18 januari 1944

De nacht viel over Geluwe. Het was een heldere nacht, je kon de sterren zien schijnen. ik lag op de voorgevel van mijn tante naar de sterren te staren, mijn hoepel en mijn stok lagen wat verder. Het springtouw lag in de boom en iets wat een klein vliegtuigje moest voorstellen lag ook in stukken in het midden van het gras veld. ik hoorde de deur open gaan en zag Maurice naar buiten komen. Hij had zijn vuile werkers kleren al omgewisseld in nette zondags kleren. straks moesten we naar de kerk. Gaan luisteren hoe meneer de priester weer zijn verhalen verteld over Jezus, we krijgen dan onze hostie om ons te beschermen tegen het kwaad, en ons kruisje van heilig water zodat de heilige geest over u waakt. ik geloofde niet in al die zever. maar dat moest nu, iedereen ging naar de kerk, iedereen kreeg zijn kruisje en zijn hostie. ik wist dat als ik ooit kinderen kreeg, ik nooit naar de kerk zal gaan.

'Waaraan denk je?' vroeg Maurice. 'Aan alles wat beter kan,' antwoord ik. hij lachte even over mijn filosofische antwoord.'Tante Blanch wacht, kom je naar binnen?' Ik kwam met hulp van mijn broer recht en stapte het huis binnen. mijn moeder zat op de bank met haar breinaalden, tante zat bij de kachel haar steenkolen te tellen om te voorkomen dat mijn moeder er een paar zou stelen. Ze was erg serieus in dat soort zaken, ze vertrouwde mijn moeder voor geen haar.'Ah, Lisa, daar ben je, ben je klaar? heb je je paternoster mee? en je...'

'Ja ja... ik heb alles mee', wierp ik Renee tegen.'Het is je maar helpen hoor', zei ze onschuldig.'Het is me gek maken ja?' zei ik iets luider dan de bedoeling is.'O, ik ben nog mijn houten kruisje vergeten,' zei Andrea en ze stormde de trap op.'Ze moest dat kruisje een heel jaar dragen omdat ze juist haar vormsel heeft gedaan. ik ging nog even bij mama zitten om te kijken naar de lichtjes op het plafond van de kachel. Ik kon er hele avond naar kijken, ze flikkerden en glinsterden.

Het deed me denken aan die keer dat we een spelletje deden met Jenny, om het meest over de gracht springen, Zij kreeg dan het goede idee om ons haar over de gracht te laten dragen. ze dacht er alleen niet erg goed over na dat zij redelijk zwaar is en dat de gracht vol dovenetels zat. je kan het je al raden, ja, er kwam een bij op mijn schouder zitten en uit paniek liet ik haar vallen, recht de dovengracht in. Haar moeder was nogal kwaad dat ze vol rode en jeukende plekken zat. Gelukkig kon ze het ons wel vergeven, Het was wel lachen geweest.

Of die keer toen ik nog heel klein was, mijn moeder had een nieuw wit schortte voor me gekocht. En ik had het aan toen Renee me vroeg om haar met iets te helpen. ze Nam me mee naar de scheur waar een paar zware takken voor de haart gestapeld waren. Ze legde er een paar in mijn armen, maar ik was veel te klein voor zulke gewichten te dragen dus liet ik het vallen, er was een enorme scheur in mijn schortte vanaf mijn heupen dat het einde bij mijn knieën. ik denk dat zelf onze overburen mijn moeder konden horen schreeuwen op me. Toen was ze wel erg kwaad geweest op me. Ze had geen geld om een nieuw te kopen dus had ze het proberen te naaien. De rest van de drie jaar heb ik met dat schortte moeten rond lopen.

of die keer dat we met Jenny op de straat aan het spelen waren, er kwamen wat jongens aan met zelf gemaakte bogen, ze schoten achter een vogel die ze volgden. Ik moest toe geven dat ze erg goed waren, zeker die ene, hoe noemde hij weer? Andreas? nee André, André Vandenbulcke. hij nam nog een pijl die hij in de los van zijn broek zitten had, legde het op het touw en schoot achter de vogel. Andrea zat vol ongeloof te kijken, maar ik zag ook iets van liefde. De pijl raakte de vogel en stortte neer wat verder op de straat. Al zijn vrienden feliciteerden hem en liepen naar de vogel, ze namen de schacht van de pijl en trokken hem eruit. De arme vogel was wel al dood. Ik kon het niet meer aanzien en liep naar ze toe. Andrea volgde me, nog steeds starend naar André.'Wat doen jullie? vogels doden? hebben jullie dan geen hart?'

Andrea gaf me een stomp tegen mijn been, ik gaf er natuurlijk een terug. André leek even niets te kunnen zeggen terwijl hij naar Andrea staarde, die zullen elkaar nog zien.'Iedereen heeft hun hobby's zei een van de jongens, ik dacht dat ie Rogé noemde.'Dus, die van jullie is het doden van dieren?' vroeg ik. hij lachte even. 'Niet alleen dat, ook stenen over het water laten kaatsen, doen we ook veel.' antwoord de andere jongen, ik denk dat ie Daniël noemde. ik trok mijn wenkbrauw op.'Waar doe je dat dan?'

