Hoofdstuk 4
Achter in de gang stopt ze met lopen en bots ik bijna tegen haar op. 'Dit is jouw kamer.' Zegt het meisje en ze wijst naar een deur. 'Hiernaast zit de badkamer voor de meisjes. het slot is wel kapot maar daar komt binnenkort een monteur voor.' Ze doet de deur van de badkamer een beetje open en ik kijk met een snelle blik de badkamer in. 'Op deze verdieping slapen alle meisjes, en op de begane grond de jongens. Daar heb je ook de woonkamer en een grote keuken. De jongens hebben ook hun eigen badkamer maar die van ons is veel mooier.' Zegt het meisje trots en ze lacht. Ik lach terug. 'Ik ben trouwens Abby.' En ze steekt haar hand naar me uit. 'Ik heet Esmee.' En ik schud haar hand. 'Nou Esmee, ik zit dus tegenover je, je kan altijd bij me terecht als er iets is.'
'Dankjewel!' Ik glimlach en dan loopt Abby haar kamer in. Ik draai me om en staar naar de deur. Mijn deur. Ik pak een andere sleutel van de bos en draai de deur van het slot. Als ik mijn kamer in loop zie ik een twijfelaar bed, een bureau en een kledingkast staan. De kamer is klein maar knus. Ik leg mijn koffer op het bed en begin met uitpakken.
Een paar uur later heb ik mijn kleding netjes opgevouwen en opgehangen in de kast. De kamer heb ik leuk ingericht met schilderijtjes, kussentjes en kleedjes.
Ik heb honger gekregen na al dat uitpakken en ik heb vanochtend tijdens mijn metrorit gezien dat er hier in de buurt een McDonald's zit. Mijn guilty pleasure. Ik pak mijn portemonnee van het bureau en draai de deur achter me op slot. Zal ik Abby vragen of ze ook gezellig mee gaat? En voordat ik het weet klop ik op haar deur. De deur vliegt met een ruk open en ik schrik ervan. 'Hey Esmee.'
'Hey, heb je misschien zin om mee naar de McDonald's te gaan?' Vraag ik zacht. 'Ja graag ik barst van de honger.' Zegt ze vrolijk. Ze trekt snel haar laarsjes aan en we lopen naar de trap, de deur uit richting de McDonald's.
We lopen de McDonald's binnen en bestellen allebei een heel menu zo'n trek hebben we. Als we aan tafel zitten eet ik mijn kipnuggets gulzig op. Abby neemt een hap van haar hamburger en vraagt met volle mond : 'En, heb je al leuke mensen ontmoet?'
'Vanochtend in de metro heb ik een jongen ontmoet, of nou ja ontmoet, we hebben heel kort gepraat. Ik weet zijn naam niet en of ik hem ooit nog zal zien.' Abby moet lachen. 'Ik weet zeker dat je hem ooit nog wel eens tegen gaat komen. Jullie zaten toch in dezelfde metro?'
Zo had ik er eigenlijk nog helemaal niet over na gedacht. Op dat moment komt er een groep jongens binnen. Abby en ik draaien tegelijk ons hoofd om en kijken naar de groep. Ik hoop met heel mijn hart dat de jongen van de metro ertussen loopt.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top