Hoofdstuk 14; His friends

Susan

3 maanden later.

"Susan?" Henry kijkt om de hoek van de deur. "Ja?" Vraag ik. "Ben je klaar? De gasten wachten beneden lieverd"
"Ja, bijna. Nog vijf minuutjes"
"Oké" zegt hij en verdwijnt weer.
Ik zit voor mijn kaptafel en haal snel mijn dagboek uit de lade.

Lief dagboek.

Je bent al drie maanden een hele steun voor mij nu mijn familie er niet meer is. Ik mis ze, ook Caspian en Aslan. Maar die moet ik uit mijn hoofd zetten.
Maar nu wat anders.
Vandaag is mijn verlovingsfeest! Zoals je weet heeft Henry mij twee weken geleden ten huwelijk gevraagd! En vandaag maken we dat bekend aan de mensen! Henry wacht nu op me.
Susan.

Henry gaf me het dagboek zodat ik mijn verdriet van me af kon schrijven. En ik heb ook onze eerste reis naar Narnia opgeschreven, zo kan ik het terug lezen en denken aan de die tijd.
Snel stop ik mijn dagboek weer in de la en sta op. Ik kijk snel in de spiegel als mijn haar en make-up nog goed zit en ga dan de kamer uit. Henry staat nog in de gang. "Je ziet er prachtig uit schat!' zegt hij en ik glimlach. Hij haalt zijn arm door die van mij en trekt me mee naar beneden. In de balzaal staat zijn moeder in het midden en wenkt ons. Snel lopen we tussen de mensen door naar haar toe. "Lieve genodigden!" Roept ze en gebaart tot stilte. Een man naast mij tikt tegen zijn wijnglas en iedereen wordt langzaam stil. "Vandaag" zegt ze. "Zijn jullie hier uitgenodigd omdat mijn zoon Henry jullie iets wil meedelen! Henry" zegt ze en kijkt Henry aan. Hij schraapt zijn keel en knijpt in mijn arm. "Jullie kennen Susan en in deze drie maanden is ze veel voor mij gaan betekenen, sterker nog; ik hou van haar! En daarom heb ik haar ten huwelijk gevraagd en ze heeft ja gezegd!" Een luid applaus barst los. Gasten komen naar ons toe om te feliciteren en de drank vloeit rijkelijk.

Om een uur of half 1 is iedereen aardig aangeschoten, ik heb geen wijn aangeraakt en op Henry gelet. Maar nu ben ik het zat, zijn moeder is ook al gaan slapen en ik wil ook maar bed. Ik baan me een weg door de dronken mannen en vrouwen heen opzoek naar Henry. Hij is in de tuin met zijn vrienden. Drie idioten van mannen die denken dat ze door hun geld elke vrouw kunnen krijgen. "-dus Susan en jij?" Roept er één; Edward. "Nee! Ze wil wachten op de huwelijksnacht en volgens mij dan nog niet eens!" Zegt Henry. "Hoe kom je dan aan je trekken?" Lacht Harold. "Niet!' Schaterlacht Will uit. Hoor ik als ik dichterbij kom. Een naar onderbuik overkomt me. Het is denk ik beter als ik terug ga. Ze zijn te dronken. "Susan!' Roept Henry. Te laat. "Ik wilde zeggen dat ik naar bed ga schat" zeg ik snel. Voor ik mezelf kan omdraaien grijpt Henry mijn arm en sleurt me naar het midden van hun groep. "Hoeveel heb je gedronken?" Vraag ik als ik mezelf losruk. "Niet veel" antwoord hij en ik zie het in zijn ogen. Hij is gewoon nuchter maar zijn vrienden niet. Hij grijpt met beide armen mijn handen vast en duwt me richting de anderen. "Jullie moeten haar goedkeuren! Lacht hij. Harold trekt aan mijn kleren terwijl Henry mijn bloes probeert open te maken en Will en Edward pakken me ook vast en duwen me naar de grond. Ik wil gillen maar Henry legt een hand op mijn mond. Hij weet wat hij doet! Hij is net als hen! Ik schop van me af en probeer in zijn hand te bijten maar het lukt niet. Ze zijn met teveel!

Als het klaar liggen ze alle vier doodmoe op de grond. Met bijna geen kleren aan mijn lijf ren ik weg, naad mijn kamer. Ik doe doe een andere bovenjurk aan maar mijn vieze, gescheurde onderjurk en ondergoed moet ik maar aan laten. Ik wil hier zo snel mogelijk weg.
Met maar een paar bezittingen in mijn rugzak ren ik de trap af. Het is nog vroeg in de ochtend dus iedereen slaapt nog en ik kan zo ongemerkt weg. Ik ren de deur uit en van het terrein af zonder dat iemand mij zit. Henry, al die tijd. Dit was zijn plan. Ook toen hij mij en Peter wegbracht naar het weeshuis in de auto.
Ik ren door het centrum van Londen. Maar ik heb niet door dat het alarm gaat en als de bommen vallen, is er opeens een fel wit licht. En dan de grasvlakte waar de tempel van Aslan staat. En naast mij Aslan zelf.
"Welkom thuis mijn kind"

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top