5. Briefing
*Adinda*
Toen het duo op het plein aankwam, stond de rest van het gezelschap al op hen te wachten. Friederich knipoogde naar Adinda, waarop ze hem, onzichtbaar voor de anderen, een stomp in zijn rug gaf.
Zoals gewoonlijk nam Friederich het woord en geleidde hij iedereen naar binnen. Er wachtte hen een uitgebreide lunch in de gemeenschappelijke eetzaal. Adinda moest beamen dat het inderdaad best veel was, maar vond dat ook niet meer dan logisch gezien het grote aantal personen die hier zo meteen in de ruimte zouden toestromen. Het was voor haar dan ook een normaal iets.
Nadat elk lid van de groep zijn bord goed opgeschept had aan het buffet namen ze plaats aan de voor hen gereserveerde tafel. Helaas was er geen vrije plek meer naast Vincent geweest. Erger nog, Adinda had zich samen met Friederich helemaal aan de andere kant van de tafel moeten zetten.
Ze had een paar keer naar het andere eind van de tafel proberen te gluren. Maar Vincent was in gesprek geweest met de twee andere mannen en had nooit teruggekeken. Eigenlijk had ze ook geen idee hoe ze had moeten reageren als hij wel teruggekeken had. Ze keek op naar Friederich. Hij zei er niets over, maar aan de brede glimlach op zijn gezicht, wist ze perfect wat hij er van vond.
Zowat alle toeristen rond haar deden, dat was toch Adinda's mening, overdreven euforisch over het eten. Haar vader zei altijd dat dit kwam door de gezonde zeelucht. Daar kreeg je honger van volgens hem. Zelf had ze natuurlijk niets om mee te vergelijken. Voor haar was het elke dag gezonde zeelucht. Maar ze geloofde hem op zijn woord.
Naast de boomgaard met appelen, peren en kersen, was er in de zomer ook een grote akker waar tal van groenten geteeld werden. Een paar winterharde groenten zoals postelein, savooi, aardperen en nog veel meer, bleven zelfs de hele winter op het veld staan. De moeilijkste periode, dat waren de maanden februari, maart en april, was net achter de rug. Alle wintergroenten waren dan geoogst, en het was nog te koud om al te gaan zaaien op het veld. Op het eiland was wel een grote serre aanwezig, maar de oogst daarvan was in die periode ook vrij beperkt. Maar omdat een aantal bewoners van het eiland zich hadden verdiept in het wecken, had Adinda nog nooit een gevoel gehad dat er te weinig eten was. Groenten werden aangevuld met gerookt schapenvlees, en in hoogste nood werd er wel geïmporteerd van het vasteland.
Adinda genoot van haar roggebrood met gemengde sla, wat koude aardappeltjes en een mosterddressing. De volgende twee dagen zou het allemaal iets minder vers zijn. Want helaas kon voeding niet zolang bewaard worden in de twee hutten aan de andere kant van het eiland. Elke hut had gelukkig wel een grondkelder voor het bewaren van voedsel. En de afgelopen dagen had ze samen met Friederich de voorraden in beide hutten voldoende aangevuld. Honger zouden ze zeker niet lijden, al zou de keuze wel iets beperkter zijn dan het aanbod hier in het dorp.
Na de maaltijd werd iedereen verzameld in één van de gemeenschappelijke zithoeken. Adinda voelde zich verlegen toen ze langs Vincent passeerde om hem, net zoals de anderen, een geplastificeerde kaart van het eiland te overhandigen. Hij had haar gebiologeerd aangekeken, waardoor ze enkele seconden langer was blijven staan dan eigenlijk nodig was. Ze hoopte maar dat het niemand was opgevallen.
Ze probeerde zich te concentreren op hun opdracht. Adinda was blij dat Friederich zo'n spraakwaterval was, want ze dacht niet dat ze er toe in staat was om lange volzinnen te construeren.
Op de kaart stond hun wandelroute voor de komende dagen uitgestippeld. De eerste dag zouden ze vooral door bosgebied trekken. Het terrein was licht stijgend, wat voor de meeste toeristen niet echt een probleem was. Maar, om de eerste hut "Skråen" te bereiken, moesten ze echter een stevige helling op. Friederich waarschuwde daarom iedereen om, ondanks het gemakkelijke terrein, hun krachten te doseren zodat ze ook die laatste klim omhoog zonder problemen konden maken.
De tweede dag zou de wandeling grotendeels over rotsachtig gebied lopen. Tussen de rotsen groeide enkel gras en wat lage struiken. Dat stond in groot contrast met het bosgebied van de eerste dag. Dit gebied was een ware hemel voor de amateur-ornitholoog. Halverwege de dag zouden ze nog een korte stop houden. Adinda genoot van de opwinding die dit bij het groepje toeristen opwekte. Het was Friederichs idee geweest om de activiteit geheim te houden. Dat maakte de symboliek ervan eens zo groot, had hij gezegd. Adinda had zich daarstraks tegen Vincent bijna versproken, maar had zich nog net kunnen inhouden.
