Hoofdstuk 30- the ring

-Susan

Nadat we terug zijn in Cair Paravel gaat Peter en Edmund in vergadering. Caspian wil bij mij blijven.
"Suus"
"Hm?" Ik kijk naar hem, hij kijkt zo triest. Sinds dit alles begonnen is, ik verkracht en ontvoerd en nu Lucy. Ik heb hem niet meer zien lachen. "Kom" Hij pakt mijn hand en trekt me mee. "Waar gaan we heen Cas?" Ik giechel als ik zijn afkorting gebruik. Daar kan hij nooit tegen. Lucy was er mee begonnen en ik heb het over genomen. Caspian geeft geen antwoord maar neemt me in stilte mee naar buiten het kasteel. Hij leid me naar ons favoriete plekje; een uitstekende rots waarmee je uitkijkt over de zee. Caspian houdt van de zee en ik ben er ook van gaan houden. Alleen ben ik liever in Cair Paravel dan op een schip. Hand in hand kijken we naar de zee en de meeuwen die er boven zwermen. Ik wil vragen waarom hij me hier heeft gebracht. Maar ik hou mijn mond. Hij lijkt nu zo gelukkig. "Susan" Ik draai m' naar hem om en mijn handen vliegen naar mijn mond. Caspian zit op zijn knieën en houdt een houten doosje vast met daarin een gouden, smalle ring. Op de ring zit één diamant in een vorm van een infinty-teken. "Susan Pevensie, ik hou van je en wil bij je zijn mijn hele leven. Wil je mij de eer doen om met mij te trouwen en mijn vrouw te worden?" Ik kijk in zijn grote bruine ogen en wordt meteen weer verliefd. Caspian is mijn alles en wat we ook meemaken we blijven altijd bij elkaar. "Ja" fluister ik. Ik heb een glimlach van oor tot oor als hij de ring om mijn vinger schuift. Hij staat op en trekt me dicht tegen zich aan, hij buigt iets voorover en onze lippen raken elkaar. Ik doe een stap dichter naar hem toe en verstrengel mijn vingers in zijn haar. Ik open mijn mond ietsjes en mompel zijn naam in de kus. Even later trekt hij terug en lacht. Ik voel mijn wangen rood worden. Hij kust me snel nog een keer en tilt me in zijn armen. "Caspian!" Ik giechel hysterisch maar ik kan er niks aan doen. Ik voel me zo gelukkig. Voor we Cair Paravel binnen lopen zet hij me weer neer en kust me weer, voor de ogen van de wachters en anderen mensen die het kasteel in en uit lopen. Normaal zou hij dat nooit doen. Maar de laatste tijd is niks meer normaal. Weer verlies ik mezelf in hem maar hij trekt weer terug en slaat een arm om mijn middel. Hij lacht alleen maar en neem mee het kasteel in. Als we bij de vergaderzaal aankomen is die leeg. Caspian laat me los en rent naar de troonzaal. Ik ren hem achterna. In de verte hoor ik de stem van Peter. Als ik de troonzaal in kom staan alleen Peter en Ed daar. Caspian is er al. "Gelukkig jullie zijn er" zegt Peter. "We zochten jullie al en-" Caspian kapt hem af. "Peet ze zei ja!" Peter loopt naar Caspian toe en knuffelt en feliciteerde hem en daarna loopt hij naar mij en trekt me in een knuffel. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Edmund verbaasd kijken. "Wat?" vraagt hij. Peter laat me los en draait zich om naar Ed maar Caspian is hem voor. "Ik heb Susan ten huwelijk gevraagd en ze zei ja" Ed's mond valt open. "Ik heb Peter om zijn zegen gevraagd" zegt Caspian snel. Dan begint Edmund te lachen en valt me in de armen. "Ik ben blij voor je Suus" zegt hij zachtjes. Peter en Caspian slaan ook hun armen om mij en Ed heen. Ik weet niet hoelang we zo blijen staan maar het is fijn. Dan komt Traviq de troonzaal in gerend. "Hoge koning, iedereen is klaar, we kunnen gaan" "Wat?" Ik wurm me los. "Waarheen?" "De beverdam Suus" zegt Ed. "We gaan Lucy terug halen" zegt Peter. Hij knipt met zijn vingers en meteen komen er een paar bedienden op Caspian afgestormd die zijn uniform aandoen. Zo is hij beschermd in het gevecht. "Het is gevaarlijk Suus" zegt Peter die me snel tegen zich aan trekt. Ik voel de tranen hoog zitten als ik me van hem afduw. "Ik weet dat het gevaarlijk is! Maar het is net zo goed mijn kleine zusje als die van jullie! Ik ga mee!"

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top