Hoofdstuk 15
Lysanne en Zoey zijn bijna bij de finish. Lysanne ziet dat de top van de berg vlakbij is. Ze zijn geen obstakels tegengekomen, en eigenlijk verwacht ze die ook niet meer. Natuurlijk moet je overal rekening mee houden, maar ze zijn nu zo dichtbij en hebben al zoveel meegemaakt dat ze het gevoel heeft dat ze het bijna hebben gehaald. En dan mogen ze achter de finish wachten tot zonsondergang, waarschijnlijk een paar heerlijke uren van veiligheid. Hoewel... waarschijnlijk zal de bezorgdheid om Alex tot hij het gered heeft van binnen alsnog aan haar vreten, net als gedachten over de toekomst. Maar in elk geval kan ze straks twee of drie uren doorbrengen in de zekerheid geen kogel in haar hoofd te krijgen, en dat is meer dan ze de afgelopen drie dagen gehad heeft.
Drie dagen... Het experiment is inderdaad nog maar drie dagen bezig. Na alles wat er gebeurd is, voelt het echter als veel te veel voor drie dagen, het voelt als een eeuwigheid. Lysanne kan zich haar leven voor de show nog nauwelijks voorstellen.
Haar gedachten worden onderbroken als ze een knal hoort, op de weg voor hen. Ze brengt de motor met een ruk tot stilstand.
'Wat was dat?' vraagt Zoey angstig. 'Het klonk als een pistoolschot.'
Dat was ook het eerste waar Lysanne aan zat te denken, en nu ze het Zoey hoort bevestigen besluit ze dat ze het niet kan negeren. 'Ik ga kijken,' zegt ze, 'in stilte, dus zonder motor. Misschien was het niets, of misschien is er iemand zo ver voor ons dat we hem niet tegenkomen voor we de finish halen.'
'Of misschien is dat het schot dat klinkt als er iemand de finish over gaat,' gaat Zoey verder met hoopvolle verklaringen. Lysanne knikt, terwijl ze de motor naar de kant van de weg verplaatst en tegen de rotswand zet. Zulke geruststellende verklaringen heeft ze nodig om de moed te vinden om vooruit te gaan. Ze kijkt nu besluiteloos naar Zoey. Zal ze haar op de motor laten passen, of?
'We hebben maar één wapen,' zegt Zoey, 'dus we moeten bij elkaar blijven.'
'Maar ik ga voorop,' zegt Lysanne, die ondanks het feit dat Zoey maar twee of drie jaar jonger is dan zij, zich toch verantwoordelijk voelt voor het kinderlijk uitziende meisje. Zoey gaat hier niet tegenin, geeft haar het geweer en laat kort zien hoe het werkt. In stilte lopen ze verder, tot aan de bocht. Dan staan ze stil en kijken ze elkaar aan. Lysanne heeft enkele seconden nodig om genoeg moed te verzamelen om de bocht om te gaan, met haar rug tegen de muur. Met het geweer in de hand voelt ze zich nu net een actieheld uit films, alsof ze een toneelstukje speelt. Als ze dat gevoel maar vasthoudt, kost het al wat minder moeite om de bocht om te gaan.
Er is niets te zien. Die schutter is natuurlijk al lang weg, misschien al wel over de finish. Verderop is nog een bocht. 'Tot daar,' neemt Lysanne zich voor. 'Ik kijk tot daar en dan gaan we terug.' Wie weet is ze inmiddels al paranoïde en verkneukelen kijkers zich dat een gevallen steentje hen zo bang heeft gemaakt. Maar je kunt beter overdreven voorzichtig zijn dan niet voorzichtig genoeg en sterven. De tweede bocht is makkelijker dan de eerste, vooral omdat Lysanne al niet meer gelooft iets te zien. Daarom stokt de adem ook in haar keel als de weg voor haar niet leeg is. Het duurt even tot ze kan bevatten wat ze ziet. Het is de jongen die haar en Alex eerder heeft aangevallen. Alleen ligt hij nu op de grond met een gat in zijn hoofd. De motor ligt verderop en is dus niet geroofd. Lysanne loopt geruisloos achteruit, één hand naar achteren gestoken om Zoey ook terug te dirigeren. Als ze terug de hoek om zijn en het lichaam van de jongen uit het zicht is, staat het beeld alsnog voor haar ogen.
'L-Lysanne?' zegt Zoey met trillerige stem. 'Wat is daar gebeurd, denk je?'
