XV
Voor een lange tijd heeft hij daar gezeten. Zijn benen waren stijf. Zijn rug deed pijn en hij had geen gevoel meer in zijn handen. Toch bleef hij doodstil zitten en kijken. Hij keek hoe de leider van het dorp met mensen praatte en hoe een andere man hen afluisterde. Toen zag hij de afluisteraar wegrennen. Wat een heerlijk schouwspel was het toch, zo'n dorp. Vooral omdat niemand door had wat er nou precies gaande was. Het was prachtig om te zien hoe iedereen elkaar leek te vertrouwen, terwijl er een vuile rat tussen zat.
Vol verbazing keek de jager naar de man, hoe hij hem zag rennen. Angstig achterom kijkend of iemand hem had gezien. Toen verdween hij en was het weer stil en rustig.
De jager bleef kijken of hij nog iets zag, maar het bleef rustig en saai. Urenlang zat hij daar, in die boom te staren naar het dorp. Af en toe kwam er iemand voorbij, maar het spannendste was wel geweest.
Hij zuchtte. Het had geen zin om nog langer te staren bij het ontzettend saaie dorpje. Er gebeurde nu toch niets. De man bewoog zijn benen even, om ze te strekken, daarna zijn armen, zijn rug en nog even zijn nek. Daarna sprong hij wat moeizaam uit de boom en keek vier keer over zijn schouder, voordat hij het bos in dook. Hij volgde de man. Hij was wel benieuwd naar waar hij nu precies heenging.
Terwijl hij zo achter die man aanrende, zorgde hij te allen tijde altijd voor dat er een grote afstand zat tussen hem en degene die hij volgde. Hij moest er voor zorgen dat hij niet gezien werd, maar ook dat hij niet gehoord was en dat was misschien wel moeilijker.
De man voor hem rende hard. Bijna onmenselijk hard, bijna... net zo hard als hijzelf...
'Waar ga je heen, mannetje?' fluisterde de jager. 'Waarom heb je zo'n haast...?' De bladeren ritselden onder zijn voeten. De jager volgde hem als de wind. De man voor hem keek achter zich, maar hij zag de jager niet. Hij had geen idee dat hij werd achtervolgd. Hij bleef rennen en de jager week geen moment van zijn zijde.
De jager rende en rende, achter de man aan. Oh, hij hield hiervan. Hij had een geheim, anders zou hij niet rennen. Wat hield hij verborgen? Hij moest en zou het uitvinden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top