hoofdstuk 7

Yara werd wakker. Ze zag dat ze nog in Eirene was. Om haar heen stond de kudde eenhoorns. 'Goedemorgen Yara.' zei één van de eenhoorns. Eerst dat Yara dat Arayan een grap met haar uithaalde. Maar toen begreep ze dat het echt was. De eenhoorns konden echt praten. Yara keek naar Arayan. Hij stond voor een boom. Ze kwam dichterbij. 'Boom, mag ik asjeblieft twee vruchten van u?' vroeg hij. De boom liet zijn takken zakken zodat Arayan de vruchten kon plukken. Ze leken op appels, maar dan groter en kleurrijker. 'Wil je een Peral?' vroeg hij. Yara lachte. Dat woord was afgeleid van 'peer', maar de vruchten leken meer op appels. Ze pakte een peral. Hij smaakte hetzelfde als de vruchten thuis. Binnenin zat een soort heerlijke sap. Arayan legde uit dat je van dat sap slimmer kan worden en dat je het op moet zuigen. Ondertussen probeerden de eenhoornveulens perals van de boom te pakken. Flory maakte duidelijk dat dat niet goed was. 'Zeg wat Arayan net zei.' zei ze streng. De kleintjes zeiden braaf de spreuk op. 'Moet je altijd aan de bomen vragen of je hun vruchten mag plukken?' vroeg Yara. 'Ja, soms heeft de boom zijn vruchten voor anderen nodig. Daarom moet je het altijd vragen. Jij zou het toch ook niet leuk vinden als ik jouw haren eruit trok?' Yara begon te lachen. Arayan had er wel een punt mee. Maar iemands haren eruit trekken valt niet te vergelijken met vruchten plukken van een boom.

Na het ontbijt gaf Arayan een rondleiding door Eirene. Op de rug van Flory liet hij de mooiste plekken van deze wereld zien. Het drietal nam pauze bij Het Grote Meer. 'Hier komt al het water Eirene binnen.' vertelde Arayan. 'Via beekjes en riviertjes wordt het vervoerd naar de rest van deze wereld.' Arayan wees naar de waterval. 'Je moet echt een keer in de waterval geweest zijn.' Yara twijfelde. Haar ouders zouden het niet leuk vinden als ze helemaal doorweekt thuis zou komen. 'Ga eens in het water staan.' zei Arayan. Yara trok haar schoenen en sokken uit en stapte in het meer. Arayan kwam erachteraan.  Ze gingen dieper het meer in. Ineens voelde Yara de bodem niet meer. Ze werd bang. Misschien zwom er wel een gevaarlijke vis in het meer. 'Arayan, help!' gilde ze. Ze schrok ook toen ze zag dat Arayan op het water stond. Eerst dacht ze dat je heilig moest zijn om dat te kunnen. Ineens tilde het water haar naar boven. Zij stond ook op het water. Gek genoeg waren haar kleren niet nat geworden. Haar haar trouwens ook niet. 'Het water voelt aan wanneer je je wilt wassen en wanneer niet.' vertelde Arayan. 'Omdat onze kleren schoon zijn, worden ze niet nat. Het water tilt ons op omdat wij niet nat willen worden' Arayan en Yara liepen naar de waterval. Toen gebeurde er iets wonderlijke. De waterval splijtte open. Zo konden Yara en Arayan de grot betreden. Een soort kat die licht gaf, stond op het tweetal te wachten. 'Kom verder', zei ze met een akelige stem. Yara vertrouwde het niet.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top