Hoofdstuk 28 - goodbye
-Susan
"Nu is het echt oorlog!" schreeuwt Jades naar ons. Het vuur verspreid zich rondom haar en met één zwaai van haar toverstaf is het vuur bevroren. Ze stapt uit haar koets en komt dreigend op ons af. "Jullie!" schreeuwt ze. "Jullie verpesten alles! Mijn keizerrijk!"
"Je was dood" zegt Lucy dan opeens. Jades kijkt haar met grote ogen aan en begint dan te lachen. "Ja, Aslan had me gedood. Maar ik had alleen maar het bloed van een zoon of dochter van Adam nodig en dan werd mijn geest weer menselijk. En door mijn zoon leef ik weer" Ze ziet ons allemaal verbaasd kijken. Een zoon van Adam, dat zijn mensen. Zij is geen mens maar een vrouw uit het reuzenrijk. "Ik heb hem als baby laten ontvoeren uit jullie wereld door mijn helpers. Toen ik leefde heb ik hem betoverd en opgevoed. Hij is mijn zoon" zegt ze. Ze loopt naar voren met haar staf omhoog. Ze kijkt me aan en haar ogen glanzen. Ze begint te mompelen in een andere taal. Snel wendt ik mijn blik af, bang om betoverd te worden. Ik voel dat Peter en Caspian dichter bij me gaan staan. Dan hoor ik een klap en dan een gesmoorde gil. Ik kijk op en zie dat Lucy versteend staat. En erger nog; het flesje met het vuurbloem sap heeft ze vast. Nee! Ik grijp in een reflex mijn pijl en boog en schiet Jades vol in haar borst. Ze kijkt me glimlachend aan en trekt dan de pijl eruit. Ze loopt naar voren en grijpt mijn haar vast en trekt me weg bij de jongens vandaan. Ze duwt de andere kant van haar staf bij mijn keel, het mes. "Wat word het? Grote koning Peter?" Ze spuugt de woorden uit haat mond. Achter me hoor ik het gegiechel van haar soldaten. "Susan dood? Of ik neem Lucy mee en zet haar in mijn nieuwe beeldentuin. Wat wordt het?" Ze wacht onderzoekend af. Peter kijkt naar Caspian en naar Ed. Ze knikken alletwee. "Susan" fluistert hij. "Afgesproken" Zegt Jades en ze laat me los en duwt me richting Peter. Ik val in zijn armen en hij trekt me dicht tegen zich aan. Ik duw mijn hoofd tegen zijn borst zodat ik niet zie dat de soldaten van Jades mijn versteende zusje meenemen. Ik blijf net zolang staan totdat ik ze niet meer hoor, dan begin ik te snikken.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top