Hoofdstuk 35-Talking

Edmund

Ik weet wat ik doe. Denk ik. Ik doe een stap naar voren en zeg; "Ik ben die zoon" Ik hoor mijn familie naar adem happen. Ik kijk ze aan; Lucy heeft zich aan Susan vastgeklampt en Susan kijkt me geschokt aan. Peter ook, zijn mond staat zelfs een klein beetje open. "Nee" zegt hij ademloos. Ik glimlach, om ze gerust te stellen. Maar het is een neppen glimlach. Luan lacht donker. Het is echt een kwade harde lach, zo'n één waar je de rillingen van krijgt. "Dat is een wijs besluit, zoon van Adam" Ik knik. "Dan zullen we vandaag niet vechten" zegt Luan tegen Peter. Peter kijkt mij nog steeds geschokt aan. Dan hersteld hij zich snel. "Ja, maar dat komt nog wel" zegt hij boos. "En" zegt Peter. "Ik wil mijn mensen terug. De ontvoerde Narniërs"
"De sneeuwmannen bedoel je" vraagt Luan achterloos. "Ja" zegt Peter. Ik zet mijn kiezen op elkaar. "Afgesproken" zegt Luan. "De zoon van Adam voor de ontvoerde Naniërs" Ik voel Peters hand om mijn bovenarm. Maar ik trek me los. Ik moet dit doen! "Het komt goed" zeg ik tegen de anderen. Dan staat Ledas opeens voor me en trekt een zak over mijn hoofd.

Susan

Edmund offert zich op! Voor ons! Ledas trekt een zak over mijn broertjes hoofd. "Wacht!" roep ik. "Wacht!" Ik duw Lucy, die zich krampachtig aan me vasthoudt naar Peter. "Ledas waarom werk je met hem samen?" vraag ik. "Ik ben je moeder, hij is je overgrootvader en dat nog niet eens! Hij is niet de vader van Jadis!" Ik loop naar Ledas toe. Hij deinst achteruit en trekt Ed met zich mee. Hij is nog witter dan anders. "Ik haat je!" Sist hij. "Ik haat je, jij maakte me zo. Een monster. Dat komt door jouw!" Hij spuugt de woorden uit en trekt Edmund met een arm om zijn keel dicht tegen zich aan. Edmund verzet zich maar ik zie de woede in Ledas zijn ogen; hij zal Edmund vermoorden! "Nee, het komt niet door mij" zeg ik zachtjes en zet nog een stap richting Ledas en strek mijn arm uit. Mijn hand raakt Ledas zijn linkerarm, de arm die om Edmund verkrampt zit. "Het komt door Jadis, jouw oma, de moeder van je vader. Eigenlijk zijn pleegmoeder" Ledas kijkt geschokt. Ik zie hem twijfelen en denken. Als hij mij moet geloven ofniet. "Jadis haalde je vader als baby vanuit mijn wereld naar Narnia. Ze betoverde hem, zodat hij een monster werdt. Een ijstovenaar, een sneeuwmonster. Hij was net als jij. Wit als sneeuw. Maar je snijtanden had hij niet en ik ook niet, zoals je ziet. Dat komt wel door Jadis, of Luan" en ik wijs naar de leeuw. Ledas zijn greep om Edmunds keel verslapt. "Waar is mijn vader nu?" vraagt hij zachtjes. Hij klinkt normaal en bang. Hij is in schok. "Aslan, mijn vader gaf hem een nieuw leven. Hij haalde Jadis haar betovering weg. Dat kan bij jouw ook" zeg ik en kijk Ledas aan. Even begrijpen we elkaar en zie ik mijn bloed door zijn aderen stromen. Maar ik ben zijn moeder niet. Ik heb hem dan wel gebaard, maar hij lijkt niet op mij. Voor mij is hij een volwassen bange man. Die eruit ziet als een monster. Ledas laat Edmund los. "Ledas! Neem. De. Zoon. Van Adam. Mee!" brult Luan. Ik glimlach naar Ledas. En hij pakt mijn uitgestoken hand. Zijn ogen glinsteren. En dan trekt hij zich vliegensvlug naar hem toe en neemt me in de houdgreep. Ik hoor mezelf naar adem snakken en hij knijpt harder en harder. Ik hoor mijn broers schreeuwen en ik zie Lucy naar Aslans tempel rennen. Zwarte vlekken verschijnen voor mij ogen en dan wordt alles zwart.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top