'De moerput, je hebt daar een vijver weetje', ik gromde wat naar hem.'Dat wist ik wel, ik ben daar ook al geweest, toch Andrea', ik gaf haar een stomp maar ze bleef staren naar André en omgekeerd.'Ok, André, we moeten maar weer gaan, ma zal zich weer ongerust maken,'Zei Rogé. Maar André gaf geen kik.' André! Daniël gaf hem een grote klop op zijn schouder waardoor hij wakker werd.'Ja juist, we moeten maar weer gaan.' Als zijn vrienden omgedraaid waren knipoogde hij nog en zei hij:"ik stuur je wel nog een brief." daarna draaide hij zich om en rende weg.

Ik kon nog goed zijn gezicht voor mijn geest halen. de dagen erna kreeg Andrea veel brieven. Liefdesbrieven. Ze verzamelde ze allemaal in een metalen doos. Die jongen kon echt mooi schrijven. De sterren schenen door het raam naar binnen. ik hoorde iedereen snurken. Andrea die wat verder lag, ook bovenaan staarde naar me.'Waar denk je aan?' vroeg ze. voor even leek het dat ze zo dicht was dat ik haar kon aanraken, een knuffel geven, lieve woorden zeggen.'Vandenbulcke,' zei ik. Er kwam een glimlach tevoorschijn. Ze herinnerde zich hem ook al gisteren. te tilde haar kussen op en haalde een brief tevoorschijn.'Vlak voor dat ons huis werd verwoest kreeg ik nog een brief, van hem.' Ze oude hem open en bekeek de tekst. daarna gaf ze hem aan mij.


Liefste Andrea,
                                                                                                         3 september 1943

ik denk altijd aan je, vanaf het eerste moment dat we elkaar zagen tot nu, terwijl jij daar zit in je huisje op ter hand zit ik aan je te denken, pluk de blaadjes van bloemen en teken hartjes. Omdat ik van je hou, omdat ik je niet kan vergeten. Op en dag hoop ik die treden op te kunnen gaan van de Sint Dionysus kerk, met jou aan mijn zij, de priester Stelt ons dan de vraag als we elkaar aanvaarden als man en vrouw. Dan leven we samen lang en gelukkig, omdat het kan, omdat ik je ontmoet heb, ik kan je gewoon niet vergeten, hoe mijn broer Raöel me ook plaagt, ik denk elke seconde aan je. Je mooie ogen en prachtige haar maken je een engel. Ik hoop dat we elkaar gauw weer zien, de oorlog mag ons niet uit elkaar houden, hij zal ons niet scheiden, dat beloof ik je.

Liefst André Vandenbulcke. Xxx


ik gaf de brief terug en zag een traan over haar wang glijden. ze bleef me aankijken.'Ik zal hem nooit meer terug zien.'  Ze nam de brief en legde hem terug onder haar kussen.'Misschien overleven we dit wel, dan zal je hem terug zien.' verzekerde ik haar, ook al wist ik dat het niet zo zal gaan. Ik legde mijn hand op haar schouder, ze onderdrukte een snik. 'Wat is er?' hoorde ik van onder me, ik keek en zag Ewa, bezorgt kijken, ze was graat mager, haar blonde haar zit in de knobbel en haar Nederlands was raspig.'Ze mist iedereen van thuis.' antwoord ik. Ze knikte.

Het naaien was nog altijd even saai, stuk stof namen, naaien en door geven. ik wist dat het bij de jongens erger was, met de herinnering aan mijn broer Maurice. Hoe zou het met hem gaan. tijdens de "pauze" werden er weer mensen gestraft zoals gewoonlijk. Lela, een meisje dat ik heb ontmoet in het begin dat ik hier zat heeft deze slagen niet overleeft. op een dag zat ze erbij en viel in het midden neer, ze stond niet meer op, ze ademde niet meer, ze leefde niet meer. ze was dood. ik had tranen in mijn ogen toen ik had zag. ze lag door zo hulpeloos, zelfs na haar dood zag je in haar ogen wat er door haar heen ging. De soldaten brachten haar lichaam weg, andere meisjes, vast haar zussen  schreeuwden de soldaten na. In het Spaans wel. Ze hadden een typische Spaanse trekken, een lang gezicht, grote ogen en zwart haar. ik probeerde haar na bestaande de troosten, ik liep naar hun toe en legde een hand op hun schouder, samen met Ewa, de meisjes gooiden zichzelf in de onze arme en begonnen te huilen. We hadden het allemaal moeilijk met Lela's overlijden. Zelf in mijn dromen achtervolgde ze me. Ik zag haar staan, in het midden van de nacht, bij de plaats waar haar lijk gelegen had. Eerst dacht ik dat ik geesten zag, maar toen besloot ik dat ik alleen maar gek werd,

Lela werd vervangen door een ander Duits meisje, ze was afstandelijk, dus deed ik ook niet veel moeite om haar beter te leren kennen.