Lysanne schudt wild met haar hoofd, om haar hoofd helder te krijgen. Ze voelt zich slap en trillerig, maar al minder ziek dan de vorige keer toen ze een dode zag. Alsof ik er aan begin te wennen, denkt Lysanne vol afschuw. Maar het zorgt er wel voor dat ze snel weer rationeel kan nadenken. 'De vraag is door wie die jongen is neergeschoten en of hij nog steeds in de buurt is.' Haar ogen zoeken de rotswand af terwijl ze het zegt, en hoger ziet ze verschillende mogelijke schuilplaatsen. Zou daar een schutter zich verscholen houden? Het is een slimme strategie, elke nietsvermoedende voorbijganger doodschieten en zo het spel winnen. Het was hem in ieder geval niet te doen om de motor, wat haar in haar vermoedens sterkt. Bovendien was de jongen vanaf de zijkant beschoten. Of zou het een boobytrap zijn, geplaatst door de wetenschappers?
'Denk je dat hij weg is?' fluistert Zoey hees. 'Of is hij er nog?'
'Ik weet het niet,' zegt Lysanne zacht. 'Maar...' Ze bijt op haar lip. 'Ik durf er nu echt niet langs te rijden.' Ze zal er wel ooit langs moeten als ze de finish wil halen.
'Ik wil er ook niet langs,' zegt Zoey, 'maar we kunnen hier toch niet wachten?'
Lysanne kijkt opnieuw naar de rotswand. 'We zouden kunnen kijken of er een schutter is. Zonet reden we langs een steil zijpad dat omhoog ging. Dat pad kan hij genomen hebben, en wij kunnen dat ook.'
'En als we hem niet vinden, wachten we tot er iemand anders langsrijdt en kijken we of diegene doodgeschoten wordt?' zegt Zoey, en ze schrikt zelf duidelijk als ze haar eigen woorden hoort.
'Ja,' zegt Lysanne zonder aarzeling, die zich bedenkt dat ook zij er niet aan ontkomt om te veranderen in het monster dat de wetenschappers willen zien, hoe hard ze er ook tegen vecht. 'Tenzij het Alex is, natuurlijk. Of... sommige andere... deelnemers.' Een poging om toch nog iets menselijker te klinken. Maar als de tijd straks gaat dringen, zal ze het dan echt kunnen opbrengen andere deelnemers te waarschuwen, behalve Alex?
Om die ziekmakende gedachten te stoppen, focust ze zich op het vinden van de schutter en loopt ze terug naar het pad dat ze eerder voorbij zijn gereden. Ze lopen beiden in stilte weer langs de motor, als die gestolen wordt, hebben ze straks nog genoeg tijd over om lopend de finish te halen, houdt Lysanne zichzelf voor. Als ze opschieten. Als ze het pad bereiken, blijven ze staan, kijken elkaar bleekjes aan. Ze kunnen er nu nog van afzien.
Dan hakt Lysanne de knoop door en begint het pad naar boven op te lopen. Ze hoort dat Zoey haar volgt. Het pad is niet begaanbaar met een motor, en het is vrij steil. Sommige stukken zijn makkelijk te lopen, maar andere delen moeten ze zich vasthouden aan stenen om omhoog te klimmen. Ze kunnen zich niet geruisloos voortbewegen, er rollen steentjes naar beneden, grind verschuift onder hun voeten. En daarom is het ook te zien dat het pad al eerder is beklommen. 'Er is hier wel iemand langs gekomen,' fluistert Lysanne over haar schouder, wijzend op de sleepsporen van glijdende schoenen die grip probeerden te krijgen in de aarde. Even denkt ze dat Zoey zal zeggen dat ze om wil keren, ergens hoopt ze ook dat ze dat zal zeggen, zodat ze terug kunnen gaan. Want het is duidelijk dat ze nu het gevaar tegemoet lopen. Hun tegenstander is bovendien een goede schutter, beter dan zij.
Maar Zoey, hoewel haar gezicht asgrauw is en ze zichzelf duidelijk moet dwingen om door te gaan, zegt niets. En dus kijkt Lysanne weer voor zich uit en doet hetzelfde. Ze hebben geen andere keuze. Ze moeten de schutter ook uitschakelen voor Alex en Scarlet nietsvermoedend die hoek omlopen, want straks zijn ze te ver weg om nog te kunnen waarschuwen.
