9

Clary,

Heel vaag hoor ik op de achtergrond geluiden. Mijn hoofd doet pijn en mijn lichaam voelt gevoelloos. Oh nee wacht ik krijg steeds meer gevoel in mijn vingers en tenen. Mijn ogen doe ik open, maar sluit ze gelijk weer vanwege het licht, dat mijn hoofdpijn erger maakt. Mijn rug voelt erg stijf, maar wordt verzacht doordat ik ergens zacht op lig.
'Aah zusje, wordt je eindelijk wakker?' Hoor ik nadat er een paar voetstappen tot stilstand zijn gekomen. Mijn arm heb ik intussen omhoog gebracht en die steunt op mijn voorhoofd, om de hoofdpijn te masseren. De voetstappen die komen weer in beweging en lopem weer weg, maar na een minuut ofzo komen ze weer terug. Intussen zit ik al overeind en bekijk ik het gebouw waar ik naar toe ben gebracht. Jonathan die heeft een glas en een doosje aspirientje meegenomen.
'Waar is mijn cilinder?' Vraag ik en tast mijn broek af.
'Die heb ik hier' en hij zwaait ermee.
'Voor de veiligheid' vervolgt hij en stopt hem weer weg. Ik geef hem een glimlach die duidelijk als antwoord geeft een sarcastisch bedankje. Ik neem toch maar het aspirientje en ga vervolgens weer met mijn rug tegen de leuning van de bank liggen.
'Waar heb je mij heen gebracht?'
'Dit is het appartament van mijn moeder' antwoord Jonathan met trots en steekt zijn arm uit, en wacht tot ik hem aanneem.
'Nou kom dan, ik wil je een rondleiding geven' en hij gebaard met zijn hoofd naar zijn arm.
Misschien vind ik nog een ontsnappingsroute en ik sta op en ga gewoon staan.
'Bedankt' en sla mijn armen over elkaar heen. Jonathan zucht.
'Ga maar voor, ik volg wel' glimlach ik en hij doet het ook nog, nu ik achter hem loop zie ik mijn cilinder in zijn achterzak. Dat gaat hij merken als ik hem pak, hij is ook een shaduwjager, met demonen bloed. Ik moet op de een of andere manier een berichtje naar de andere krijgen.
'Dit is de keuken, ik zal staks een ontbijtje voor je maken, of wil je nu wat eten?' Vraagt hij mij ookal ben ik erg afwezig aangezien ik een wegsluip route wil vinden.
'Maakt niet uit' en zie uit mijn ooghoek een mobieltje liggen op het aanrecht naast het koffiezet apparaat. En niet eens zover buiten mijn handbereik.
'Goed, deze kant op' en hij loopt een deur door en ik grijp mijn kans en pak snel het mobieltje, stop hem tussen mijn broekriem en doe mijn shirt eroverheen. Vervolgens loop ik vlot weer achter hem aan, want anders merkt hij dat er iets is.
'Van wie is dit schilderij?' Vraag ik ookal weet ik wel dat het een van Gogh is.
'Dat je dat niet weet Clarissa Morgenstern, ik ben teleurgesteld' en hij kijkt mij aan.
'Ik heb denk ik een te harde klap op mijn hoofd gehad van jou' probeer ik mijzelf eruit te werken.
'Het is een van Gogh, je mag hem een andere keer wel beter gaan bekijken, we doen nu de rondleiding, dan ontbijt en daarna mag je wat leuks voor jezelf doen'
'Ik voel me bijna weer alsof ik op de kleuterschool ben' mompel ik.
'Wat?' En hij kijkt mij aan.
'Niks' glimlach ik.
'Goed, dit is mijn kamer, de kamer van mijn moeder, hier is nog is een kamer voor jou'
'Voor mij?' Vraag ik verbaasd en ik stik bijna in mijn eigen woorden van verbazing.
'Ja, vanaf nu slaap je hier'
'Dus ik ben je gevangene' constateer ik.
'Noem het eerder een familiereünie'
'Wij zijn geen familie... en wie is die moeder van je?' Vraag ik verbaasd.
'Ik zal me even voorstellen' hoor ik een vrouwen stem die mij de rillingen geeft.
'Ik ben Lilith' en ze steekt haar hand uit. Ik neem hem behoedzaam aan en bekijk de vrouw van top tot teen. Ze heeft prachtig zwart lang haar, maar dat van Izzy en Alec is mooier. Ze draagt een zwarte glitter jurk, volle make-up, ze is van zichzelf al lang, maar ze draagt laarzen met hakken die haar nog is een stuk groter maken.
'Clary' zegt ik na een korte stilte, ze glimlacht en laat mijn hand los.
'Laat haar de rest van het huis nog maar even zien en dan ga ik vast iets te eten maken' commandeert ze Jonathan als het ware, hij knikt.
'Ja moeder, dat zal ik doen' en we willen verder lopen, maar ze houdt mij tegen.
'Wat zou je willen eten?'
'Eh.. tosti?' Bedenk ik maar even snel.
'Is goed, tot straks' en haar hand gaat door mijn haar heen. Jonathan die staat intussen een stukje verder op mij te wachten en ik snel achter hem aan.

Na de rondleiding lopen we weer langs de kamers.
'Is het goed als ik even ga douchen, ik voel me een beetje vies' en ik klem mijn armen om mijn lichaam heen.
'Oh ja is goed, alles ligt klaar. Ik zal een stapel schone kleren voor je pakken' en hij verdwijnt weer, dus besluit ik de kamer maar in te gaan en duik de badkamer in, aangezien die opslot kan en de deur van de slaapkamer niet. Het mobieltje haal ik onder mijn kleren vandaan en typ snel het nummer van Izzy in en druk op bellen. Na tweemaal overgaan neemt ze op.
'Isabelle'
'Izzy, ik ben het Clary' fluister ik.
'Clary?!' Roept ze verbaasd en opgelucht.
'Waar ben je?' Vraagt ze bezorgd.
'Weet ik niet, kunnen jullie deze telefoon niet traceren?' Fluister ik terug en zet ondertussen de douche aan.
'In iedergeval ik heb je op luidspreker staan en de rest is er ook'
'Wat ben je aan het doen?' Vraagt Jace.
'Ik wou gaan douchen' meldt ik en laat de sarcasme naar boven komen.
'Ik ben in een best wel groot huis met Jonathan en een vrouw genaamd Lilith' fluister ik.
'Lilith, als in de moeder van alle demonen?' Vraagt Alex nu en ik hoor Alec en Simon op de achtergrond praten.
'Oke we hebben je gevonden, blijf waar je bent en doe niks stoms. En eh... het kan wel even duren voor we bij je zijn'
'Hoezo?' Vraag ik fluisterend verbaasd.
'Je bent niet meer in de stad, of überhaupt het land'
'Waar ben ik?!' Fluister ik roepend.
'Rusland' antwoord Simon.
'Oke prima, maar schiet op' fluister ik.
'Ik moet hangen, want anders dan zullen ze wel denken'
'Voorzichtig!' Hoor ik ze in koor.
'Ja' en ik hang op. Snel stuur ik nog een berichtje naar Izzy dat ze hierop niet niet bellen of wat dan ook, aangezien het de telefoon is van Jonathan. En vervolgens stap ik onder de douche aangzien ik mij inderdaad wel een beetje vies voel.

Poeh... ze is gevonden, maar nu nog een reddingsactie.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top