap te krijgen, er voor haar te zijn. Pas als zij slaapt, zal hij het ook proberen. Zodat hij als hij wakker wordt, hij die jongen kan vermoorden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top