De pad die ze nemen, heeft verschillende bochten, en elke keer is Lysanne als de dood dat de schutter hen daar met een moorddadige grijns staat op te wachten. Dat is echter niet het geval, en uiteindelijk zijn ze zo hoog, dat het pad gewoon verdwijnt en het gebied waar ze staan bijna vlak is, met enkele lichte hellingen, rotsen en grote stenen. Lysanne heeft voortdurend in haar hoofd in welke richting de dode jongen ligt, en in die richting beweegt ze zich, want daar moet de schutter zich ergens verscholen houden. Ze ziet een partij stenen aan de rand van het gebied, als zij de schutter was, had ze zich daar ergens verscholen. Lysanne en Zoey lopen nu gebukt vooruit, de grote hoeveelheid stenen en rotsen als dekking gebruikend. En dan ziet Lysanne hem. Zonet werd hij nog aan het zicht ontrokken door stenen, maar nu heeft ze vol zicht op de jongen die gehurkt achter een paar stenen de weg in de gaten houdt.
Lysanne slikt. Een vrijwilliger, zeker weten. Een grote, brede jongen, een goede schutter die niet aarzelt te doden. Moeten ze hem nu door z'n achterhoofd schieten voor hij hen opmerkt? Ze kijkt achterom naar Zoey, die inderdaad gebaart dat ze nu moet schieten. Lysanne kijkt naar haar geweer. Kan ze dat doen, de jongen zomaar doodschieten? Van achteren nog wel? Of is ze daar nog niet monsterlijk genoeg voor geworden?
Plotseling kijkt de jongen om, en Lysanne schiet terug achter de rots terwijl de angst naar haar keel schiet. Hebben ze geluid gemaakt? Heeft hij haar gezien? Ze hoort voetstappen die hun richting op gaan. Paniek beneemt haar de adem. Moet ze nu tevoorschijn komen en schieten? Kan ze de jongen eerder doden dan hij haar? Haar handen trillen onbedwingbaar. Nee, ze denkt niet dat ze in één keer raak kan schieten of sneller is dan een geoefende schutter. Zodra ze haar hoofd langs de rots steekt om de jongen in zicht te krijgen, zal ze een kogel in haar hoofd krijgen, nog voor ze ook maar de trekker heeft kunnen overhalen.
De voetstappen komen dichterbij. Ze moet snel beslissen. 'Je moet hem van achteren raken,' fluistert Lysanne terwijl ze de doodsbange Zoey het geweer in handen drukt en gebukt langs de stenen loopt. Steentjes rollen onder haar voeten weg, ze beweegt zich hoorbaar, en dat is ook precies de bedoeling. Ze sluipt in de richting van het pad dat ze hebben verlaten, de jongen zal denken dat ze wil vluchten. Ze stopt bij de laatste steen, als ze ervoor wil zorgen dat de jongen met zijn rug naar Zoey toe staat, zal ze nu een meter moeten overbruggen naar de volgende steen; een meter zonder dekking. Lysanne gunt zichzelf geen moment om hierover na te denken, maar waagt de gok. Ze duikt achter de steen, terwijl achter haar enkele kogels afketsen. Maar ze was te snel. Lysanne kan nu niets meer doen, ze drukt zich met haar rug plat tegen de steen terwijl het bloed in haar oren raast en ze een schietgebedje doet. Ze heeft haar leven compleet in handen van Zoey gelegd. Zal ze het kunnen? Zal het kleine meisje de moed kunnen opbrengen de jongen te doden om haar leven te redden? Lysanne weet het niet, ze kennen elkaar nauwelijks, en in dit experiment is het gedrag van niemand te voorspellen. Lysanne hoort de voetstappen snel dichterbij komen, de naderende dood. Ze knijpt haar ogen stijf dicht, haar handen ballen zich tot vuisten en ze durft niet te ademen. Ze besterft het letterlijk van angst, ze kan alleen maar afwachten.
Hij is nu vlak achter haar, ze hoorde het niet alleen, ze kan zijn aanwezigheid voelen. Iets duwt tegen haar achterhoofd; de loop van een geweer. Lysanne doet haar mond open voor een geruisloze gil, ze hoort de klik van een haan die gespannen wordt en weet dat ze doodgaat.
Een harde klap, gevolgd door nog twee. Lysanne beweegt zich niet en blijft alleen maar zitten, wachtend op het schot dat haar uit haar lijden zal verlossen.
