Hoofdstuk 3-anger
Peter stond op en deed 1 stap naar achter met nog hand op mijn schouder. "Susan kan het je beter vertellen" Peter keek me aan en ik knikte met mijn hoofd. "Ik kom terug als je klaar bent" Hij boog zich voorover en gaf een kus op mijn voorhoofd, toen liep hij met grote passen de kamer uit. Als versteend bleef ik zitten. Caspian kwam naar me toe en ging naast me op de bank zitten, hij kuste me stevig. "Hee beautiful, ik heb je gemist" Ik glimlachte. "Ik jouw ook" Caspian zijn gezicht werd serieus. "Wat wilde je me vertellen?" Ik draai mijn hoofd van hem weg als de tranen in mijn ogen springen. Caspian pakt met zijn hand mijn kin vast en draait mijn hoofd weer naar hem. ''Suus'' Zijn stem klinkt liefdevol. ''Wat is er? Je ziet zo bleek, ben je ziek? Lucy kan je een druppel sap van de vuurbloem geven'' Ik schud mijn hoofd. '''Dat zal niet helpen'' Ik voel de pijn vanbinnen. ''Wat is er dan Suus?'' Ik hoor beginnende wanhoop in zijn stem. ''I-ik'' De tranen van schaamte lopen over mijn wangen. Ik haal diep adem en kijk Caspian recht aan. ''Drie dagen geleden reed ik met Diablo in het bos en toen werd ik opeens van Diablo afgetrokken. En t-toen'' Ik veeg een paar tranen weg over mijn wangen. ''Toen heeft hij mij verkracht'' Het woord verkracht zeg ik heel zacht, zodat Caspian het bijna niet hoort. Maar hij heeft het wel gehoort. Zijn gezicht wordt rood van woede en hij momelt wat. Tranen verschijnen in zijn ogen en hij laat ze de vrije loop. Hij trekt me wild naar zich toe en laat zijn kin op mijn hoofd rusten. Ik voel zijn tranen over mijn haar glijden. ''Wie heeft dat gedaan Susan?! Zeg het en ik vermoord hem persoonlijk!'' Hij duwt me weer van zich af en wrijft met zijn duim over mijn wang. ''Ik heb niet goed gezien Caspian'' Snik ik. ''Zijn haar was wit als sneeuw en zijn gezicht was als ijs'' Caspian zegt niks, de tranen stromen nog steeds over zijn wangen, hij kust me weer. Vol passie. Ik moet glimlachen door de kus heen. Ik hou van hem. ''Caspian'' Hij zet zijn voorhoofd tegen de mijne. ''Ja?''
''Ik ben geen maagd meer'' Mijn schouders schokken. In Narnia betekend dat, dat je dan niet meer mag trouwen of moet trouwen met de man die je je maagdelijkheid ontnam. ''En ik hou nog steeds van je, heel veel'' Ik knik en dit keer kus ik hem. ''Ik bescherm je Susan. Met mijn leven'' Hij staat op van de bank. ''En Lucy? loopt zij gevaar?'' Nu klinkt hij als een broer. ''I-ik weet het niet''
''Dan zetten we voor haar deur twee bewakers'' Zegt Peter, die de kamer binnen komt lopen. Zijn ogen zijn rood en opgezwollen. Twee bewakers meer dan normaal. ''En we sluiten haar ramen met een extra slot'' Zegt Caspian die me ophoog trekt en tegen zijn borst aanduwt. Ik verberg mijn hoofd in zijn jas. Ik adem zijn geur in en ontspan langzaam. ''Ik ga bij Susan slapen, ik wil niet het risico lopen dat het nog een keer gebeurt'' Hij spant zijn armen strak om mijn middel. Peter knikt bedenkelijk. ''Dan gaan we nu slapen, ik zal het aan de wachten doorgeven. Suus, je was al moe'' Ik sla mijn armen op Caspian heen. Peter loopt naar me toe en kust me weer op mijn voorhoofd. ''Ik hou van je, klein zusje'' zegt hij met een gebroken stem. ''Ik hou ook van jouw'' Dan tilt Caspian me van de grond en houdt me in zijn armen. Terwijl we naar mijn slaapkamer lopen val ik van de angst en schaamte in slaap.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top