Hoofdstuk 3; Sweet Goodbye

Susan

Vandaag is de dag dat Lucy en Edmund naar tante Albertien gaan. Ze zitten op het platteland, veilig voor de gevaren die Finsley nu biedt. "Suus" Lucy zit op haar bed met haar koffer voor zich op de grond. "Ja?" Vraag ik en kom onze kamer binnen. "Ik weet niet wat ik allemaal mee moet nemen.." Haar stem sterft weg op het eind. Ik loop snel naar toe en ga naast haar op het bed zitten. Ze heeft haar hoofd gebogen en haar lange bruine haren hangen voor haar gezicht. Ik sla stilletjes een arm om haar middel heen en trek haar tegen me aan. "Lucy, ik" Ik weet niet wat ik moet zeggen of kan zeggen om haar gerust te stellen. Hoe zou ik me voelen om zolang alleen van huis te zijn, zonder ouders? Ik voelde me bang maar ook weer niet. Ik moest van mezelf sterk zijn voor Lucy en Edmund twee jaar geleden. Toen waren ze nog klein maar de oorlog heeft ze te snel volwassen gemaakt. En nu gaat Lucy weg zonder Peter en mij. Ik wil haar ook niet missen! Ze heft haar hoofd op en kijkt de kamer rond. "De vorige keer waren we drie maanden van huis alleen hadden we genoeg meegemaakt voor een heel leven" Ze glimlacht. Ik lach terug, want het is waar. "En nu, ik weet niet hoelang ik nu wegga. De eerste keer had ik jouw en Peter" Haar adem stokt en ze begint te snikken. "Suus jij weet ook dat ik meer van jouw, Peter en Ed dan mama en papa houd. Jij weet dat. Omdat ze rotoorlog ons gezien uit elkaar heeft gescheurd. En jullie er waren om mij op te vangen terwijl mama aanpapt met de ene na de andere luitenant. En misschien is pap nog wel in leven!" Ze is gaan schreeuwen van frustratie. Snel sus ik haar en geef haar een knuffel. Peter verschijnt in de deuropening, met Ed achter zich. Hij kijkt geschrokken. "Wat was er?" Vraagt hij. "Lucy-" zeg ik maar ze kapt me zelf al af. "Ik ga jullie missen!" Huilt ze. "Dit is de tweede keer dat die rotoorlog ons scheidt!" Peter en Edmund kijken geschokt en ik knik alleen maar. Omdat ze gelijk heeft. Peter tilt Lucy op, gaat zitten en zet haar dan op schoot. Ed schuift naast mij op het bed en slaat zijn armen om me heen. En ik doe dat bij Peter. Onze "wij-houden-van-elkaar" knuffel. "Lu" zegt Peter troostend. "We komen weer bij elkaar" zeg ik. "Altijd" vult Edmund aan. "En Ed zal je beschermen zegt Peter" en Ed knikt. Lucy veegt haar tranen weg. "Dat weet ik. Maar Peter beloof me dat je Susan ook zal beschermen!" Ik moet glimlachen. "Dat doe ik Lu. Altijd"
"Altijd" vullen we elkaar aan.

Als Lucy rustig is geworden, gaat Peter met Ed mee om te helpen inpakken en ik help Lucy. Samen doen we al haar kleren in twee tassen samen met haar schoenen. In de derde tas doen we foto's en boeken en andere spullen die ze niet kwijt wilt. En dan is het klaar. Onze kamer lijkt opeens heel erg leeg. Zonder Lucy haar spulletjes. "Nou" zegt ze. "Klaar" zeg ik en trek een scheve glimlach. Samen tillen we de tassen naar beneden waar mama al staat te wachten. "De taxi wacht" snauwt ze maar ik kan toch zien dat ze het moeilijk heeft. Ze geeft Lucy haar jas aan. Maar als ze de hoed wil geven die Lucy net te damesachtig vindt trekt mama een gezicht. "Lucy! Alsjeblieft, je moet je ooit toch als een echte dame gaan gedragen!"
"Dat is ze al mama, alles op zn tijd" zeg ik. Lucy zucht maar zet de hoed toch op. Dan geeft mama haar een knuffel en drie zoenen en begeleidt haar naar buiten. En daar staan Edmund en Peter al. Ik ren op Ed af en sla mijn armen om hem heen. "We zien elkaar snel Suus" fluister hij in mijn oor. Dan moet ik hem wel loslaten en kus hem op zijn voorhoofd. Hij doet het zelfde bij mij. Dan draait hij zich om naar Peter en Lucy komt naar mij. "Ik ga je missen Susan"
"Ik jouw ook"
"We gaan schrijven he!" Ze weet er een klein glimlachje uit te persen. "Natuurlijk gaan we schrijven!" Zeg ik. Dan houden we elkaar nog een keer stevig vast en geef ik haar een zoen op haar kruin. En dan moet ook Lucy loslaten. De taxichauffeur heeft alle tassen in de achterbak gelegd en daarna stapt Lucy de taxi in en daarna Ed. De taxichauffeur stapt ook in en toetert nog een keer terwijl hij wegrijdt. Mama zwaait overdreven met een zakdoek, haalt haar neus op en loopt zonder een woord te zeggen weer naar binnen. Peter heeft een arm om mijn schouder geslagen terwijl we de taxi nakijken. "Aslan waakt over ons, over hen" zegt hij. En ik moet geloven.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top