'Lysanne!' roept Zoey. Die stem doet haar enigszins ontwaken uit haar toestand, het kost echter enkele seconden tot haar ledematen het weer doen en ze om kan kijken. Zoey staat achter haar, en het duurt nog een paar seconden tot Lysanne kan scherpstellen en ziet dat ze twee geweren in haar handen heeft. Zoey loopt om de steen heen, pakt Lysannes hand en trekt haar overeind. Lysanne wankelt, valt tegen haar aan, maar vindt dan het gevoel weer in haar benen terug. Ze ziet nu dat de jongen op de grond ligt, bloed komt uit zijn achterhoofd en er ligt een grote kei naast hem.
'Ik heb hem neergeslagen met een steen,' zegt Zoey met een beverig lachje. 'Het scheelde niets.'
Lysanne doet haar mond open om iets te zeggen, maar er komt geen geluid uit, ze slikt een paar keer voor ze met een stem als van een vreemde zegt: 'Waarom heb je hem niet neergeschoten?'
'Ik was bang dat ik zou missen en ik wilde hem eigenlijk niet vermoorden.'
'Je was bijna te laat! En wat als je niet hard genoeg had geslagen of hij je had gehoord? Dan waren we allebei dood omdat jij die vrijwilliger niet kon vermoorden!'
'Ik was bang dat ik zou missen,' zegt Zoey verstikt. 'En ik handelde net zo impulsief als jij, ik dacht er verder niet over na. En het is toch goed gekomen?'
Lysanne bedaart wat. Ja, het is goed gekomen. Ze leeft nog. Ze heeft zojuist de ergste seconden uit haar leven meegemaakt, maar ze leeft nog. 'Sorry,' zegt Lysanne, 'ik was doodsbang en reageerde het op jou af.'
'Natuurlijk was je bang,' zegt Zoey, die naar Lysanne kijkt alsof ze denkt dat ze elk moment van haar stokje zou kunnen gaan. Lysanne denkt dat ze er ook wel zo uitziet. 'Het scheelde ook bijna niks. Maar kijk, we hebben nog een geweer. En de jongen had ook nog een rugzak bij zich.' Ze loopt terug naar de plek waar de jongen zich al die tijd verscholen had gehouden, pakt een grijze rugzak en loopt weer naar haar toe. Ondertussen kijkt Lysanne of de jongen nog leeft, en merkt dat het haar teleurstelt als dat inderdaad zo is. Opnieuw schrikt ze van haar gevoelens, maar ze wil niet dat het gevaar waar ze net aan blootgesteld was, ooit nog een kans krijgt om terug te keren. Ze verwacht dat hij elk moment zijn ogen opent en haar dan in één beweging aan een mes rijgt, ook al heeft hij dat zo te zien niet. Huiverend doet Lysanne enkele stappen bij hem vandaan. Als Zoey bij haar is, pakt ze zonder iets te zeggen een geweer uit haar hand en richt die op hem. Ergens van ver hoort ze Zoey's paniekerige stem, ze ziet alleen maar de jongen aan haar voeten, de rest is wazig en niet van belang. Haar vinger ligt om de trekker. Ze zou het zo kunnen doen, voorkomen dat die jongen ooit nog achter haar aankomt. Ergens in die wazigheid merkt ze dat het haar niet lukt om haar geweer goed te richten. Dan beseft ze dat dat komt omdat haar hand te erg trilt. Ze kan de vinger om de trekker niet bewegen.
'Lysanne!!!' Nu pas bereiken Zoey's woorden weer haar hersenen. 'Lysanne, dat hoeft toch niet, hij is bewusteloos, hij kan je niets meer doen, je kunt niet iemand doodschieten die bewusteloos is!'
Lysanne kijkt opzij, alsof ze Zoey voor het eerst ziet. En aan Zoey's gezichtsuitdrukking te zien, is dat andersom hetzelfde. Ze kijkt naar me alsof ik een monster ben, dringt het tot Lysanne door. Het geweer valt uit haar hand en klettert op de rotsen. Waar is ze mee bezig?!
'Ik heb hem bewusteloos geslagen omdat ik hem niet wilde vermoorden,' zegt Zoey met tranen in haar stem.
'Het spijt me,' zegt Lysanne schor. Ze wil het niet toegeven, maar doet het toch. 'Dit experiment... Het maakt me gek. En de gedachte dat die jongen straks nog vrij rondloopt en ons kan vermoorden...'
