hoofdstuk 3

Yara liep door het bos met Boef. Ze voelde zich iets rustiger dan drie kwartier geleden. Boef had de tijd van zijn leven. Met een stok in zijn bek dartelde hij door het bos. Af en toe bracht Boef de stok naar Yara. Zij gooide die dan zo ver weg als ze kon. Wat was ze blij dat ze Boef had. Hij oordeelde nooit en luisterde altijd. Yara snapte niet waarom de mens zover van de dieren is geraakt. Boef bracht de stok altijd terug. Yara vond dat de hond meer uitdaging nodig had. Ze gooide de stok in het dichte bos. Boef rende er achteraan. 'Die stok vindt hij niet.' dacht Yara. En ze had gelijk. Ze stond drie minuten te wachten op Boef. Na twee minuten begon Yara zich toch een beetje zorgen te maken. Ze liep het bos in. 'Boef!' riep ze. Daar kwam Boef. Yara hurkte neer om haar hond te knuffelen. Boef speelde met de ketting van Yara. Hij klemde zijn poot er omheen. Yara stond op. 'Boef, we gaan terug naar het pad. Anders wordt de boswachter boos.' Maar Boef wilde niet terug. Hij keek verder het bos in en begon te blaffen. Yara wist dat hij iets wilde zeggen, dus volgde ze Boefs instinct. Het bos werd steeds donkerder. Opeens voelde  Yara de ketting. Boef stopte bij een boom. Hij bleef doodstil staan. Opeens zag Yara dat het symbool van haar ketting in de boom gekerfd was. Ze bekeek de bedel en hield hem voor de boom. Toen verscheen er een fel licht. Zo fel dat Yara bijna verblind werd. 'Kom', zei een stem. Yara stak haar hand in het licht. Het leek alsof hij verdween. Ze trok haar hand terug. Gelukkig zat hij er nog aan. 'Wat zou er achter dat licht zitten?' vroeg Yara zich af. Ze pakte Boef stevig vast en stapte in het licht. Yara kon niet geloven wat ze zag. Een prachtig groen landschap met waterval. Ze keek achterom. Het bos was achter haar verdwenen. Gelukkig was Boef nog wel bij haar.

Yara besloot om deze mysterieuze wereld te gaan verkennen. Ze rende de groene weide op. Een kudde eenhoors begraasde de weide. Boef stond tussen Yara's benen. Hij vond het nog een beetje spannend. Yara besloot om te kijken of er nog ergens een dorp was waar ze wat te eten konden krijgen. Op dat moment liep er een eenhoorn met vleugels op het tweetal af. Hij stopte recht voor Yara's neus. Yara aaide hem over zijn hoofd. Daarna ging de eenhoorn naar een boomstronk. Hij wilde dat Yara op zijn rug ging zitten. Yara liep naar de eenhoorn en steeg op. Boef sprong ook op de eenhoorn. De eenhoorn nam een flinke aanloop en vloog de lucht in. Meteen zag Yara hoe mooi deze wereld was. Overal was groen. Nergens werd het uitzicht verpest door een industrieterrein. De eenhoorn stopte bij een houten huis.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top