XVII
Het was niet een hele lange tocht naar het Wolfs Hol, maar wel erg vermoeiend. Sienna was ondertussen steeds meer het gemak van een paard gewend. Ze moesten nog best wel omhoog lopen en over vreemde heuvels en wateren.
Zodra ze aankwamen, moesten ze stoppen. 'Ik ga eerst even binnen kijken,' zei hij. 'Het moet wel veilig zijn.' Sienna en Bellamy stopten en Deegon ging naar binnen om rond te kijken. Sienna kende het daar al, dus ze liep naar de kreek. Ze ging op een steen zitten en trok haar knieën op. Ze sloeg haar armen om haar benen heen en legde haar hoofd op haar knieën. Ze staarde naar de kreek die rustig door het bos kabbelde. Ze hoorde voetstappen achter haar, maar ze keek niet op. Ze wist dat het Bellamy was. 'Hé,' zei Bellamy. 'Mag ik naast je komen zitten?'
'Ga je gang,' zei ze, nog altijd in de kreek starend. 'Ik kan het je niet verbieden.'
'Gaat het?' vroeg hij toen ze niets zei. Hij plukte een grassprietje uit de grond en speelde ermee.
'Ja... nee. Geen idee,' zei ze. Ze was nerveus en bang. Ze was ook wel blij dat ze eindelijk haar ouders weer kon zien, maar ze wist ook dat het een fout was. Ze had verteld over het Beest en haar ware aard nu. Ze had verteld over het geheim van de wolven en dat was fout. 'Het was nooit de bedoeling geweest om dit te veroorzaken,' fluisterde ze. 'Ik wilde alleen maar laten zien dat het niet zo gemakkelijk was als ze dachten. Ik wilde hen laten boeten voor wat ze me hadden aangedaan. Gewoon vertellen dat hun stomme Raad het niet altijd juist heeft en dat die vloek niet echt is, maar dit had ik niet verwacht.' Ze zuchtte. Had ze die brief maar nooit geschreven. Het bracht alleen maar moeilijkheden met zich mee. Sienna pakte een steentje en keilde die over de kreek heen.
'Hé,' zei Bellamy. 'Hé, Sienna.' Nu keek ze op en staarde in zijn zilveren ogen. 'Het is niet jouw schuld. We lossen dit wel op. Het komt wel goed. Echt.' Sienna glimlachte flauw. Ze kon het maar nauwelijks geloven.
'Vertel me eens een verhaal,' zei ze plotseling. 'Ik wil niet nadenken over de gevolgen van mijn acties. Ik kwel mezelf alleen maar.'
'Wat moet ik je vertellen?' vroeg Bellamy zacht.
'Vertel me eens over de kinderen van de Maan.' Ze keek hem nu aan, bijna smekend. Ze wilde eigenlijk al heel lang weten over de kinderen van de Maan en nu leek het wel het beste moment. Ze waren met z'n tweeen en ze hadden nu toch niets anders te doen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top