Hoofdstuk 1 - POV Lotus


Hoi, ik ben Lotus en ik wil je mijn verhaal vertellen. Maar waarschijnlijk sterf ik hier in de kerkers onder het kasteel van mijn ouders en niemand ziet mij ooit terug en verrot ik tot ik niet meer ben dan een hoopje stof en as. Laat ik bij het begin beginnen. Mijn ouders zijn de koning en koningin van Bossenwoud. En ik ben de prinses (zucht). Mijn broer is 12 en hij word de koning (gelukkig). Hij is bereid zijn rol als koning te accepteren. Ik niet. Ik bedoel dat ik niet bereidt ben mijn rol te accepteren. Niet dat ik zijn rol niet accepteer. Ik wil geen prinses zijn. Altijd jurken, altijd lachen, iedereen moet je met u aanspreken, altijd zwaaien, altijd beleefd zijn, enzovoort. Mijn broer Jack vind dat eigenlijk best leuk. En eigenlijk heet Jack niet Jack maar Josh Alexander Christiaan Kristaler. En ik heet gewoon Lotus. Jack en ik zijn verschillend maar toch ook hetzelfde. Jack is de kroonprins dat betekent dat hij later koning zal worden. Hij is de kroonprins omdat hij de oudste is. Ik zal altijd een prinses blijven (zucht). Dat betekent voor altijd jurken dragen, lachen tegen iedereen, ook al is die persoon niet eens aardig. Wat wel leuk is een eigen paard hebben. Ja je hoort het goed. Ik heb een eigen paard. Ze heet Sunshine. Ze is mooi. Ze is helemaal zwart. Jack heeft ook een paard, Thunder heet hij. We rijden graag samen. Een eigen kamer hebben is ook fijn. De kamers van Jack en mij is verbonden door een deur. Een geheime deur op precies te zijn. Achter mijn bed en achter zijn kledingkast. Dit hoor je eigenlijk niet te weten. Dus vergeet het. Vergeet het... Ben je het vergeten? Oke? Oke, we kunnen door. Dit was denk ik het voorstelrondje of hoe je dat ook noemt. Terug naar het belangrijke. IK ZIT GEVANGEN IN DE KERKERS ONDER HET KASTEEL VAN MIJN OUDERS. Door mijn vader. Waarom ik hier zit? Het begon op een zonnige ochtend (vanochtend) toen ik maagkramp kreeg voor een seconde. Daarna was het weg. Ik heb het tegen mijn moeder gezegd en die zei het meteen tegen mijn vader die me in de kerkers gooide. Volgens wat mythes betekend dit dat ik een vampier/weerwolf word die op jonge leeftijd is weggenomen van haar/zijn echte ouders. Belachelijk toch? Toch? Het is avond en sinds ik in de kerkers ben gegooid heb ik niks gegeten. Einde verhaal. Iedereen behalve ik leeft nog lang en gelukkig. Terug naar de echte wereld.

Whoesj (achtergrondgeluid.)

'L?' 'Jack!' roep ik blij. "'Sssst. Dit mag niet. Als pap hier achter komt hang ik naast je aan de muur.' hoor ik Jack zeggen. 'Oke, oke. Ik zal stil zijn. Wat heb je?' zeg ik snel. 'Appelsap en wit brood.' antwoord hij. 'Lekker, bedankt Josh.' 'Je weet dat ik die naam niet leuk vind als jij het zegt.' reageert hij geïrriteerd. 'Ja. Daarom zeg ik het.' 'Hmm.' zegt hij nu nep boos. 'Hebben we nu ruzie?' vraag ik. 'Jep. Daarom neem ik deze appelsap en wit brood weer mee.' zegt hij. Zijn lach inhoudend. 'Ik zou op je springen als ik kon.' zeg ik. -Stilte daalt neer.- 'O. Ja. Vergeten.' doorbreekt Jack de stilte van een seconde of twee. 'Kun je zelf eten of moet ik je voeren?' 'Ik eet zelf wel. Ik zit opgesloten in een kerker met een gouden band om mijn been heen die vastzit aan de muur. Ik hang niet aan mijn armen aan de muur.' antwoord ik. 'Alsjeblieft.' zegt Jack en hij geeft me de appelsap en het witte brood. 'Ik moet gaan. Zie je later.' 'Jack.' 'Jaaaa...?' 'Dankje.' 'Ik moet nu echt gaan. Doei.' zegt Jack en hij rent snel weg. 'Doe voorzichtig' mompel ik nog, maar hij hoort me al niet meer. Ik probeer te gaan slapen, maar ongeveer tien minuten nadat Jack vertrok, is hij terug met één kussen en één deken. 'Hier' zegt Jack en hij duwd de spullen door de tralies in mijn handen. Ik staar er verbaast naar. 'Eh. Dankje denk ik.' zeg ik. 'Graag gedaan en geen probleem.' antwoord Jack. 'Doei en doe voorzichtig.' zeg ik. 'Voorzichtig is mijn tweede naam.' zegt hij lachend. 'Eigenlijk is Alexander je tweede naam.' zeg ik eigenwijs. 'Grmpf.' zegt Jack. 'Weltrusten broertje.' 'Trusten L.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top