DE naaimachines waren een ramp vandaag. ik trapte op het trapje maar hij deed niets, ik kon ook niets verschijnen ofzo. De machine was kapot. 'Laat mij eens kijken', zei Ewa. ze ik maakte plaats op de stoel en liep haar doen. Ze bukte zich om onder tafel te kunnen kijken. Ewa bekeek het trapje. Ze wikkelde er even aan en haalde langs onder iets uit dat leek op een steentje.'Hier' zei ze. En ze gaf het steentje aan mij. 'Dankje,'ze ik. Ze lachte even en ging terug naar haar plek. Ik probeerde het trapje nog eens en deze keer deed hij het weer. voorzichtig probeerde ik weer te naaien. de mouwen gingen vlot, het grootste stuk was iets moeilijker. toen ik klaar was en de jas met de knopen gaf aan mijn andere buur zag ik dat Ewa met iets anders bezig was dan met stof knippen. ze maakte een Davidster.'Ben je Joods?' vroeg ik. Ze knikte en keek me onderzoekend aan; 'Jij niet dan?' vroeg ze. ik schudde mijn hoofd.'Ik eh... ik ben hier niet omdat ik Joods ben, ik ben beschuldigt geweest van dingen die ik niet heb gedaan.' legde ik uit. Ewa perste haar lippen op elkaar, 'ik dacht dat dit alleen voor Joden was,o , dat is pech hebben,' zei ze 'Sorry.'
'Het is niets' zei ik. de deur van de kamer ging open, er kwam een Duitse officier binnen. ik had hem hier nog nooit gezien, hij leek rond de twintig jaar, hij had zijn haar met een grote flap naar de linker kant gezaaid en had een grote puist recht op zijn kin. hij kwam naar me toe en bestudeerde de jas die het Duitse meisje aan het afwerken was.

'Heb jij die gemaakt?' vroeg hij. het verbaasde me dat hij Nederlands sprak, ergens hoorde ik een Hollands accent. hij moest dus in Nederland gezeten hebben. Voorzichtig knikte ik. Hij gaf de jas terug aan het meisje en buigde zich tot hij met zijn mond bij mijn oor was.'Mijn jas is stuk, zou je een nieuwe voor me willen maken.' vroeg hij. Weer knikte ik.'Liefst tegen morgen, en dezelfde zoals ik nu aan heb.'

'Zo....Zou ik.....eh... Je maat mogen meten alstublieft?' stotterde ik. 'Hoe zou je anders mijn maat weten?' vroeg hij. Hij ging weer recht staan. Ik nam een lint vanuit een kast en begon het rond zijn buik te spannen, ik las het cijfer. ik spande het lint wat hoger bij zijn borst, en nog eens rond zijn arm, dicht bij zijn schouder. 'Dankje', zei ik. De man knikte en liep de zaal terug uit. Ewa gaf me opnieuw stukken stof en ik begon het aan te passen aan de maten van de man. Al snel had ik een splinter nieuwe jas voor de man. maar deze keer naaide ik zelf de knopen eraan. met een gouden draad zette ik langs de binnenkant een L en D. Lisa Driessens. dit zou hij toch niet ontdekken. ik vulde de binnenkant op met een andere lichtere stof die de twee letters verborgen. ik bekeek het resultaat en keurde het goed. ik lede de Jas wat aan de kant en begon weer gewone jassen te maken.

----------------------

Normaal zet ik hier nooit een extra tekstje bij maar nu wil ik dit wel even doen omdat ik iets belangrijks te melden heb,

ten eerste draag ik dit stukje op voor mijn grootouders, ik schrijf hier hoe ze elkaar ontmoetten maar dit is waarschijnlijk niet zo gebeurt is. wat wel waar is is dat mijn opa goed met pijl en boogschoot maar hij woonde toen in Beselare. ten tweede had mijn oma geen zussen en broer die Renee, Lisa en Maurice noemden maar ze had twee zussen  Lia en Dina noemden. Wat nog waar is is hoe ze s'avonds naar de lichtjes keken van de kachel, hoe hun oma de kolen telden, hoe haar schortje gescheurd was, en het verhaal van de dovengracht. hoe ze altijd chocolade kreeg van de engelse soldaten dat je in hoofdstuk van 4 september 1939 kan lezen. ook zijn mijn grootouders niet naar het concentratie kamp gegaan maar gewoon in geluwe gebleven. en zo zijn er nog vele verhaaltjes die ik nog zal verwerken in dit verhaal die echt gebeurt zijn.

daarom dank ik mijn grootouders voor deze leuke verhaaltjes van vroeger en om die reden draag ik dit stukje aan hun op.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top