5 september 1943






ok, de meeste denken dat ik dood ben, wel ik moet toegeven dat ik dat ook dacht. Ik verwachte wakker te worden op een plek waar engelen een voedsel gevecht hielden. Een andere naam voor die plek is de hemel. Die maffe priesters vertelden er zo veel over. Maar de hemel moest nog even wachten op Lisa. In de plaats van de hemel werd ik wakker op een kar. Het was bewolkt en het stonk naar mest. Ik ging recht opzitten. Het was een kleine kar gevuld met hooi en andere kleine dingen. Al sik me goed herinnerde hadden wij toch geen kar? Of was ik toch in die hemel? Die hoop ging snel weg toen ik het gezicht van Andrea zag. 'Zo, ze is wakker. Eindelijk. En, goed geslapen?' ik was even te geschrokken om te antwoorden. Ik besefte even niet wat er gebeurt was. Waarom lag ik hier? Wat was er gebeurt? Van waar hebben ze deze kar en waarom doet mijn hoofd pijn? Maar al snel kwamen de herinneringen terug. De bommen, de vliegtuigen, het hakenkruis. Even keek ik Andrea woedend aan, ik was niet aan het slapen! Maar dat veranderde als mijn hoofd weer pijn begon te doen. 'Ga maar weer even rusten', zei Renee,'dat is nu het slimste wat je kan doen. En ik deed wat ze vroeg.'Naar waar gaan we?' Vroeg ik.'Parijs, als we er geraken.' Ik keek Maurice die de kar trok ongelovig aan. 'We kunnen toch niet te voet naar Parijs, dat is veel te ver.'
'Het zal wel moeten, we hebben geen andere keus.' Ik vond het eigenlijk prima, zolang ik maar op de kar mocht blijven en ik heb toch altijd al eens die Eifel toren willen zien. Ik keek naar de zon die al aan het dalen was.'Hoe lang ben ik weg geweest?'
'Wel, het was ongeveer twee uur toen die bommen vielen en het is nu, bijna negen uur, dus als je wat telt is dat.........  Ongeveer dertig uur.' Antwoordde Andrea.'Wat!? Dertig uur?' Ik kon mijn oren niet geloven.'Ja, weet je wel wat er nog overschiet van ons huis? Één klein muurtje van ongeveer één meter lang en één meter hoog.' Ik werd duizelig als ik het me probeer voor te stellen. 'Daar!' Riep Renee plots en ze wees naar twee boerderijen die iets verder stonden.'We kunnen eens vragen als we daar mogen overnachten' stelde Maurice voor. Iedereen knikte instemmend.

De boerderij was mooi verzorgt, of toch de eerste. Er stonden mooie bloemen langs de weg en er liepen verschillende dieren rond. Bij de deur aangekomen liet Maurice de kar zakken. Voorzichtig klom ik ervan. Het was even zoeken naar mijn evenwicht maar het lukte me om staande te blijven. Andrea klopte aan. Het duurde niet lang of er deed een oude vrouw de deur open. Ze was ongeveer zestig schat ik en had grijs krullend haar met een roze schort. Ze miste hier en daar een paar tanden. 'Waarmee jan ik Julie helpen mijn engeltjes?' Vroeg ze.'Dag mevrouw,ik ben Renee en we zoeken een plaats om te slapen vannacht, zouden we in je schuur mogen slapen?' De vrouw lachte even, in mijn schuur heb ik jammer genoeg geen plaats, maar boven heb ik nog drie bedden vrij, dus misschien kunnen Julie daar slapen.'
'Dat zou fijn zijn mevrouw'
'Neem maar jullie gerief en gaan jullie drie maar naar boven.' Mijn zussen en broer keken me aan. 'Mevrouw, is er ook nog een plaatsje voor ons kleine zusje op uw zolder?' Vroeg Maurice. Het plezier van de vrouw veranderde in verdriet. 'Het spijt me, maar ook daar staat het vol, er kunnen maar net drie personen bij, misschien moet je het eens vragen aan Freddy, hier wat verderop. Hij heeft misschien wat plaats.' Ik meende ook wat medelijden in de ogen van de vrouw te zien.'Geen probleem, dan zal ik wel bij hem gaan logeren.' Zei ik.'nee, Maurice gaat wel, blijf jij maar bij je zussen,' zei Renee. 'Nee nee nee, het is goed jongens, jullie hebben al meer moeten wandelen dan ik, ik ga wel.' Niemand zei nog iets terug. Ik nam Olivier van de kar en ging op weg naar de tweede boerderij. Deze was niet zo goed verzorgt als de tweede, het lag er ook nogal vol let oud ijzer. De voordeur leek al in geen jaren meer mooi geweest, de verf begon af te gaan, en de klink was zo roest als wat. Voorzichtig klopte ik aan. Ook hier ging de deur bijna direct open. Aar stond een nogal oude man ongeveer eind de zeventig in hij liep in een enorme bogel, hij had een versleten petje op en een gescheurde jas. 'Wuk?' (Is west-Vlaams voor wat)
'Hallo meneer, ik vroeg me af of u misschien een slaap plaats over heeft?' wel wat stom verwoord dacht ik. Maar toch toverde ik een big smile op mijn gezicht. Hij bekeek me nauwkeurig.'En wie ben jij?' Vroeg hij. 'Lisa Driessens.'
'Je mag hier logeren op een paar voorwaarden.'
-je slaapt in de stal samen met die hond
-je blijft van mijn dieren of spullen zonder mijn toestemming
-ik wil geen kik horen van je
-je helpt me overdag op het land
-je doet wat ik zeg

Het stond me niet aan en zeker dat voorlaatste niet, ik had maar al te goed gezien hoe kapot Renee was toen ze Maurice hielp.'Ok' zei ik,'daar hou ik me wel aan.'
'Goed, en nu naar je stal, je komt er niet uit tot ik je kom halen, begrepen?'
'Ja meneer' zei ik. 'Goed, scheer je weg dan!'
En ik liep zo snel als ik kon naar zijn stal

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top