XIX

'Hoe ben je bèta geworden?' vroeg Sienna, toen Bellamy een tijdje had gezwegen.

'Ik was niet de eerste in zijn roedel en ik heb er ook niet voor gevochten, maar hij vroeg het me gewoon.' Hij haalt zijn schouders op. 'Ik weet het eerlijk gezegd ook niet echt, misschien voelde hij zich schuldig. Ik weet het niet zeker...' Hij lacht kort. 'Tja, we zijn geen echte roedel wolven, dus vechten is niet echt nodig. De rest vond het goed. We bespreken toch alles met z'n allen. Alleen als Deegon doodgaat, zal ik de roedel overnemen. Ik denk alleen als Deegon doodgaat dat ik dan ook grijs en bejaard ben.'

'Jij! Grijs en bejaard. Pff... dat moet ik nog zien!' spotte Sienna. Ze kon het nauwelijks voorstellen, Bellamy grijs haar, rimpels. Waarschijnlijk zou hij altijd die prachtige, zilveren ogen houden. Er volgde een stilte. Geen ongemakkelijke stilte, maar een vredige stilte. 'Mis jij ze?' vroeg Sienna na een tijdje.

'Wie?' Bellamy strekte zich uit en ging languit op de grond liggen. Een torretje klom via zijn buik omhoog. Bellamy liet hem daar zitten.

'Je ouders? Je broer? Je oude leven?' vroeg Sienna, die naast hem ging liggen.

'Nee. Zij wilden mij kwijt. Ik kreeg er een beter leven voor terug. Waarom zou ik hen missen?' Bellamy draaide zich op zijn zij, zodat hij Sienna aan kon kijken.

'Mis jij ze?' vroeg hij.

'Ja,' fluisterde ze. 'Vooral mijn ouders. Ze hebben me nooit slecht behandeld. Ik ben nog niet zo gewend aan deze stijl van leven. Het is nog allemaal zo nieuw voor me en ergens wil ik niet toegeven dat dit de nieuwe manier is.' Ze zuchtte. Ze was blij, maar ook weer niet. Ze was heel blij met Bellamy en de roedel, eindelijk was ze haarzelf, maar ze miste haar ouders. 'Misschien dat ik ze morgenochtend zie,' mijmerde ze. 'Dat zou wel leuk zijn... Ik weet alleen niet wat ik ga zeggen.' Sienna zuchtte.

'Wil je terug?' fluisterde Bellamy.

'Nee. Ik kan niet samen met ze leven. Dan zou ik elke maand weg moeten en ik zou nooit worden geaccepteerd. Bij de roedel is iedereen hetzelfde. Dan maakt het niet uit. Iedereen verandert, iedereen begrijp het. Ik kan niet terug naar hen, dat zou alleen maar gevaarlijk zijn.'

'Maak je geen zorgen,' zei Bellamy. 'We komen er wel uit. Beloofd.' Bellamy sloot zijn ogen. Sienna staarde naar de lucht, terwijl ze luisterde naar de geluiden. Ze hoopte dat ze haar ouders zou zien. Ze wilde hen nog een keer zien en afscheid nemen. Maar dan nu goed.

'Was het maar zo gemakkelijk,' fluisterde ze.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top