'Wij nemen z'n wapens mee,' zegt Zoey, 'dus hij kan niets doen. En misschien wordt hij te laat wakker om de finish nog te halen.' Alsof ze Lysanne met die laatste gruwelijke woorden hoop wil geven, zo diep is ze al gezonken, beseft ze vol afschuw.
'We gaan,' zegt Lysanne, die niets liever wil dan deze plek zo snel mogelijk achter zich laten. Zoey opent intussen de rugzak, en ze snakt naar adem als ze de inhoud ziet. Bij die reactie kijkt Lysanne met haar mee, en ook haar wordt de adem benomen.
De tas zit vol met explosieven.
De motor staat er precies zoals ze hem hebben achtergelaten, alsof er in de tussentijd helemaal geen levensgevaarlijke dingen zijn gebeurd. Als Lysanne zonder iets te zeggen plaats neemt op de motor, klimt Zoey achterop met een geweer in elke hand en een tas vol met bommen op haar rug. Lysanne kent de bommen uit de meest recente films. Ze bestaan nog niet heel lang. Het zijn kleine bommen, ongevaarlijk zonder pin, maar zodra de pin er uit is, ontploffen ze na enkele seconden. Alleen zijn deze bommen heel wat schadelijker dan handgranaten, ze kunnen een krater van een tiental meters slaan. Het beangstigt Lysanne wat ze er allemaal mee zouden kunnen doen, en tegelijkertijd geeft het haar een gevoel van zekerheid.
Ze leggen de dode jongen aan de kant van de weg, zijn handen over zijn borst gevouwen, zodat hij niet wordt overreden en het misschien een teken voor Alex en Scarlet is dat ze er gewoon langs kunnen lopen. Het is nu immers niet meer te zien dat de jongen vanuit een hinderlaag is beschoten.
Lysanne voelt zich nog steeds een geest als ze motor rijdt, zich weinig bewust van haar omgeving, haar gedachten nog altijd zwevend op de plek die ze net hebben achtergelaten. Als ze het witte spandoek met daarop in bloederige letters het woord 'Finish' geschreven ziet, is dat slechts voor enkele seconden genoeg om haar uit die toestand te doen ontwaken. Als ze vervolgens over de lang begeerde plek rijden en daarmee het tweede level achter zich laten, wordt haar blijdschap verdrukt door haar andere zwaarmoedige gevoelens.
Ze zijn niet de eersten, ziet ze dan, maar wel nummer twee. De jager, Dean, is er al, en hij neemt hen kort met zijn donkere ogen op, en keert hen dan zonder iets te zeggen de rug toe. Nu ziet Lysanne dat dit niet zomaar een lege vlakte is, ze ziet een vierkant gebouw verderop. Maakt dat onderdeel uit van het derde level? Ze wil er niet eens over nadenken en laat zich op de grond zakken nadat ze haar motor heeft geparkeerd. Ze ziet dat er aan alle kanten nog meer spanddoeken tussen stokken zijn gespannen, in dezelfde uitgelopen donkerrode letters als die van de finish. Alleen staat hier op: Verboden te doden en verwonden. Lysanne telt minstens tien van deze doeken, alsof de wetenschappers denken dat de boodschap anders niet duidelijk genoeg is, met daarnaast ook nog beeldende tekeningen voor degenen die niet kunnen lezen. Het is een opluchting te weten dat ze hier inderdaad veilig is, tenzij er mensen inmiddels nog krankzinniger zijn geworden dan zij.
Zoey heeft haar alleen gelaten en een plek aan de rand van het klif gevonden, waar ze vol zicht heeft op de weg. Ze wacht op haar broer, denkt Lysanne, en de gedachte aan Alex onderbreekt opnieuw haar negatieve gedachtestroom. Ze beseft dat de jongen haar dierbaarder is geworden dan ze zou willen en verstandig is. Ze komt moeizaam, alsof ze het gewicht van honderden kilo's met zich meezeult, overeind en loopt ook naar de rand van het klif, een eindje bij Zoey vandaan, omdat ze het vermoeden heeft dat die liever niet bij haar in de buurt wil zijn. Niet na wat ze bijna heeft gedaan. En Lysanne weet dat ze hier niet alleen staat om te kijken of Alex er al aankomt, ze wacht eveneens op de jongen die haar bijna had vermoord, hopend, ja, hopend, dat hij nooit zal komen.
En Lysanne beseft opnieuw dat de show haar langzaam haar menselijkheid doet verliezen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top