De hut voor de tweede nacht was de "Børger". Aan deze hut lag ook een kleine warmwaterbron wat meestal wel geapprecieerd werd door de gasten. En dan ten slotte op de laatste wandeldag, zouden ze al tegen een uur of drie terug in het dorp aankomen. Om dan uiteindelijk de dag erna, na het ontbijt, met de boot terug te keren naar het vasteland.
In beide hutten was alle comfort aanwezig. Er waren bedden met echte matrassen en lakens. Geen gedoe dus met opblaasbare matten en slaapzakken. Verder was er ook een echt toilet aanwezig, wat een luide "oef" opwekte bij zowat iedereen. Dat deze echter wel met een emmer doorgespoeld moest worden, en dat toiletpapier in de vuilbak moest en niet in het toilet mocht, konden ze nog wel mee leven. Een handpomp voorzag de hut van zuiver drinkbaar grondwater, maar een kraan om zich aan te wassen, laat staan een douche, was er echter in geen van beide overnachtingsplaatsen. De blonde Sophia was een heel luide klaagzang gestart. Maar haar vriendin Aubrey had haar uitgelachen. Ze had gezegd dat ze zich niet zo moest aanstellen en dat het toch cool was om eens back to basics te gaan.
Adinda vond dat een gekke uitdrukking. "Back to basics". Het ging toch maar louter over een douche? Volgens haar kon je zonder problemen een paar dagen zonder. Ook de andere gasten leken er geen probleem mee te hebben.
Na de briefing brachten Adinda en Friederich hun groepje naar het eilandmuseum en het daarnaast gelegen toeristenwinkeltje. Ze lieten hen over aan de goede zorgen van Hagar. Adinda zag aan de grimas op zijn gezicht dat het hem niet erg beviel om recht te komen van zijn stoel. Hij mankte ook, toen hij met zijn wandelstok het museum in liep. Ze zag dat het Friederich ook opviel, maar hij leek er niet over te willen praten dus hield Adinda ook maar gewoon haar mond.
Er viel een spanning van haar schouders toen Adinda samen met Friederich alleen achter bleef. Alhoewel ze nooit echt vlak naast Vincent had gestaan, had ze wel de hele tijd zijn aanwezigheid gevoeld. En ze had niet goed geweten wat daarmee te doen.
Ze keek op toen Friederich begon te praten. "Je bent anders," was het eerste dat hij zei.
"Hoezo?" Adinda wist wel wat hij bedoelde. .Maar als ze zich van den domme hield, kon ze het misschien nog ontkennen. "Ik ben helemaal niet anders."
"Jawel." Friederich was nu echt niet te stoppen. Hij lachte en kwam dichter bij haar staan. "Ik zie het in je ogen. En je doet anders. Je hebt het hard te pakken!"
Adinda voelde hoe haar wangen warm werden en wendde zich af. Met haar handen op haar gezicht reageerde ze "Ik ben niet anders. Er is helemaal niets aan de hand."
"O jawel. Ik ken jou." Friederich greep haar arm vast en duwde haar terug in zijn richting. "Anders in de goede zin van het woord, bedoel ik hé. Jij bent voor de eerste keer in je leven verliefd. En dat kan ik alleen maar aanmoedigen."
Adinda schudde haar hoofd. "Ik ben n ...". Maar ze stopte haar zin. Waarom kon Friederich wel verwoorden wat zij zelf niet durfde? Dit gesprek lag haar veel te moeilijk. "Ik moet nog gaan inpakken." Was haar flauw excuus.
Friederich wou protesteren. Maar al snel vulde ze aan: "Ik weet gewoon nog niet wat ik ermee wil doen. Dus laat het maar even zo." Ze wandelde het plein over richting haar hut, en daarmee eindigde dan ook dit gesprek.
Het eerste wat ze deed was op zoek gaan naar het geruite hemd van haar moeder Miriam. Dat bleek niet zo heel moeilijk te zijn. Adinda had samen met haar vader na haar dood al haar spullen in dozen verzameld en in de bergkast gezet. En daar was na vier jaar nog niets uit gehaald. Haar vader had het heel moeilijk gehad met het verlies van zijn vrouw. Elke herinnering had als een kogel door zijn lijf gebrand. Hij had gezegd al zijn aandacht op Ôle te willen richten en op diens toekomst. Dat was wat Miriam gewild zou hebben volgens hem.
Voorzichtig rook Adinda aan het hemd, in de hoop haar moeders geur te herkennen. Helaas rook ze alleen de mufheid van de kast en niets meer. Het kon haar niet veel schelen. Ze had toch al besloten dat ze sowieso morgen bij vertrek het hemd zou aandoen.
De rest van de dag draalde ze wat binnen rond. Wat ze Friederich had verteld, was een leugen geweest. Haar rugzak stond al weken klaar. Pas tegen de vroege avond, als ze terug in de eetzaal werd verwacht, stapte ze terug naar buiten.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top