Hoofdstuk 20 - A heir

Caspian

Mijn vrouw. Mijn Susan. Die gedachtes komen in me op als ik haar daar zo uitgeput zie zitten. Het kind drinkt hevig aan haar borst en ik zie dat het haar pijn doet. Ik dwing mezelf uit de struiken te stappen. "Susan" mijn stem klinkt schor van emotie. Ik zie dat ze schrikt van mijn stem en kijkt op. In haar ogen glanzen tranen. Ze opent haar mond om iets te zeggen maar inplaats daarvan stromen de tranen over haar wangen. Ik ren naar haar toe en laat mezelf om mijn knieën zakken. Ik trek haar tegen me aan en til haar kin op zodat ze me aankijkt. "Alsjeblieft Susan ga nooit weg zonder het me te vertellen. Ik dacht dat je weg wilde!" Woest schudt ze haar hoofd. "Nee! Nee dat was het niet. Ik wilde gewoon nog één keer rijden zonder de verplichting van een moeder en ik wist dat ik het niet moest doen maar.."
"Toch deed je het" Glimlach ik. "Je bent net zo koppig als Lucy" en met die woorden zoen ik haar vol op de mond. Trek haar zo dicht mogelijk tegen me aan totdat het kind in haar armen begint te huilen. Susan trekt vermoeid terug en sust het. Dan strekt ze haar armen uit en geeft het kind aan mij. "Caspian ik geef je je zoon. De opvolger van je troon" Ik pak het bundeltje aan en bekijk het; mijn zoon heeft een bos donker haar en als hij ziiin ogen open doet zijn die helder blauw. "Een zoon" fluister ik. Susan legt haar hoofd op mijn schouder en haar ogen vallen dicht. "Hoe gaan we hem noemen Suus?" Vraag ik zachtjes. Maar ze geeft geen antwoord. "Susan!" Met één hand hou ik mijn zoon vast en met de ander schudt ik aan haar schouder. Haar gezicht is lijkwit. Het kleed waarop ze zit is gedrenkt in bloed. Snel leg ik mijn zoon in haar schoot en doe mijn mantel af. Ik wikkel Susan erin. Dan ren ik naar de paarden en maak ze los. Ik laat de deken liggen en stop Lucy's dolk in mijn zadeltas. Dan zet ik Susan voorop Destier en houdt mijn zoon stevig in mijn armen als ik zelf opstijg. Ik fluit en Susan haar paard volgt ons mak. Dan geef ik Destier de sporen en rij naar Cair Paravel. Als ik door de poort rijd komt Peter op me afgerend. "Je hebt haar gevonden!" Ik duw haar in zijn armen. "Breng haar naar dokter Cornelius! Ze heeft veel bloed verloren!" Peter kijkt me verward aan. Dan laat ik hem snel het bundeltje zien. "Ze heeft me een zoon gegeven" Peters mond valt open en kijkt van Susan en terug naar mijn zoon. Dan rent hij weg met Susan in zijn armen. Ik stijg ook af geef de twee paarden aan de stal jongens. Ik begin zelf ook te rennen en vraag een bediende om de vroedvrouw naar mijn kamer te sturen. Als ik op mijn kamer ben leg ik mijn zoon op het bed en maak hem los uit Susan haar mantel. Gefascineerd ga ik naast hem liggen en bekijk zijn kleine vingertjes en teentjes. Een klop op de deur laat me van mijn zoon opkijken. De vroedvrouw staat in de deuropening. Met achter haar een dienstmeisje met een mand vol spullen. "Gefeliciteerd Majesteit" zegt ze eerbiedig en buigt. Het meisje achter haar buigt ook. "Dankjewel" zeg ik en wenk dat ze naar binnen kunnen komen. "Ik ben Eva en dit is Marie, mijn dochter" zegt Eva. Ik knik beleefd. Dan richt Eva zich op mijn zoon en geeft Marie allerlei instructies. Ze wegen en meten hem en Marie schrijft alles op. Dan wast Eva hem voorzichtig en doet hem een luier een een kleedje aan. Dan wikkelt ze hem is schonen witte doeken en wikkelt er een gouden lint omheen. "Zo kan iedereen zien dat het een koningskind is" zegt ze. "De baby's is narnia krijgen beige of bruine doeken om en een lint in de kleur van het geslacht. Maar wit staat voor puur en koninklijk" Ze glimlacht. Dan geeft ze hem aan mij. "Het wiegje staat voor u bed. Moet ik hem daar in stoppen of.."
"Nee" onderbreek ik haar. "Ik wil hem graag bij me houden. Ze knikt beleeft en loopt dan met haar dochter de kamer uit. Als ze net weg zijn komt Edmund naar binnen. "Susan is wakker, maar nog wel zwak. Ze vraagt naar jou en het kind Caspian" Dank Aslan! "Ik kom mee" Ed loopt naar me toe en bekijkt zijn neefje. "Hij lijkt op Suus" zegt hij met een brok in zijn keel. Dan geeft hij me een klap op mijn schouder. "Gefeliciteerd broer!"
"Dankjewel" lach ik. "En nu naar Suus. Ik wil haar zien"

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top