Hoofdstuk 1
Ik heb een boek. Niet zomaar een boek nee het is een magisch boek. Toen ik op een ochtend wakker werd, lag het ineens in mijn kamer. Het lag op mijn burea naast het huiswerk van die dag er voor. Ik ben nou al een maand bezig om uit te vinden wat ik er mee moet en waar het vandaan komt. Maar als ik het boek open maak, zijn het alleen maar blanco pagina's. '
'Nathan ben je weer eens aan het dromen.' Roept iemand vlak naast mijn oor. Ik schrik op uit mijn gedachten. 'Sorry meneer Citroen hond ik bedoel meneer chinees vonk.' Hakkel ik. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. 'Het is meneer ChiWong!'schreeuwt meneer in mijn oor. De hele klas lacht me hard uit. Beschaamd zak ik onderuit in mijn stoel. Tuurlijk weet ik hoe hij heet, alleen ik versprak me. 'Je hebt geluk Nathan dat het bijna tijd is. Anders kon je NABLIJVEN!' Roept meneer. Nadat hij dat had gezegd, gaat hij weer naar zijn bureau toe. Stilletjes ga ik aan mijn wiskunde, het is echt heel moeilijk. Ik hoop maar dat mijn klas het weer vergeet. anders dan pesten ze me er mee.
Eigenlijk ben ik ook heel erg op mezelf. Ik heb geen vrienden in de klas. Dan word je best wel snel gepest. 'Pssssst.' Zegt een klasgenoot achter me. Met een ruk draai ik me om. 'Ja wat is er?' Vraag ik. 'Hier een papiertje.' Fluistert hij. Ik pak het papiertje aan en draai me weer om. Voorzichtig maak ik het open onder mijn tafel. Echt vervelend als je een papiertje moet open maken in de klas. Meneer ChiWong schraapt zijn keel. Meteen kijk ik op. Als de kust veilig is , begin ik met lezen.
Dit staat er:
Hey heb je ook een magisch boek?
Groetjes van Anoniem.
Huh? Wie kan dat zijn. Ik draai me weer om. 'Hey psssst van wie was dat briefje?' Vraag ik fluisterend. Hij haalt zijn schouders op. 'Geen idee, ik kreeg het gewoon en moest het aan jou geven.' Zonder iets terug te zeggen draai ik me weer om. Echt raar. Meneer ChiWong staat op. 'Zo jongens en meisjes. Ruim jullie spullen maar op. Nog 2 minuten tot dat de bel gaat dus blijf wel even zitten.' Gelijk ruim ik mijn spullen op. Daarna schuif ik me stoel maar aan. Met de hele klas gaan we voor de deur wachten, terwijl dat eigenlijk niet mocht. 'Wat doen jullie?' Vraagt ChiWong. 'Staan.' Zegt de brutaalste uit de klas. 'Wat zei je?' Zegt ChiWong met zijn ogen als spleetjes. 'Staan!' Kaats hij weer terug. Het is even stil. Dan gaat de bel. 'Blijf jij maar hier jongeman.' Zegt ChiWong. Het rest van het gesprek hoor ik niet meer want ik loop al door de gang. Het is zo druk in de gang. Sommige rennen zelfs naar hun kluisje toe omdat ze graag naar huis willen. Eigenlijk wil ik helemaal niet naar huis toe. Er wacht namelijk helemaal geen moeder of vader op me thuis. Alleen maar mijn tante. Ze kan wel lief zijn maar toch kan ze ook heel vervelend zijn. Langzaam loop ik naar mijn kluisje en doe hem open. Het is een grote rommel zooi in mijn kluisje. Mijn jas ligt er ook in, die trek ik aan. Met een klap gooi ik het deurtje weer dicht. Ik begin naar buiten te lopen. Echt iedereen heeft haast. 'Loop eens door slome!' Zegt een populaire jongen achter me. Ik trek me er niks van aan. Een paar meisjes rennen voorbij. 'Ja! Paardrijden!' Schreeuwt de voorste. De andere rennen er gillend achteraan. Ik zucht. Dat waren van die typische paarden meisjes. Eenmaal buiten gekomen is het ook erg druk. De rokers staan in een hoekje met ze allen stoer te doen. De populaire kids staan te chillen en heel overdreven te doen. Ik loop naar huis toe. Eigenlijk ga ik nooit fietsend naar school. Want ik woon toch vlakbij.
Vandaag is het mooi loop weer. De zon schijnt fel en de vogeltjes fluiter vrolijk. Alsof ze een liedje zingen over het mooie weer. Als ik bijna thuis ben. Zie ik vanuit de verte al, dat me tante in de voortuin op me staat te wachten.. Dat doet ze nou altijd. Ik zwaai als begroeting.
'Kom binnen.' Snauwt ze. 'Ik kom al.' Antwoord ik zacht. Netjes hang ik mijn jas op. Mijn schoenen zet ik ook netjes naast elkaar want oo wee als ik alles gewoon neer gooi, dan zijn de poppen aan het dansen. Ze bekijkt me van top tot teen. 'Hoe was school?' Vraagt ze opeens poeslief. 'Goed hoor tante.' Antwoord ik. Altijd moet ik antwoorden met twee woorden. Want anders kan ze ineens heel boos worden. 'Dat is mooi. Wil je thee of wil je al aan je huiswerk?'Vraagt ze. ' huiswerk.' Antwoord ik. Ze kucht. 'Huiswerk tante.' Zeg ik dan. Goedkeurend glimlacht ze. 'Oké, dan doen we thee over een half uurtje. Ik roep je wel als het tijd is.' Ik knik 'Goed tante. Dan ga ik nu naar boven.' Na die woorden loop ik de trap op.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top